The Flash
verdeler
acteur/actrice (9)
regisseur (1)
producent (2)
uitvoerend producent (4)
director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)
Als Marvel een multiversum heeft, willen wij er ook een. Dat lijkt zowat de onderliggende gedachte bij DC om eveneens met een film op de proppen te komen die zich in verschillende tijdlijnen afspeelt. Al klopt deze openingszet niet volledig. Excuses, oh potentieel geschoffeerde DC-nerd. DC put voor The Flash immers grotendeels uit de uit 2011 stammende comicreeks Flashpoint waarin Barney Allen in alternerende paradoxen verzeilt. Maar toch … het is moeilijk om The Flash volledig los te zien van Marvels multiversumfilms en al zeker niet van Spider-Man: No Way Home waarin ook acteurs van verschillende franchises naast elkaar opdoken.
Beginnen bij het begin dan maar? Dusver slaagden ze er bij Warner enkel maar in om hun snellerdansupersnelle superheld The Flash hoofdrolonderdak te geven in twee televisiereeksen. Een in 1990 (1 seizoen) en een in 2014 (9 seizoenen). Een alleenstaande film rond The Flash bleef in de productiemallemolen zitten. Zo sneuvelde er onder meer een versie die David S. Goyer zou regisseren met Ryan Reynolds in de titelrol. In de plooien vallen deed wat The Flash zou worden eigenlijk pas nadat het DC Extended Universe vorm had gekregen. Toen ging de rol van de flitsende superheld naar Ezra Miller, die deel mocht uitmaken van superheldenclub Justice League en door zijn rol daar en eerdere cameo’s in Batman V Superman: Dawn Of Justice en Suicide Squad voet aan grond kreeg.
Niet dat alles productioneel toen van een leien dakje liep: regisseurs en scenaristen kwamen en gingen, en pas na veel vijven, zessen en zevenen werd er afgeklokt op een werkbaar script. En werd Andy Muschietti – hij die Stephen Kings Derry-avontuur It in twee langspelers wist te proppen – bereid gevonden de regie op zich te nemen. En nog waren de problemen niet van de baan met het op vinkenslag liggende COVID-19 en het erratische en breed in de media uitgesmeerde wangedrag – van stalking tot potentiële ontvoering en zowat alles er tussen in – van Miller die publiekelijk verklaarde zich te laten behandelen voor zijn mentale problemen. Even zag het er daardoor naar uit dat de film niet zou worden uitgebracht of dat er een vervanger voor Miller moest worden gezocht. Maar Warner besloot toch maar om alles met de commerciële mantel der liefde te bedekken en … abracadabra voilà: The Flash werd alsnog de dertiende titel uit het DCEU.
Een titel die bij aanvang een link legt met Justice League en er gaandeweg Warners en DC’s zo goed als volledige Superman- en Batman-catalogus weet bij te sleuren. Met als fanbedruipend hoogtepunt Michael Keatons terugkeer als Bruce Wayne/Batman. Al is hij niet de enige die opduikt: ook andere Batmanacteurs passeren de revue en via deep- en andere faketechnologieën worden er zelfs doden terug tot leven gewekt. Kwijlvoer voor de comicfan dus, maar filmisch is het toch maar meh, pfuh en tja. Vooral omdat de rek toch wat uit al die comicadaptaties aan het geraken is – voor zover die er al niet uit is. En dat is hier eigenlijk pijnlijk zichtbaar.
Potentieel zou dit immers een amusante tong in de kaak-komedie kunnen zijn, maar door alles te laten verzanden in de zoveelste CGI-pandemie schiet The Flash zichzelf in de voet en het staartbeen. In plaats van Back to the Future te parafraseren, hadden de makers er beter een stichtend voorbeeld aan genomen. Flashy Allen verlaat zijn eigen tijdslijn – waar Batman eruitziet als Ben Affleck – om terug te keren naar het verleden in de hoop de moord op zijn moeder – waar tot overmaat van ramp zijn vader onschuldig voor in de cel zit – te voorkomen. In dat verleden loopt Allen een jongere versie van zichzelf tegen het lijf en verliest hij zijn krachten – terwijl zijn jongere zelf die wel nog heeft. In datzelfde verleden ziet Batman er dan weer uit als een Burtoneske Keaton. En die besluit om de twee Allens te helpen om de tijdlijnen terug recht te zetten. Maar daarvoor moeten ze op zoek naar de van de aardbol verdwenen Superman, en samen met Supergirl (Sasha Calle) de terug opduikende wraakzuchtige Generaal Zod (Michael Shannon op reprise) van zich weten af te schudden. Of zoiets, details zijn zelden belangrijk in comicfilms. Dat de wereld moet gered worden van een megalomane superschurk, daar komt het uiteindelijk (alweer) op neer.
Het beste stuk van The Flash is het eerste halfuur: omdat het potentieel voor een gezapig avonturenverhaal er dan nog is, en omdat Miller blijk heeft kaas te hebben gegeten van komische timing. Hoe verder de film vordert, hoe meer dat potentieel verdwijnt. En dat is vooral jammer voor Keaton die er eigenlijk voor spek en bonen bijloopt en zelfs nauwelijks een poging mag of kan doen om wat laconiek poer in het gat te duwen. Of hoe The Flash verloren loopt in hoogdravende serieuzigheid en zompende schrijvelarij. En in een pedante GCI-brij.
Een gemiste kans dus om nog eens een comicfilm af te leveren die meer doet dan anderen achternalopen. Could have been a contender, maar eindigt als een stuiterbalwarwinkel.
16-06-2023 | Plaats 1 | $ 55.043.769 |
23-06-2023 | Plaats 3 | $ 15.265.000 |
30-06-2023 | Plaats 8 | $ 5.236.730 |