Wanneer in het Nakatomo gebouw een blanke vrouw vermoord wordt aangetroffen, staat het voltallige politiekorps van L.A. in rep en roer.  Het zou voor minder, daar er bij de Nakatomezen net een feestje aan de gang was, waarop de complete maatpakken dragende zakenwereld vertegenwoordigd was.

Luitenant Web Smith (Wesley Snipes) krijgt het onderzoek onder zijn neus geschoven, en wordt bijgestaan door speurder buiten categorie John Connor (Sean Connery) die een flink aantal jaren doorbracht op het continent van de rijzende zon, en vertrouwd is met de Japanse riten en gebruiken.

Wat op het eerste zicht een passionele moord leek, lijkt algauw echter politiek en financieel gekleurd.  Smith en Connor verzeilen in een wespennest en lopen daarbij zowel de Japanners, de Amerikanen als zichzelf voor de voeten...

Philip Kaufman, de laatste jaren vooral actief in de loodzware literatuurverfilmingen (The Unbearable Lightness of Being, Henry & June) zoekt het deze keer in de sector van de lichtere filmkunde, al ligt andermaal een roman aan de basis. 

Geschreven door Jurassic Park miljonair Michael Crichton biedt Rising Sun een stevige voedingsbodem voor de benodigde technologische hoogstandjes die het conventionele detectivegegeven een duwtje in de rug geven.  Het resultaat is een onderhoudend en professioneel in elkaar gebokst spektakel, met genoeg wendingen en tempoveranderingen om twee bevredigende uren in het cinemadonker achter de kiezen te stoppen.  De sanitaire behoeften laat je dan ook maar beter voor de begintitels de vrije loop, anders zou je wel eens een rafeltje van de verhaaldraad kunnen mislopen.