Winnie-the-Pooh: Blood and Honey II

Matig
Winnie-the-Pooh: Blood and Honey II poster
2024
25/09/2024
langspeelfilm
93 minuten
horror

verdeler

MCO Film

acteur/actrice (1)

Scott Chambers → Christopher Robin

regisseur (1)

Rhys Frake-Waterfield

producent (1)

Scott Chambers

scenarist (1)

Matt Leslie
Winnie-the-Pooh: Blood and Honey II

Een beetje vrede, een beetje liefde voor de wereld waarop we wonen … noch de vrede, noch de liefde waren te vinden in de recensie van Winnie-the-Pooh: Blood And Honey. Een film die zo slecht was dat er vorig jaar speciaal tonnen vitriool uit Venijnistan zijn aangevoerd om te duiden hoe slecht.

Die ene ton teveel is geen miskoop. Rhys Frake-Waterfield is immers nog niet aan het eind van zijn slasherlatijn. Wat er nog over was kan nu alvast netjes worden uitgegoten over Blood and Honey II, daar ook aan deze film een ferm reukje hangt. Eerlijk is fair en fair is eerlijk: het is een betere film dan zijn voorganger. Maar het is nog steeds kut met beren.

Winnie-the-Pooh: Blood and Honey II

Na het relatieve succes van de eerste Blood and Honey besloot Frake-Waterfield aan schaalvergroting te doen en stampte hij prompt het Poohniverse of het Twisted Childhood Universe uit zijn botten. Daarmee aanduidend dat hij de smaak te pakken had om nog meer bloederige Winnie-The-Pooh films te draaien, en om nog andere personages waarvan de rechten publiek domein zijn én die ooit door Disney zijn verfilmd in dat universum onder te brengen. Komen er dus aan, tenzij Sinterklaas, de Kerstman en de paashaas ze onderscheppen om ze vervolgens schop-onder-de-kontgewijs naar het hellevuur te sjotten: Peter Pan’s Neverland Nightmare, Bambi: The Reckoning en Pinocchio: Unstrung. Oh jeetje.

Ook Blood and Honey III zal er ooit van komen, daar deze sequel tijdens zijn biosrelease bijna twee keer zoveel opbracht als de voorganger een jaar eerder. En nog steeds kostte de prent maar een appel en twee eieren. Of zoals dat boodschappenmandje in Hollywood heet: vijfhonderdduizend dollar. En dat zijn er toch al vierhonderdduizend meer dan het origineel die voor een halve appel en een kwart ei werd gefilmd

Winnie-the-Pooh: Blood and Honey II

Edoch, zoals reeds ergens op de letterhoop gesmeten: de sequel is een tikkel beter dan de voorganger. Pooh en Piglet krijgen ditmaal bijstand van Owl en Tigger, en de moorddadigaards zetten hun bloeddorstige zinnen naast het Hundred Acre Wood ditmaal ook op het gehucht Ashdown, de woonplaats van Christopher Robin. Dat is nog steeds degene die Pooh en zijn zotte bende het liefst van al over de kling willen jagen. De reden daarvoor, of toch een van de redenen? Omdat Frake-Waterfield iets teveel naar Halloween heeft gekeken en hij en scenarist Matt Leslie besloten om van Robin en Pooh twee broers te maken. Jawel, geen zever, echt waar. Alleen al die stoethaspelbocht maakt dit de ‘betere’ film van de twee. En de harde gore – hoe afstompend die ook mag zijn – zal ook wel een paar hoeraroepers opleveren. Dat Frake-Waterfield met zijn Poohniverse traag maar zeker een fanclub aan het opbouwen is, is nu eigenlijk al duidelijk. Maar kwalitatief stelt het allemaal niet veel voor.

Ook niet echt denderend: de vertolking van Scott Chambers als Christopher Robin. Hoekig acteren heeft niet altijd zijn charme. Opvallend wel is dat Chambers een van de producenten is van deze bloederige Poeh-affaires, zij het daar onder de naam Scott Jeffrey.

Blood and Honey II is in tegenstelling tot Blood and Honey I niet slechter dan slecht, waardoor het je vergeven is als je besluit om hem in een zotte bui eens te bekijken. Maar enkel nadat eerst War and Peace, The Name of The Rose en Tiny in het Pretpark volledig zijn uitgelezen. Dan mag het.

Alex De Rouck