Duel in the Sun

Middelmatig
Duel in the Sun
1946
langspeelfilm
130 minuten
avontuur
romantiek
western
genomineerd
genomineerd

acteur/actrice (14)

Orson Welles Orson Welles →  (stem)
Joseph Cotten Joseph Cotten
Herbert Marshall Herbert Marshall
Butterfly McQueen
Joan Tetztel
Tilly Losch
Scott McKay

regisseur (1)

producent (1)

David O. Selznick

director of photography (3)

scenarist (1)

David O. Selznick

beeldmonteur (1)

productieontwerper (1)

artdirector (1)

kostuumontwerper (1)

componist (1)

Vooraleer David O. Selznick er zijn klauwen insloeg, zou de verfilming van Niven Busch’ uit 1944 stammende westernroman Duel In The Sun waarschijnlijk een gezapig cowboydrama hebben opgeleverd met misschien John Wayne, Hedy Lamarr en Teresa Wright in centrale rollen. Selznick zag het anders: hij wou met deze film het succes van Gone With The Wind evenaren en modelleerde de prent volledig naar zijn toenmalig liefje Jennifer Jones met wie hij in 1949 zou trouwen.

En dit passieproject dat hij aan zijn aanstaande schonk, mocht best wat kosten: Selznick spendeerde ruim 2 miljoen dollar aan marketingkosten, een voor die tijd ongezien bedrag. Het hielp alvast om van de film een boxofficesucces te maken. Maar een echte klassieker … neen, daarvoor scheert Duel In The Sun als opgeblazen melodrama niet echt hoge toppen.

Jones kruipt in de huid van een halfbloed die na de dood van haar moeder en vader – hij kreeg de strop omdat hij zijn overspelige echtgenote en haar minnaar vermoordde – onderdak krijgt op de ranch van haar oom (Lionel Barrymore) en tante (Lilian Gish). Barrymore is een kregelige voormalige senator die zijn land niet wil afstaan aan de oprukkende treinmaatschappij en die Jones onheus en racistisch behandelt. Jones stuwt het testosteron van de twee ranchzonen in de hoogte: rechtenstudent Joseph Cotton en crimineel in wording Gregory Peck – in een van zijn schaarse slechterikrollen – worden beide getroffen door haar sensualiteit. En daar komen drama’s van. Serieus gezwollen drama’s zelfs. Het voor die tijd expliciete seksuele karakter van de plot zorgde er alvast voor dat de puriteinen in Memphis de release van de film tegenhielden tot in 1959. Olé.

De productie verliep niet van een leien dakje: de hevig aan amfetamines verslaafde Selznick moeide zich met alles. Hij schreef grote delen van het script, regisseerde mee en joeg veel crewleden tegen zich in het harnas. Niet in het minst Dimitri Tiomkin: Selznick haatte diens soundtrack, maar Tiomkin hield zijn voet stijf en kreeg uiteindelijk zijn oorspronkelijke muziek toch in de film. Naderhand zou Selznick er nog munt uit slaan ook, daar delen van Tiomkins orkestrale score op een elpee werden uitgebracht, en dat was in 1946 opmerkelijk te noemen. King Vidor staat als regisseur op de generiek, maar hij is lang niet de enige die actie moest roepen. Vidor trapte het af omdat hij de bemoeienissen van Selznick beu was. Waarop Selznick scènes liet draaien door William Dieterle, Otto Brower, William Cameron Menzies, Sidney Franklin en Josef von Sternberg. Vidor beweerde dat von Sternberg enkel maar bij de productie was betrokken om de belichting op Jones te regelen, zodat ze steevast zo sensueel mogelijk in beeld kwam.

De speelduur van 138 minuten omvat een kwartier aan interludes, prologen en exitmuziek. Iets dat in Hollywoods gouden jaren wel meer gebeurde bij echt epische films: deze roadshowstrategie is nog een bewijs dat Selznick alles heel groots zag tijdens en na de productie. De reviews waren niet mals voor Duel In The Sun en vergeleken het eindproduct eerder met Howard Hughes’ The Outlaw dan met Gone With The Wind. Een Razzie-film avant la lettre als het ware. Martin Scorsese is wel fan en beschouwt Duel In The Sun als een grote inspiratiebron, al was het maar omdat het naar eigen zeggen de eerste film was die hij ooit in de bioscoop zag.

Alex De Rouck


Oscars ® 1947 Beste actrice in een hoofdrol Actress Genomineerd Jennifer Jones
Beste actrice in een bijrol Genomineerd Lillian Gish