Labyrinthus (DVD)

Goed
Labyrinthus (DVD)
2014
20/11/2014
dvd
94 minuten
familiefilm
16:09

acteur/actrice (9)

Ivan Pecnik Ivan Pecnik →  Eddy
Spencer Bogaert →  Frikke
Felix Maesschalck →  Marko
Emma Verlinden →  Nola
Pepijn Caudron →  Rudolf
Herwig Ilegems →  Mijnheer Arnolds
Tine Embrechts →  Tilde
Nell Cattrysse →  Dorien
Pommelien Thijs →  Miranda

regisseur (1)

Douglas Boswell

producent (2)

Peter Bouckaert Peter Bouckaert
Bart Van Langendonck
Labyrinthus

’t Mag dan wel crisis zijn in de cinemasector, als er een niche is waar die zich niet – of toch niet veel – laat voelen is het die van de kinderfilms. Het aantal animatiefilms dat jaarlijks de zalen haalt is nauwelijks bij te houden, en het gaat al lang niet meer alleen om Amerikaanse producties. De verdelers slaan ons inmiddels ook met Europese CGI-animatiefilms om de oren, en dan zijn er ook nog de gezinsfilms met mensen van vlees en bloed die om de biosaandacht van families en kinderen hengelen. Eén van de beste jeugdfilms die dit jaar op het witte doek te zien was, is er zowaar een van eigen bodem. Helaas bleef hij wat onder de radar van het grote publiek, maar met de jaarlijkse intrede van de sint, de kerstman en vrijgevige oma’s en opa’s in het verschiet is de kans vrij groot dat “Labyrinthus” op blinkend schijfjesformaat alsnog een groter publiek vindt. ’t Zal alleszins verdiend zijn.

“Labyrinthus” katapulteerde ons alvast terug naar onze kinderjaren. Wie net als wij als kind van de Lage Landen circa eind jaren zeventig en begin jaren tachtig opgroeide, kon niet om Karst van der Meulen heen. Wie dat willens nillens wel moest doen heeft een belangrijk stuk van die jeugdbeleving gemist. Met titels als “Peter En De Vliegende Autobus”, “De Bende Van Hiernaast” en “Martijn En De Magiër” filmde van der Meulen een rijk scala aan uitstekende jeugdfilms bij elkaar, gemodelleerd naar het zogenaamde Scandinavisch model waarin – dixit van der Meulen – de jeugdfilm als een serieus genre werd beschouwd. De brave man staat inmiddels al twintig jaar op non-actief, en elke (jeugd)film die de geur en smaak van zijn nog lang niet vergeten parels weet te evoceren verdient op zijn minst een aai en lik van de zevendekunstpoes.

“Labyrinthus” is zo’n prijsbeest, en dat komt niet eens door de vele digitale effecten (kaartenhuizen, boekendoolhoven, krantentorens en de meest verraderlijke hangbrug sinds die uit “Indiana Jones And The Temple Of Doom”) die als “voor de eerste keer in Vlaanderen”-lokvogel worden gebruikt. De echte koopwaar is de manier waarop regisseur Douglas Boswell en scenarist Pierre De Clercq een eigentijds avontuur voor de Ketnetgeneratie een flair meegeven die veel verder gaat dan wat als 'gamefilm' wordt omschreven.

Labyrinthus

De veertienjarige Frikke (debutant Spencer Bogaert) komt na een bijna-aanrijding met een fietser in het bezit van een geheimzinnige kubusvormige zwarte fotodoos. Wanneer hij die aan zijn computer koppelt, activeert hij een computerspel waarin hij communiceert met ene Peck. Die stuurt hem een handleiding door, en Frikke leert dat alles wat je met de fotobox fotografeert in het spel verschijnt. De huiskat bijvoorbeeld. Frikke ontdekt dat de kat daar in het echte leven de gevolgen van draagt: nadat hij het dier fotografeerde lijkt het wel in een doodsslaap te zijn gevallen. Tot zijn eigen verbazing ziet Frikke hoe Nola (de eveneens debuterende Emma Verlinden), een meisje van zijn leeftijd, in het spel gevangen zit. Peck waarschuwt Frikke dat Nola onherroepelijk sterft als hij hem niet helpt om een code te ontcijferen. Wanneer Frikke uitvist dat Nola een meisje is dat met een onverklaarbare coma in het ziekenhuis ligt terwijl ze een pion is in het spel, beseft hij meteen dat het menens is. Hij is de enige die Nola veilig uit het spel kan loodsen en uit haar coma kan halen, als hij tenminste de snoodaard Peck te slim af is. Tussendoor probeert Frikke uit te pluizen wie de ontwerper van het spel is.

