Alan Arkin
Alan Wolf Arkin
acteur/actrice
(55)
regisseur
(1)
Alan Arkin is een acteur die, zoals veel van zijn collega’s, actief was op de toneelplanken van Broadway maar natuurlijk het bekendst is voor zijn indrukwekkende acteercarrière in langspeelfilms.
Hij was de zoon van Russisch-Duits-Joodse ouders en liep school aan het Los Angeles City College. Zijn carrière nam een start als lid van het Second City theatergezelschap uit Chicago. Dat had hij overigens zelf opgericht, samen met Elaine May, Barbara Harris en Mike Nichols.
Halfweg de jaren ’50 zette hij zijn activiteiten als acteur even on hold en ging zingen bij The Tarriers, een folk muziekgroep. Toen hij de draad van het acteren terug opnam deed hij dit aanvankelijk in toneelstukken die werden vertoond in Chicago, New York en St. Louis, sommige ervan op Broadway. De eerste keer dat hij op Broadway te zien was bleek een schot in de roos, voor zijn rol in Enter Laughing (1963), gebaseerd op het boek van Carl Reiner, kreeg hij een Tony Award. Een andere succesvol toneelstuk waarin hij te zien was: LUV van Murray Schisgal.
Zijn eerste rol in een langspeelfilm speelde hij in The Russians are Coming, the Russians are Coming, waar hij de rol vertolkte van een Russische officier die met zijn duikboot strandt op de Amerikaanse kust. Hij kreeg er naast een Golden Globe ook een Oscar-nominatie voor wat meteen de deur opende voor nog meer komische rollen. Als gekke politieman in Freebie and the Bean (1974) bijvoorbeeld, of die van de anarchistische Yossarian in Catch 22.
Alan Arkin was de auteur van het kinderboek Tony’s Hard Work Day (1972) en schreef ook Through the Door: An Actor’s Journey Towards the Self (1975), een boek over yoga, iets waar hij nauw bij betrokken was. Hij schreef maar liefst acht kinderboeken, de meeste uitgebracht door Harper/Collins. The Lemming Condition behoort tot zijn eerder werk, een boek dat twintig jaar lang vlot over de toonbank ging en door The Book Sellers of America een eervolle vermelding kreeg wanneer het werk werd opgenomen in de bibliotheek van het Witte Huis.
Alan Arkin was naast acteur ook regisseur, fotograaf en componist. Als acteur waren het natuurlijk niet allemaal komische rollen, hij kreeg de New York Film Critics Award voor zijn rol als doofstomme in The Heart Is a Lonely Hunter (1968) en die in Hearts of the West. Hij verving zelfs heel even Peter Sellers, als inspecteur Clouseau in de gelijknamige film. Het regisseren waarvan daarnet al sprake deed hij voor het eerst voor een langspeelfilm met Little Murders (1971), de verfilming van een stuk van Jules Feiffer, niet verrassend want hij was ook al verantwoordelijk voor de regie van het gelijknamige toneelstuk waar hij overigens een Obie Award voor kreeg. Verder regisseerde hij ook twee kortfilms; T.G.I.F. en People Soup. De eerste kortfilm werd vertoond tijdens het filmfestival van New York in 1967, de tweede werd genomineerd voor een Oscar/Academy Award voor Beste kortfilm.
Een bezige bij dus die Alan Arkin die het soms zelfs gratis voor niks deed, zoals voor het grappige figurantenrolletje als politiechef in So I Married an Axe Murderer (1993). Hij was ook meerdere keren te gast in de Amerikaanse versie van Sesamstraat, Sesame Street.
Alan Arkin was het laatst getrouwd met actrice Barabara Dan, hij had drie zonen waarvan twee uit een eerder huwelijk. Zijn zoon Adam Arkin was de gekendste van de drie (Matthew en Tony Arkin waren de andere twee), Adam was voornamelijk te zien op televisie en legde zich vooral toe op series zoals Northern Expose, Big Wave Dave’s (1993) waar hij de hoofdrol in vertolkte en Chicago Hope die vanaf 1994 te zien was op televisie. Alan Arkin zelf kreeg daar overigens ook een gastrol in als vader van… zijn zoon in het echte leven. En dat ook dat overtuigend was werd bevestigd door alweer een Emmy-nominatie.
Het regisseren van een toneelstuk deed Alan Arkin voor het eerst met Eh? (1966) waarin zelfs Dustin Hoffmann (!) te zien was. Hij bleef stukken regisseren, ook in de laatste fase van zijn carrière. Zo was hij regisseur van de off-Broadway productie Taller Than a Dwarf van Elaine May. In 1998 schreef, regisseerde en schreef hij (dat laatste samen met Elaine May) het stuk Power Plays dat werd vertoond in het Promenade Theatre. Op Broadway regisseerde hij de Neil Simon hit The Sunshine Boys waarvoor hij een Tony-nominatie kreeg voor Beste regie van een toneelstuk. Nog meer toneelregiewerk was er met de Broadway-musical Molly, Rubbers and Yanks Three aan het American Place Theater, Joan of Lorraine aan het Hartman in Stamford, Sorrows of Stephen aan het Burt Reynolds Theatre waarin zijn zoon Adam ook een rol had en Room Service aan het Roundabout in New York.
Begin de 21e eeuw was hij ook te zien in de A&E-televisieserie 100 Centre Street, geschreven en geregisseerd door Sidney Lumet. Voor zijn rol in The Pentagon Papers voor het FX-netwerk, het Holocaust-drama Escape From Sobibor en het drama ABC Stage 67 werd hij telkens genomineerd voor een Emmy Award, in de loop van zijn carrière won hij er overigens vier in totaal.
Little Miss Sunshine was voor Arkin een waar prijsbeest. Hij won voor zijn rol naast een Oscar ook de BAFTA Award voor Beste acteur in een bijrol, deelde een SAG (Screen Actors Guild) Award voor Best Motion Picture Cast Performance én won een Independent Spirit Award voor Beste mannelijke acteur.
Voor zijn bijrol in Argo werd hij genomineerd voor een Oscar, een BAFTA en een Golden Globe, maar hij kreeg ook nominaties van The Broadcast Film Critics Association, de London Film Critics Circle en deelde opnieuw de SAG Award voor Outstanding Performance by a Cast in a Motion Picture.
In 2011 bracht Arkin zijn memoires uit onder de titel An Improvised Life, later volgde er nog een tweede onder de titel Out Of My Mind.
Oscars ® 1967 | Genomineerd | Beste acteur in een hoofdrolActor | The Russians Are Coming, the Russians Are Coming |