Bij een uitbundige titel hoort een uitbundige film, en regisseur George Stevens had dat zo te zien goed begrepen. In deze screwballkomedie maakt Ginger Rogers eens te meer het mooie weer. Niet verwonderlijk, daar ze toen de grootste vrouwelijke ster was bij RKO. Ze had zelfs zoveel invloed dat ze haar toenmalige verloofde James Stewart aan een van zijn eerste hoofdrollen kon helpen.

Stewart werd echter ziek tijdens de geplande opnames, en gaf uiteindelijk de voorkeur aan Of Human Hearts bij MGM. Waarop RKO besloot om de opnames uit te stellen tot wanneer Stewart vrij was. Werden daarbij geslachtofferd: Donald Crisp en Fay Bainter, wiens rollen door dat geschuif werden overgenomen door Charles Coburn en Beulah Bondi. En die zijn alvast in fijne vorm als Stewarts ouders. Bondi speelde trouwens ook Stewarts moeder in Of Human Hearts, en dat deed dat later ook nog in Mr. Smith Goes To Washington en It’s A Wonderful Life.

Stewart is een professorenzoon die in rechte lijn ligt om dat professorenschap te erven van de strenge en humorloze Coburn. Tot wanneer Stewart hoteldebotel trouwt met nachtclubzangeres Rogers die hij in New York tegen het lijf loopt. Stewart verzwijgt dat huwelijk voor zijn ouders, en heeft daarna alle moeite om het blijde nieuws te verkondigen zonder dat hij door Coburn wordt gevierendeeld, want Stewart is reeds voorbestemd om met de minder frivole Frances Mercer te huwen.

Het stomp-, krab- en trekgevecht tussen Rogers en Mercer is trouwens het komische hoogtepunt van deze Vivacious Lady, op de voet gevolgd door de dijenkletser waarin Coburn Bondi en Rogers betrapt op een wulpse danspartij. Een leuke en complexloze komedie zoals die in het Hollywood van de jaren dertig met mooie bosjes van de band rolden.