Montgomery Clift was zowel actief op vlak van toneel als was hij te zien in langspeelfilms, voornamelijk in introverte rollen.

Hij groeide op in Chicago, New York en St. Moritz.  Hij speelde al toneel op 13-jarige leeftijd en had toen hij 15 was zelfs al professionele rollen.  Broadway volgde en zijn talent werd onmiddellijk opgepikt door de critici wat heel snel leidde naar Hollywood natuurlijk.  Rollen in Red River en The Search waren nog maar een eerste bewijs van Clifts kunnen…

In 1947 was hij één van de oprichters van de Actors Studio.  Toen hij in 1948 zijn langspeelfilmdebuut maakte had hij al een aantal aanbiedingen uit Hollywood naast zich neergelegd.

Clift kon aan het begin van zijn carrière het makkelijkst omschreven worden als een romantische held, een omschrijving die bijzonder nauw aansloot bij wat nogal wat rondjes draaide in de geruchtenmolen : hardnekkige berichten als zou hij een relatie hebben met Elizabeth Taylor.  Hij was dan wel te zien in drie films met haar (A Place in the Sun, Raintree County en Suddenly, Last Summer), hij zou naar verluidt meerdere huwelijksaanzoeken van de actrice afgeslagen hebben…

Zijn carrière werd wat gehypothekeerd omwille van een verkeersongeval in 1957 tijdens de opnames van Raintree County waarbij hij in zekere mate werd verminkt maar naast de fysieke- ook emotionele schade opliep.   Vanaf dan werd hij ook geconfronteerd met concentratieproblemen bij het filmen.  Daarenboven werd vanaf dan ook vanuit verschillende hoeken melding gemaakt van alcoholmisbruik, druggebruik en vreemd gedrag zowel op als buiten de set.

Er werd van de acteur gezegd dat hij privé eerder een kluizenaar, eenzaat en een non-conformist was. 

Tijdens de opnames van Freud (1962) waarin hij de titelrol speelde werd hij geopereerd aan beide ogen voor het verwijderen van cataract.

Montgomery Clift stierf aan de gevolgen van een hartaanval kort voor de start van de opnames van zijn vierde film met Elizabeth Taylor.  Hij werd slechts 45 jaar.

In 1977 werd de biografie Monty uitgebracht, geschreven door Robert La Guardia.  In 1978 werd er nog één uitgebracht, geschreven door Patricia Bosworth.  Die had gewoon Montgomery Clift als titel.