Wonder Wheel
verdeler
acteur/actrice (15)
regisseur (1)
producent (3)
director of photography (1)
uitvoerend producent (3)
scenarist (1)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
Wandelganggeruchten sturen de tijding de wereld in dat “Wonder Wheel” de voorlaatste film is waarbij ‘Written and directed by Woody Allen’ in witte Windsor EF Light Condensed letters op een zwarte achtergrond zal staan. Al kan het ook de laatste zijn: misschien wordt het momenteel in postproductie zijnde “A Rainy Day In New York” niet eens uitgebracht nu hoofrolspelers Timothée Chalamet (“Call Me Be Your Name”) en Rebecca Hall zich openlijk van de film distantieerden. Een klimaat waarin het voor Allen moeilijk wordt om nog andere acteurs – en geldschieters – te vinden voor nog meer films. De kans dat het over en uit is voor de inmiddels 82-jarige Allen is dus reëel. Backlash rond zijn vaak dubieuze privéleven dat zich in hashtagtijden niet zo maar onder de mat der vergetelheid laat vegen.
Geen goed gesternte dus waaronder “Wonder Wheel” de zalen binnensijpelt. Net als Allens vorige - het onderschatte en aardig wegkijkende “Café Society” - is dit een periodestuk. Weliswaar geen die zich afspeelt in het socialitemilieu van de jaren dertig, maar de verhaalzeilen strijkt in het Coney Island van de jaren vijftig. En daarbij alle blijspelconventies links laat liggen. Dit is immers een Allen die terug onbeschaamd de dramakaart trekt, net als in de periode waarin hij met Ingmar Bergman dweepte, of in later werk als “Match Point” en “Blue Jasmine”. De misèrekant van het leven, cynisch belicht en met weinig kans op redemptie.
Centraal staat Ginny (Kate Winslet) een ongelukkig gehuwde vrouw die samen met haar tweede echtgenoot, de dikbuikerige man Humpty (Jim Belushi) in het carrouselepicentrum van Coney Island woont. Ook haar steeds maar weer brandstichtend zoontje uit haar eerste huwelijk woont bij hen in. En plots staat Carolina (Juno Temple) op de stoep, Humpty’s 26-jarige dochter uit diens eerste huwelijk. Caroline trouwde met een gangster, en moest het door haar loslippigheid tegenover de FBI op een lopen zetten voor haar man en diens moordende maffiabrigade. In de hoop dat ze bij haar vader veilig is, probeert Caroline bij hem een (transit)leven op te bouwen. Niet naar de zin van Ginny, daar Caroline haar ogen laat vallen op strandredder Mickey (Justin Timberlake), quasi net op hetzelfde moment dat Ginny hem aan de haak wil slaan.
Allen doet weinig moeite om te verhullen waar hij de inspiratie vond voor “Wonder Wheel”. In het tijdperk waarin hij zijn plot neerpootte om precies te zijn. De jaren vijftig dus, het decennium waarin melodramamaestro Tennessee Williams successen oogstte met broeierige en vaak controversiële familiedrama’s. “Wonder Wheel” zou zelfs een verhaal van Williams kunnen zijn: het karakter van Ginny als matrone met diva-allures wordt door Winslet glorieus vertolkt als betrof het een groepsreïncarnatie van drankorgelvertolkingen waar Elizabeth Taylor, Joan Crawford en Bette Davis een draaidoppatent op hadden. Ook Belushi, Temple en Timberlake vinden de juiste groef om mee te draaien in het dramawiel. Al mag er onderhuids wel gelachen worden: Timberlake laat zich als aspirant-schrijver naar eigen zeggen de aandacht van de twee totaal verschillende vrouwen welgevallen omdat hij zowel een poëtische als prozaïsche kant heeft. Ja ja.
Plotafwikkeling is nooit echt Allens sterkste kant geweest. Tal zijn de films in zijn oeuvre die abrupt stoppen, soms leek het zelfs alsof de filmspoel plots op was. Die relatieve slordigheid steekt ook hier de kop op. Dat aan het slot het lot van sommige personages niet duidelijk is afgelijnd, tot daar aan toe. Maar de confrontatie tussen Winslet en Timberlake oogt te theatraal om als emotioneel hoogtepunt dienst te kunnen doen. En zo zijn er nog wel wat momenten die ervoor zorgen dat “Wonder Wheel” zijn potentieel niet volledig lijkt waar te maken.
Al is er wel een mooie mantel der liefde om de mindere punten mee te bedekken. Het camerawerk van Vittorio Storaro op kop. Het in neon badende en daglichterende kleurenpalet dat de drievoudige Oscarwinnende veteraan uit de camera tovert is een streling voor het oog. Ook de bewust toneelmatig ogende claustrofobieset van Ginny’s en Humpty’s huis zorgt ervoor dat je de egocentrische en bijna bipolaire bokkensprongen van Winslet kan begrijpen, of toch in elk geval plaatsen. En ook de immer bewegende kermisattractieachtergrond zorgt voor een sfeerscheppende couleur locale die “Wonder Wheel” op koers houdt.
Of hoe Allen zonder een echt grote film af te leveren, toch opnieuw een werkstuk aflevert dat gezien mag worden. Laat die regendag in New York maar komen.