Rhinestone
verdeler
acteur/actrice (5)
regisseur (1)
producent (2)
uitvoerend producent (2)
director of photography (1)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
componist (1)
In de reeks ‘wie dacht wat op welk moment en waarom’: Rhinestone, waarin Sylvester Stallone het onder de vleugels van Dolly Parton probeert te maken als country en western-zanger. Er zijn er al voor minder met een sportvliegtuigje naar beneden gestort.
De plot is simpel als poep: Parton is hostess en zangeres in een C&W-club in hartje New York die eigendom is van de geile macho Ron Leibman. Leibman biedt haar de kans om op eigen vleugels te vliegen als ze van de eerste de beste average Joe die ze tegenkomt op twee weken tijd een volwaardig chanteur kan maken. Average Joe blijkt average Sly te zijn en dat levert een fiks aantal tenenkrommende scènes op. Dat Stallone voor de moeite een Razzie Award kreeg voor slechtste mannelijke hoofdrol stond gewoon in de sterren geschreven.
Nochtans had Stallone aanvankelijk veel liefde voor het project. Naar verluidt zelfs zoveel liefde dat hij de hoofdrol in Romancing the Stone liet schieten om in deze film te kunnen aantreden. Waarvoor phew en dank. Ook het spaaklopen van zijn aanwezigheid in Beverly Hills Cop effende zijn Rhinestonepad. Een film die volgens Stallone in het begin veel meer gravitas had, al was het maar omdat Mike Nichols geacht werd de prent te regisseren. Wat niet gebeurde: Bob Clark werd in de slipstream van zijn Porky’s-succes de ingehuurde kracht van dienst. En tegen dan had Stallone ook het originele script onder handen genomen. Niet naar de zin van Phil Alden Robinson, die zo zijn eerste door Hollywood aangekochte scenario al meteen mismeesterd zag en daardoor zo van slag was dat hij er serieus over nadacht om zijn naam van de generiek te halen.
Fout fout kan ook fout goed zijn natuurlijk: Stallone die tegen de screwballlamp loopt en daarbij de meest krollenkrabbendekatversie ooit van Old MacDonald Had a Farm ten gehore mag brengen … iedereen zou het ooit eens moeten zien en horen. En zo zijn er nog wel een paar instant klassieke foute scènes te rapen in een film die geboekstaafd staat als een van de meest van de pot gerukte Amerikaanse wannabe-blockbusters uit de jaren tachtig. Het is al veel dat Stallone later liet optekenen dat het eigenlijk geen slim idee was om in deze film aan te treden. Al weerhield dat inzicht er hem niet van om in 1992 van de partij te zijn in het al even schabouwelijke Stop! Or My Mom Will Shoot.
Eigenlijk is het jammer dat er niet meer animo zit in Rhinestone want de slapstickentendres tussen Stallone en Parton tonen tot op zekere hoogte nog potentieel. Geen idee of die levensvatbaar waren in de vroegere scenariodrafts, maar het verhaal zoals verfilmd is uiteindelijk te saai, flets en repetitief om welke vorm van potentieel dan ook te laten resoneren. Tenzij als heel schuldig pindanotenplezier.
Opvallend is dat de Belgische release twee jaar op zich liet wachten: Twentieth Century Fox bracht de film niet in de zalen en verkocht de distributierechten aan de kleinere distributeur VDS die hem vervolgens heel stilletjes en schoorvoetend in september 1986 uitbracht onder de titel Le Vainqueur/De Winner. En dat amper een maand vooraleer Sly stekskesbijtend in Cobra-modus de Reaganite-cinema naar ongekende hoogten bombardeerde. Hoe groot een contrast kan zijn? Groter dan groot.
22-06-1984 | Plaats 4 | $ 5.459.726 |
29-06-1984 | Plaats 8 | $ 3.540.140 |
06-07-1984 | Plaats 9 | $ 2.434.941 |