Audrey Hepburn
Audrey Kathleen Hepburn-Ruston
acteur/actrice
(16)
Joseph Victor Anthony Hepburn-Ruston, de vader van de in België geboren (!) Audrey Hepburn was de directeur van de Brusselse afdeling van de Bank of England, haar moeder was de barones Ella van Heemstra, een Nederlandse aristocrate. Nadat haar ouders scheidden in 1935 werd ze naar een meisjesschool in Londen gestuurd.
Toen de tweede Wereldoorlog uitbrak was Hepburn op vakantie bij haar moeder in Nederland en moest noodgedwongen een tijd verblijven in een stad die door de Nazi’s was bezet. Ze volgde de lessen in een plaatselijk schooltje en een balletopleiding aan het Conservatorium van Arnhem. Ze werkte ook een tijd voor het Verzet en entertainde de troepen. Dank zij een studiebeurs kon ze hierna naar Londen voor een meer doorgedreven balletopleiding.
In 1948 keerde ze dan terug naar Nederland voor haar filmdebuut.
Ze tekende een contract bij Associated British waar ze als beginnende actrice maximaal werd ondersteund. Audrey Hepburn was een slanke, knappe, sierlijke vrouw waardoor ze heel vlot aanbiedingen kreeg van modefotografen voor modelwerk.
Begin de jaren ’50 sloot ze zich aan bij de acteerlessen van Felix Aylmer en kreeg rolletjes in Engelse films. In 1951 leerde ze op de set van Monte Carlo Baby de Franse schrijfster Colette kennen. Die overtuigde haar om de hoofdrol in het op haar boek gebaseerde toneelstuk Gigi te vertolken op Broadway. Die was zo succesvol dat ze hierna de rol kreeg van een prinses die het belangrijk vindt om tussen de mensen en de bevolking te staan in Roman Holiday (1953), een film waarin ook Gregory Peck speelde en waar ze een Oscar voor won. Zes weken na de Oscar-uitreiking won ze een Tony Award voor haar rol in het Broadway-stuk Ondine. Snel bleek dat ze een voorliefde had voor romantische komedies, drama’s en musicals.
Op 25 september 1954 trouwde ze in het Zwitserse Burgenstock met acteur Mel Ferrer. Ze waren samen te zien in War and Peace (1956) van King Vidor in de respectievelijke rollen van Natasha en Andrei. Ferrer regisseerde later nog Green Mansions waarin Hepburn een rol had. In 1957 was Hepburn te zien in Funny Face, zingend en dansend aan de zijde van Fred Astaire. In 1964 speelde ze de rol van Eliza Doolittle in My Fair Lady, een bloemenmeisje dat makkelijk uitgroeit tot een beschaafd sprekende dame uit de betere kringen. En dat ze ook heel andere rollen aankon bewees ze met haar rol als sensuele halfbloed in The Unforgiven (1960). In 1967 had ze een rol in Two for the Road en het was Hepburn zelf die Henry Mancini vroeg om de filmmuziek te schrijven voor de prent aangezien hij ook al verantwoordelijk was voor de score van haar beste films. Daarenboven was het ook dankzij haar dat men Moon River niet uit de definitieve versie van Breakfast at Tiffany's knipte. Zij was verantwoordelijk voor het nummer van Mancini en Johnny Mercer in de film terwijl men verrassend genoeg besliste dat ze voor My Fair Lady moest gedubd worden (!). Mel Ferrer produceerde ook Wait Until Dark, haar laatste film van de jaren ’60. Daarin speelde ze een geterroriseerde, blinde vrouw. Het paar scheidde op 20 november 1968 en kreeg één kind, Sean, geboren in Luzern op 17 januari 1960. In 1982 zou ze samen met haar zoon te zien in They All Laughed van Peter Bogdanovich.
In juni 1968 raakte Audrey Hepburn, toen ze op cruise was in de omgeving van de Griekse eilanden, aan de praat met een man die ze niet meer herkende van op een feestje begin de jaren '60, het was psychiater/dokter Andrea Dotti. Toen Hepburn uitgenodigd werd op het luxejacht van enkele vrienden van haar werd haar aandacht opnieuw getrokken door de toen 30-jarige Dotti. Die zou haar op 14-jarige leeftijd gezien hebben in Roman Holiday, naar huis gerend zijn en daar verteld hebben dat hij verliefd geworden was op een filmster en er ooit mee zou trouwen. Kerstmis 1968 was het zover, Andrea Dotti vroeg haar ten huwelijk. Ze trouwden op 18 januari 1969 in het stadhuis van Morges in Zwitserland. Audrey droeg een paars kleed, ontworpen door en als cadeau gekregen van Givenchy. Bij de bruidsmeisjes: Doris, toen de vrouw van Yul Brynner en de lesbische actrice Capucine. Voor de plechtigheid waren nauwelijks veertig personen uitgenodigd.
In april 1969 werd Audrey zwanger, op 8 februari 1970 zette ze zoon Luca op de wereld in een ziekenhuis in Lausanne, Zwitserland. Maar hierna ging het op relationeel vlak bergaf met het koppel. Manlief sloeg aan het flirten en na een miskraam probeerde men het huwelijk alsnog terug op de spreekwoordelijke rails te krijgen tijdens een geïmproviseerde huwelijksreis in Hawaii. Het hielp allemaal niet en Audrey begon een affaire met acteur Ben Gazzara maar ook die was van korte duur. Daarna kwam ze in contact met Robert Wolders, de weduwnaar van actrice Merle Oberon. Audrey en Dotti scheidden uiteindelijk in 1982, één jaar nadat ze ging samenwonen met Wolders.
In 1968 was ze te zien in Robin and Marian als de Maagd Marian die op middelbare leeftijd besluit om het nonnenklooster vaarwel te zeggen en met Robin Hood (rol van Sean Connery) seks te hebben in een korenveld. Vanaf dan had ze nog maar weinig rollen en zeker al niet op regelmatige basis.
In 1986 was ze samen met Robert Wagner te zien in de televisiefilm In the Company of Thieves.
Audrey Hepburn heeft heel wat van haar tijd gespendeerd aan zaken die gerelateerd waren aan het goede doel. Ze werd door UNICEF aangesteld als Speciale Ambassadrice.
Kort nadat ze terugkeerde van een missie naar Somalië dat verscheurd was door de oorlog en kreunde onder een verschrikkelijke hongersnood kreeg ze de diagnose van kanker. Ze verloor een korte strijd met de verschrikkelijke ziekte en overleed in 1993 in Tolochenaz (Zwitserland), in aanwezigheid van Robert Swolders en zijn twee zonen, vier dagen later werd ze begraven.
Het was haar zoon Sean die, slechts enkele maanden na haar dood, de Jean Hersholt Humanitarian Award in ontvangst nam tijdens de Oscar-ceremonie.
Er werden heel wat boeken geschreven over Audrey Hepburn, we vermelden de belangrijkste: A Biography Of Audrey Hepburn van Charles HIgham (1986), Audrey: An Intimate Portrait van Diana Maychick (1994) en Audrey: Her Real Story van Alexander Walker, uitgebracht in 1995.
Oscars ® 1962 | Genomineerd | Beste actrice in een hoofdrolActress | Breakfast at Tiffany's |
Oscars ® 1960 | Genomineerd | Beste actrice in een hoofdrolActress | The Nun's Story |
Oscars ® 1955 | Genomineerd | Beste actrice in een hoofdrolActress | Sabrina |
Oscars ® 1954 | Gewonnen | Beste actrice in een hoofdrolActress | Roman Holiday |