Ethel (Katharine Hepburn) en Norman (Henry Fonda) brengen voor de 48ste keer de zomer door op Golden Pond. Hun verblijf in Nieuw-Engeland barst van de herinneringen aan hun lange idylle en aan hun dochter Chelsea (Jane Fonda). Norman beschouwt de tijd die voorbijgaat als zijn grootste vijand. Dit blijkt trouwens uit zijn uiterst bijtende humor. Hij poogt zijn vrees voor de dood niet te laten blijken door geestige gesprekken aan te gaan met de uiterst intelligente en dynamische Ethel. Deze zomer komen Chelsea - in de veertig, gescheiden, emotioneel van haar vader gedistancieerd-, met haar nieuwste verovering en diens zoon, op bezoek. Er ontstaat een open conflict tussen de drie aanwezige generaties. Norman en Ethel beschouwen zichzelf als een soort ersatz grootouders. Het jongepaar gaat immers op vakantie naar Europa. Billy blijft bij Chelsea's ouders. Als Chelsea en Bill uit Europa terugkeren onderzoeken de drie generaties hun eigen dilemma's, met humor en ironie.