Cry Macho
verdeler
acteur/actrice (8)
regisseur (1)
uitvoerend producent (1)
director of photography (1)
scenarist (2)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
artdirector (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)
I don’t know how to cure old. De meest pertinente, treffende en zelfs ontroerende zinsnede uit wat misschien de bioscoopzwanenzang zal zijn van de momenteel 91 lentes tellende icoon der iconen Clint Eastwood. Het lijkt op een zinnetje in de zijlijn, maar eigenlijk vat het naast deze Cry Macho ook de volledige herfst- en wintercarrière van Eastwood mooi samen. Gewoon doorgaan tot aan het gaatje blijkt zijn beste medicijn tegen de oude dag. Hij weet misschien niet hoe hij oud moet genezen, maar wel degelijk hoe het te helen.
Want oud … ja, dat was Eastwood hier wel natuurlijk. En dat zie en voel je ook aan Cry Macho. Waar je in zijn vorige en schromelijk onderschatte worp Richard Jewell nog de krijtlijnen van een jonge regisseur kon ontwaren, lukt dat hier helaas niet meer. Cry Macho is hoe je het ook draait, keert en opnieuw draait een oude film. Ironisch genoeg is het een meer treffende ‘afsluitfilm’ dan Richard Jewell. Net omdat Eastwood hier zelf lijfelijk aanwezig is en een personage vertolkt dat een perfecte bejaarde versie zou kunnen zijn van talloze andere door hem vertolkte personages. In die optiek is dit een coda bij zijn vorige laatste film als acteur The Mule waar hij ook al een bejaarde versie van zijn backcatalogus op het scherm bracht.
Die film uit 2018 was eigenlijk nog een stevige ensemblefilm, in Cry Macho is Eastwood de enige acteur van dienst die echt bekend is. Uit eerbied voor Clints grijze haren en omdat hij perfect binnen de krijtlijnen van zijn eigen oeramerikaanse personificatie blijft is het een vertolking die eerder sympathie opwekt dan medelijden uitlokt. En dat geldt eigenlijk voor de hele film.
Een film die trouwens lang in omloop was, zoals dat heet. Zozeer zelfs dat Eastwood in het tweede deel van de jaren tachtig al de kans kreeg om de hoofdrol te vertolken, maar hij gaf toen de voorkeur aan de vijfde Dirty Harry-film The Dead Pool. Cry Macho is eigenlijk het geesteskind van scenarist N. Richard Nash, die onder meer het script van de Gershwin-verfilming Porgy And Bess op zijn conto heeft staan. Begin jaren zeventig schreef hij Cry Macho, maar hij kreeg zijn script niet verkocht. Waarop hij dan maar besloot om het in romanvorm te gieten en die boekversie verscheen in 1975. Waarop het verhaal alsnog werd opgepikt in Hollywood, meer bepaald door producent Albert S. Ruddy - inmiddels net als Eastwood 91 jaar trouwens. Niet de minste die Ruddy, want op zijn cv prijken titels als The Godfather, The Longest Yard en wel ja The Cannonball Run. Nadat Eastwood eind jaren tachtig het project afwimpelde kwam het achtereenvolgens bij onder meer Roy Scheider en Burt Lancaster terecht. En uiteindelijk bij Arnold Schwarzenegger. Die gaf hier zelfs de voorkeur aan boven een eventuele Westworld-remake. Na wat vertraging door zijn verkiezing als Guvernator kon de film uit de startblokken schieten met Brad Furman als regisseur. Maar uiteindelijk ging de stop toch terug in het project toen Schwarzenegger privélevenkatten te geselen kreeg door heisa rond een buitenechtelijke affaire en buitenechtelijk kind. Waardoor het project - alsof het zo moest zijn - toch nog bij Eastwood terechtkwam, nog steeds met Ruddy aan het roer. Al bij al: schoon, dat traject.
En Eastwood cast zichzelf eigenlijk best wel treffend als ex-rodeoster die van Texas naar Mexico reist om daar de tienerzoon van zijn vroegere baas te ‘ontvoeren’ omdat hij bij zijn moeder wordt mishandeld. Zou spannend kunnen worden denk je misschien, maar dat doet het niet. Elke vorm van conflict of spanning leidt op zich naar een anticlimax waarin bitter weinig tot niets gebeurt. Al mag Eastwood wel een vuistslag uitdelen, een geestige oneliner debiteren en een paar keer loensen naar de haan in de bijrol, in het echt trouwens vertolkt door elf hanen. Waarvan er vast eentje de voorste was.
Heel waarschijnlijk was Cry Macho misschien wel een betere film geweest indien hij door een vitalere regisseur was gemaakt. Maar eigenlijk is dat naast de kwestie: Eastwood heeft sinds het begin van de jaren zeventig geen enkele film gemaakt waar hij niet productioneel of als regisseur of als acteur of als beide bij betrokken was. Dat hij dit project niet heeft uitbesteed maar het volledig als een film van zichzelf heeft geconcipieerd siert hem zelfs. En ook al valt dit bezwaarlijk een sterke film te noemen, als in zelfreflectie gespiegelde brok sentiment waarin de vergankelijkheid van alles wat ademt voelbaar op het voorplan staat is dit sowieso een film die respect afdwingt. Ook al is de relevantie van de film an sich duidelijker voelbaar in de omkadering dan in het uiteindelijke resultaat, zelfs met een mindere worp kan Eastwood bewijzen een van Amerika’s beste en meest productieve filmmakers aller tijden te zijn. En misschien wel de meest onafhankelijke binnen het studiosysteem opererende cineast die Hollywood ooit heeft gekend. Laat maar vloeien, die traan.
17-09-2021 | Plaats 3 | $ 4.426.161 |
24-09-2021 | Plaats 5 | $ 2.047.054 |