Katharine Hepburn
Katherine Houghton Hepburn

Katharine Hepburn
° 12-05-1907
Hartford
Connecticut
Verenigde Staten
+ 29-06-2003
✞ Leeftijd bij overlijden: 96

winnaar
1 keer een Oscar gewonnen

genomineerd Oscars ® 1936
genomineerd Oscars ® 1943
genomineerd Oscars ® 1941
genomineerd Oscars ® 1952
genomineerd Oscars ® 1956
genomineerd Oscars ® 1957
genomineerd Oscars ® 1960
genomineerd Oscars ® 1963
8 keer genomineerd voor een Oscar


Nog zo'n icoon in de filmgeschiedenis, Katharine Hepburn. Als tweede van zes kinderen van een bekende chirurg en een moeder die één van de eerste pioniers voor vrouwenrechten inclusief geboortebeperking was, groeide ze op in Engeland. Daar kreeg ze les van privéleraars en volgde er ook de bijzonder hoog aangeschreven opleiding aan het Bryn Mawr College waar ze voor het eerst in contact kwam met amateurtoneel en er afstudeerde in 1928.

Datzelfde jaar arriveerde ze in Baltimore waar ze, ondersteund door een aanbevelingsbrief, probeerde om Edwin Knopf te overtuigen, hij was toen bezig met de casting voor zijn stuk Cazarina. Resultaat: haar professioneel debuut in een toneelstuk alhoewel het maar om een klein rolletje ging. Figurantenrolletjes op Broadway volgden maar ook een hoofdrol in het leven van Ludlow Ogden Smith, een makelaar in Philadelphia waar ze datzelfde jaar nog mee huwde maar ook van scheidde in 1934.
Katharine Hepburn was niet van de gemakkelijkste en kreeg het regelmatig aan de stok met de makers van Broadway- en andere toneelproducties Aangenomen, ontslagen, opnieuw binnen gehaald voor de hoofdrol in The Warrior's Husband (1932) die bijzonder succesvol werd. Toen RKO haar een contract aanbood reageerde ze met een zotte vraagprijs die tot haar grote verbazing nog werd aanvaard ook.
In 1932 maakte ze haar debuut in een langspeelfilm als de dochter van John Barrymore in A Bill of Divorcement van George Cukor. Een perfecte start want Cukor zou in het verder verloop van haar carrière sommige van haar beste films regisseren.
Maar haar karakter was niet veranderd. Ze weigerde op regelmatige basis interviews en stuurde velen die een handtekening van haar wilden gewoon wandelen. Arrogantie ten top, iets wat de haren van de bonzen van grote studio's ook al ten berge deden rijzen.
Toen ze omschreven werd als 'box office poison' was het voor haar welletjes geweest en ze trok zich terug uit Hollywood. Ze weigerde de ene filmrol an de andere, inbegrepen die van Scarlett O'Hara in Gone With the Wind (!).

Voor Morning Glory kreeg ze een Academy Award en daar bleef het niet bij zoals je merkt in de rubriek filmprijzen. In 1938 keerde ze kort terug naar toneel/Broadway en wel voor The Philadelphia Story, een stuk dat speciaal voor haar was geschreven door Philip Barry. Daarvan verwierf ze de filmrechten, keerde terug naar Hollywood, verkocht de rechten voor een flink bedrag aan MGM en koos voor George Cukor om haar te regisseren in de langspeelfilm naast grootheden als Cary Grant en James Stewart. Ze kreeg voor haar rol de New York Film Critics Award alsook haar derde Oscarnominatie.
In 1942 volgde Woman of the Year, één van de negen films met Spencer Tracy. Die was niet alleen haar tegenspeler maar ook haar vaste partner, hun verhouding hield stand tot aan Tracy's dood in 1967. Op een gegeven moment ontstond er een ernstig conflict met zijn echtgenote (waar hij sinds 1928 mee getrouwd was) wanneer Katharine Hepburn waakte aan het (ziekte)bed van Tracey. De twee waren voor het laatst samen te zien in een film in Guess Who's Coming to Dinner (1967), Spencer Tracy overleed slechts enkele weken nadat de opnames waren beëindigd.
In 1962 won ze de prijs voor Beste actrice op het filmfestival van Cannes voor haar rol in Long Day's Journey Into Night én werd ze genomineerd voor een Oscar.

