La Piel Que Habito (DVD)
regisseur (1)
Net zoals goede wijn geen krans behoeft, is het waarschijnlijk niet nodig dat we Pedro Almodovar nog eens uitgebreid introduceren. De man die (na een reeks kortfilms) in 1978 debuteerde met “Folle… Folle… Folleme Tim” en met “La Piel Que Habito” aan zijn negentiende langspeler toe is, heeft zich zowat opgewerkt als de meest bekende Spaanse regisseur van zijn generatie. Of hij ook de beste is, moet ieder maar voor zichzelf uitmaken. Almodovar verstaat immers de kunst om onbetwistbare meesterwerken af te wisselen met minder geslaagde werkstukken, en dat levert een nogal hobbelige carrière op.
Wat vast staat is dat een nieuwe Almodovar steeds een heuse belevenis is, al is het maar omdat je nooit echt op voorhand weet uit welk vaatje de man gaat tappen. Volgend jaar komt trouwens zijn twintigste prent “Los Amantes Pasajeros” (internationale Engelse titel: “I’m So Excited”) uit, met in de hoofdrollen Penélope Cruz, Antonio Banderas en Paz Vega. Meteen de eerste keer dat Cruz en Banderas samen in een film van Almodovar zullen te zien zijn.
“La Piel Que Habito” (waarin de cineast voor de vijfde keer samenwerkt met Banderas, en dit na een hiatus van maar liefst 21 jaar) is één van de meest bevreemdende prenten uit Almodovars oeuvre. Sinds lange tijd begeeft hij zich nog eens op het thriller-/horrorpad, maar een nieuwe “Matador” is het helaas niet geworden. Waarmee we niet zeggen dat “The Skin I Live In” (de Engelse titel waaronder de film werd uitgebracht) een mislukt project is. Eerder een curiosum dat niet volledig aan de verwachtingen voldoet, en waar goede ideeën nogal eens verloren lopen in een onevenwichtige uitvoering.
Almodovar liet zich voor dit kijkstuk overduidelijk beïnvloeden door de Franse horrorklassieker “Les Yeux Sans Visage” van Georges Franju, en haalt daarnaast nog mosterd bij Alfred Hitchcock en Fritz Lang, en zelfs bij Italiaanse gruwelcineasten als Dario Argento en Lucio Fulci. Al moet je wel hevig fan zijn van de B-cinema om de referenties naar de laatste twee eruit te halen.
“La Piel Que Habito” is een bewerking van de misdaadroman “Mygale” (ook bekend onder de naam “Tarantula”) van de Franse auteur Thierry Jonquet. Almodovar volgt het boek echter niet slaafs, maar legt nogal wat eigen accenten. De huidchirurg Robert Ledgard (Antonio Banderas) slaagde erin om een artificiële huid te ontwerpen. Een beetje zoals Peyton Westlake in “Darkman”, met dit verschil dat de huid het hier langer uithoudt dan negentig minuten. Ledgards huid is bestand tegen brandwonden en mag je dus gerust een medisch mirakel noemen. Helemaal koosjer ging Ledgard niet te werk: wanneer blijkt dat hij clandestiene tests uitvoerde op menselijke proefkonijnen, zet de medische raad een stop op het project. En dan weten ze nog niet dat hij op zijn landgoed de jonge Vera (Elena Ayana) vasthoudt. Wie Vera echt is en waarom Ledgard haar heeft opgesloten, wordt gaandeweg duidelijk. Een mysterie dat de hoeksteen vormt voor wat tegelijkertijd een thriller en melodrama is.
Almodovar laat heel wat van zijn gebruikelijke stijlkenmerken achterwege. Ditmaal geen kleuren of groteske personages dus, al is die ene kwiet in zijn tijgerpak bezwaarlijk normaal te noemen. Die soberheid is niet toevallig: “La Piel Que Habito” oogt als een psychologische thriller en Almodovar houdt het mysterie strak met een berekend klinische in plaats van flamboyante cameravoering. En daar wringt gedeeltelijk het schoentje: je voelt dat Almodovar graag uit die steriele cocon wil breken, maar zichzelf verbiedt om echt uit de band te springen. Waardoor de film nooit echt mooi in elkaar schuift. Door het hoge bizarre karakter (inclusief het venijn in de staart) zullen fans van Almodovar die hem liever in een komische/romantische bui zien, waarschijnlijk maar moeilijk hun draai vinden. Een makkelijke zit is dit dus niet, maar wie volhoudt mag zich schrap zetten voor een al bij al interessante rollercoasterrit van één de meest fascinerende Europese regisseurs die momenteel actief zijn.