Voor Boswell is “Labyrinthus” een geslaagd langspeeldebuut: dusver was hij aan de slag als regisseur van kortfilms en televisiereeksen (met episodes van o.a. 'Wittekerke', 'Emma', 'LouisLouise', 'David' en 'De Elfenheuvel'). De Clercq (scenarist van reeksen als “Windkracht 10” en “Flikken”) toont aan dat “Hasta La Vista” geen toevalstreffer was en “Halfweg” hopelijk een halve uitschuiver. Samen toont dit tweetal alvast te weten hoe een geslaagde en gelaagde jeugd-/familiefilm er moet uitzien. Het project ging al zo’n goeie zeven jaar terug van start: toen kreeg Boswell een eerste scenarioversie van De Clercq te lezen en hij zag er meteen het potentieel van in. Toen de productiehuizen Savage Film (“Rundskop”) en Eyeworks (“De Zaak Alzheimer”, “Tot Altijd”, “Het Vonnis”, “De Behandeling”) de handen in elkaar sloegen tijdens de productiefase, was meteen duidelijk dat veel mensen in het welslagen geloofden. De opnames vonden in de zomer van 2013 plaats in Gent, en vervolgens spendeerde Boswell ruim acht maanden samen met een team van zo’n vijftien animatoren/effectenmedewerkers aan de postproductie. Kwestie van de vele (driedimensionale) groene schermen digitaal te kunnen inkleuren met de fantasiewereld die hij en De Clercq voor ogen hadden.

Labyrinthus

Klinkt allemaal hightech, maar dat is het dus eigenlijk niet. De CGI ziet er in de eerste plaats “oud en klassiek” uit (je zal nooit de neiging hebben om te geloven dat je in het “Transformers”-universum bent aanbeland), en dat is nou net een deel van de charme. Voor de tienjarige van vandaag heeft die wereld net de juiste panache om mee te zijn, voor de begeleidende (of zelfstandig binnengeglipte) volwassene zijn er genoeg raakpunten met hun eigen jeugdjaren. Mooi is hoe de effecten in de eerste plaats het verhaal dienen en niet omgekeerd. Zo is “Labyrinthus” op zijn charmantst tijdens de scènes die zich niet in het spel afspelen: Gent zag er nog nooit zo mysterieus uit, of het zou in Roland Verhaverts “Malpertuis” moeten zijn.

Helemaal waterdicht is “Labyrinthus” niet. Zo wordt het hoe en waarom van het centrale computerspel nooit afdoend uit de doeken gedaan. Waarom de bedenker het bedacht en welke bedoeling hij er mee had is nooit duidelijk. Het kan zowel uit verveling als uit een “rattenvanger van Hamelen”-complex zijn. “Gebruikt hij nu ook al kinderen in het spel” is een zinsnede die het allemaal op een bepaald moment weliswaar even kadert, verdere uitleg komt er niet. Die lapsus/tekortkoming doet echter niets af aan het vertier dat “Labyrinthus” biedt aan jong en oud. De schwung, de sympathie voor de geijkte ingrediënten van de jeugdcinema (inclusief superslimme hond) en het mooie spel van de cast (nieuwkomers Bogaert en Verlinden op kop) maken van “Labyrinthus” zonder meer fijn familie-entertainment.

Hoe kwamen de digitale effecten tot stand ?  Hoe werden Bogaert, Verlinden en de andere kinderen gescout ?  Viel het mee om al dat jong geweld te regisseren en zagen de effecten er even goed uit als Boswell voor ogen had toen hij voor het project tekende ?  Allemaal interessante vragen die erom smeken om beantwoord te worden in de extra’s. Een smeekbede die niet werd verhoord daar de extra’s zich beperken tot de trailer. En dat is mager, gezien dat het om een binnenlandse film gaat die best wel wat extra promo kan gebruiken. Een gemiste kans dus om de nieuwsgierige aagjes wat duiding te geven over de wondere wereld van “Labyrinthus”.

Alex De Rouck
Slecht

 

Extra's

  • Trailer (2’ 01”)