Boyhood
verdeler
acteur/actrice (10)
regisseur (1)
De kans dat er dit jaar een film in de bios verschijnt die meer universele lof krijgt dan Boyhood is zo goed als onbestaand. Negen op tien recensies komen met vijf sterren over de brug, her en der krijg je dissertaties waarin Richard Linklater heilig wordt verklaard en naar het schijnt hebben na de aftiteling ontzettend veel mannen last van stof in het oog. Ook Filmfreak doneert vijf sterren in de Boyhood-databank. Niet dat het een volledig feilloze prent is, het concept en de uitvoering ervan zorgen echter voor een unieke kijkervaring. Extra sterrenstof is er voor iedereen die thuis ‘klein mannen’ heeft rondlopen of graag met een gezonde dosis nostalgie terugkijkt op de ongrijpbare herinnering van de eigen apenjaren.
Boyhood werd gefilmd over een tijdsspanne van twaalf jaar, en toont het opgroeien van Mason (Ellar Coltrane) van zijn zesde tot zijn achttiende. Geen verschillende acteurs dus die Mason vertolken, maar de echte Ellar Coltrane die ouder wordt. Idem dito voor Patricia Arquette en Ethan Hawke - en alle andere acteurs die in verschillende segmenten optreden. Niet dat Linklater twaalf jaar non-stop met dit project bezig was: meestal werd er gewoon tijdens een paar dagen in de zomer gefilmd. In totaal goed voor zo’n veertig dagen opnamewerk, zij het gespreid over twaalf jaar. ’t Mag misschien een gimmick zijn, het is er één met ongelooflijk veel kracht. Het scheelt echt wel dat je naar mensen kijkt die echt ouder worden en niet naar verschillende acteurs die hetzelfde personage vertolken. Of naar dezelfde acteurs met ouderdomsmake-up. De Ethan Hawke en Patricia Arquette die je in het begin te zien krijgt zijn daadwerkelijk twaalf jonger dan die op het eind. Niet de eerste keer dat Linklater experimenteert met het begrip tijd (zie de trilogie Before Sunrise, Before Sunset en Before Midnight), alleen bundelt hij het ditmaal in één film en niet over drie titels die gespreid het vlieden van de tijd toonden met ouder geworden personages.
Waar in de Before-trilogie liefde en verlangen centraal stonden, gaat Boyhood in de eerste plaats over het opgroeien. Tijdens een meanderende speelduur van bijna drie uur (en dat is geen minuut te veel, trouwens) zien we hoe Mason zijn jeugd beleeft. Hij doet dat in een gezin waarvan de moeder (Patricia Arquette) en vader (Ethan Hawke) scheiden. Samen met zijn zus Samantha (vertolkt door Richard Linklaters eigen dochter) blijft hij bij zijn moeder wonen, zijn vader ziet hij soms zelden, soms vaak. Mason slaat zich een weg doorheen de 'slechte keuzes van ersatzvaders' waar moeder Olivia voor valt, wordt groot, pubert en komt uiteindelijk op het punt waarop hij op eigen vleugels verder moet.
En dat is het eigenlijk zowat. Boyhood gaat ogenschijnlijk over niets, maar gaat eigenlijk over veel, om niet te zeggen alles. De essentie van het jonge leven zowaar. Ronduit prachtig is de vaststelling dat Linklater geen heil zoekt in bewust geforceerd-dramatische scharniermomenten. Geen sterfgeval in de familie, niemand die het slechte pad opgaat, geen zwaar aangedikte levenslessen. Linklater gaat voluit voor introspectie: de relatie van Mason met zijn zus, met zijn gescheiden ouders, de eerste en latere verliefdheden, de groei van onbekommerde jongen op een schommel tot een leven in vraag stellende tiener op de drempel van volwassenheid … Linklater ramt er nergens en nooit iets in, en laat alles volkomen natuurlijk en op een menselijke manier in elkaar overvloeien. Dat levert geen narratief gestructureerd geheel op, eerder een wondermooie en los geconstrueerde babbelcarrousel waarin de cast eigen inzichten en bevindingen mocht toevoegen. Kijkers die alles van a tot z uitgetekend willen zien, komen van een kale kermis thuis: Boyhood gaat over wat leeft in het hart van de personages. Een relatie wordt eerder gekenmerkt door lange dialogen dan door kus- en streelscènes op de tonen van commerciële radiohits. Personages verdwijnen vaak voor lange tijd uit beeld (Ethan Hawke bijvoorbeeld), maar telkens als hij een scène mag delen met zijn filmzoon knetteren de emoties van het scherm. Ook de soundtrack is verzorgd en met liefde uitgekozen. De Beatles krijgen een mooi eerbetoon, het werk van Wilco wordt ontleed (enfin, toch minstens een nummer) en tijdens de eindgeneriek nodigt Arcade Fire uit ten dans.
Het resultaat is een in alle geledingen fascinerend meesterwerk dat bij elke visie nieuwe details openbaart en er zelfs in slaagt om per kijkbeurt nog mooier en warmer te worden: als dat geen reden is om je stante pede naar de bios te reppen. De ontroerend breekbare en kippenvel veroorzakende eindobservatie is er trouwens eentje om in te kaderen. Alleen al voor die laatste minuut - de meest rechtgeaarde cinemalevenswijsheid sinds Stampertjes “If you can’t say something nice, don’t say nothing at all” - is “Boyhood” verplichte kost voor iedereen die film en het leven een warm hart toedraagt.
- Winnaar van de Zilveren Beer voor Best Director op het 64ste Internationaal Filmfestival van Berlijn (2014).