Op het einde van haar carrière maakte ze een laatste overstap naar televisiefilms en toneelwerk. Zo was ze in 1969 nog bijzonder succesvol op Broadway dank zij haar rol van de Franse modeontwerpster Coco Chanel in Coco, overigens haar debuut in een musical. Maar ze bleef ook samenwerken met George Cukor, zij het voor televisiefilms. Zo werd ze voor The Corn Is Green (1979) genomineerd voor een Emmy Award, voor Among the Ruins (1975) met Laurence Olivier had ze de prijs al gewonnen. In 1976 was ze ook nog te zien in het Broadway-stuk A Matter of Gravity.

Van Katharine Hepburn werden meerdere biografieën uitgebracht. In 1973 verscheen Tracy and Hepburn, An Intimate Memoir, geschreven door Garson Kanin, drie jaar later werd Kate uitgebracht van de hand van Charles Higham. Haar autobiografie Me werd in 1991 een heuse internationale bestseller, idem voor haar memoires die ze neerschreef in het anno 1987 uitgebrachte The Making of The African Queen or How I went to Africa with Bogart, Bacall and Huston and almost lost my mind.

Love Affair (1994) was één van haar laatste langspeelfilms. Daarin was ze te zien als de tante van Warren Beatty.

Oscars ® 1963 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
Long Day's Journey Into Night
Oscars ® 1960 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
Suddenly, Last Summer
Oscars ® 1957 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
The Rainmaker
Oscars ® 1956 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
Summertime
Oscars ® 1952 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
The African Queen
Oscars ® 1943 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
Woman of the Year
Oscars ® 1941 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
The Philadelphia Story
Oscars ® 1936 Genomineerd Beste actrice in een hoofdrol
Actress
Alice Adams
Oscars ® 1934 Gewonnen Beste actrice in een hoofdrol
Actress
Morning Glory
Quotes - citaten
  • "I was fortunate to be born with a set of characteristics that were in the public vogue."
  • "When I started out, I didn't have any desire to be an actress or to learn how to act. I just wanted to be famous."
  • "I've had a fascinating life. I don't think I'm the least bit peculiar, but people tell me I am."
  • "Acting is the most minor of gifts. After all, Shirley Temple could do it when she was four."
  • "We used to laugh so much then. Now everything is so solemn, so joyless. One must laugh. One cannot moan everlastingly."
  • "My privacy is my own. I am the one to decide whether it bill be invaded."
  • "I am reverend rather like an old building. Yet I still seem to be a master of my fate. The boat may be only a canoe, but I'm paddling it."

  • "She has a face that belongs to the sea and the wind, with large rocking-horse nostrils and teeth that you just know bite an apple every day." (Cecil Beaton).
  • "You could throw a hat at her, and wherever it hit, it would stick." (Robert Hopkins).
  • "She makes dialogue sound better than it is by a matchless clarity and beauty of diction, and by a fineness of intelligence and sensibility that illuminates every shade of meaning in every line she speaks." (Tennessee Williams).
  • "As the years go by she does not lose her old admirers, she goes on gaining new ones." (Garson Kanin).
  • "She talks to you as though you were a microphone... she lectured the hell out of me on temperance and the evils of drink. She doesn't give a damn how she looks. I don't think she tries to be a character. I think she is one." (Humphrey Bogart).
  • "She has a checkbone like a death's head attached to a manner as sinister and aggresive as crossbones." (James Agate).