Hugo
verdeler
acteur/actrice (9)
regisseur (1)
Martin Scorsese heeft (terecht) de status van één van de beste Amerikaanse regisseurs aller tijden, maar een groot publieksfilmer is hij nooit geweest. Het zijn vooral fijnproevende cinefielen die hem doorheen zijn lange carrière trouw blijven, de meer sporadische filmkijker schijnt hem enkel te vinden als hij openlijk het commerciële pad bewandelt (Cape Fear, The Departed, Shutter Island). In die optiek is het niet verwonderlijk dat zijn nieuwste worp - die zich gemakshalve ietwat denigrerend laat omschrijven als een '3D-kinderfilm' - vooralsnog geen potten heeft gebroken aan de kassa.
De term kinderfilm of familiefilm dekt immers geenszins de lading: Hugo is in de eerste plaats een ode aan het leven en werk van Georges Méliès, de Franse filmpionier die rond de vorige eeuwwisseling hoge ogen gooide met baanbrekende experimentele films (zijn bekendste en meest iconische werk is Le voyage dans la lune uit 1902). Probeer dat maar eens verkocht te krijgen aan een multiplexgeneratie die opgroeit met Michael Bay en consoorten.
De afwezigen hebben alvast ongelijk: het is fascinerend om te zien hoe Scorsese, zonder twijfel één van de cinematografisch meest belezen cineasten ooit, zich vastbijt in Alexanders Selznicks bronmateriaal/kinderboek The Invention of Hugo Cabret en kinderpoëzie mengt met volwassen verwondering. Hugo is daardoor de meest atypische film uit zijn carrière, maar tegelijkertijd één van zijn visueel mooiste. Het is trouwens de enige film dit jaar waar de derde dimensie echt wat lijkt toe te voegen. En ook de enige waarbij we spontaan opteerden voor de 3D-versie terwijl er in het multiplex keuze was tussen 2D en 3D.
Zelfs wie nog nooit van Georges Méliès heeft gehoord, hoeft niet apatisch te blijven bij het verhaal over de weesjongen Hugo (Asa Butterfield, The Boy in the Striped Pajamas), gesitueerd in de jaren dertig van de vorige eeuw. Na de dood van zijn moeder woont hij bij zijn vader (een cameo van Jude Law) die klokken en uurwerken herstelt. Wanneer zijn vader omkomt bij een brand, wordt hij meegenomen door zijn oom Claude (Ray Winstone). Die woont in een centraal station in Parijs, waar hij er moet voor zorgen dat alle klokwerken er steeds het juiste uur weergeven, en hij leidt Hugo op als zijn assistent. Zonder dat iemand daarvan officieel op de hoogte is, dwaalt Hugo als verstekeling tussen het radarwerk van de klokken in het station, van waaruit hij het volledige station in de gaten kan houden. Om in zijn levensonderhoud te voorzien wanneer zijn oom afwezig is, durft hij al eens stelen van de vele kraampjes of uit de vele winkels in het station, en bij één van zijn kruimeldiefstallen wordt hij betrapt door de knorrige uitbater van een snoep- en speelgoedwinkel. Die man (uitstekend vertolkt door Ben Kingsley) neemt bij wijze van compensatie zijn schetsboek in beslag. Daar het boek toebehoorde aan Hugo’s vader en er in geschreven staat hoe hij een robot (of 'automaton') kan repareren die zijn vader in een museum vond, wil hij dat schetsboek terug. De oude man wil het hem echter niet teruggeven, waarop Hugo de hulp inroept van diens peetdochter Isabelle (Chloë Grace Moretz). Tussen de twee kinderen ontstaat een hechte vriendschap, zeker als ze ontdekken dat de oude man niemand minder dan Georges Méliès lijkt te zijn. Hugo zag heel wat van zijn films met zijn vader, en Isabelle ontdekt gaandeweg hoe het komt dat haar peetvader zich als een norse oude man heeft teruggetrokken.
Scenariotechnisch echt verrassen doet de mengeling van fictie en non-fictie niet: het eind goed, al goed-slot is van mijlenver zichtbaar en Scorsese kan het zich zelfs veroorloven aandacht te schenken aan zijlijnplots die zich in de stationshal afspelen. In die optiek is het uitkijken naar een ontroerende bijrol van Christopher Lee als boekverkoper en naar Sacha Baron Cohen als sadistische stationschef die jacht maakt op weeskinderen. En vooral voor 'comic relief' zorgt, daarbij aanvankelijk de spreekwoordelijke tang op het varken imiterend, maar zelfs die verhaallijn blijkt uiteindelijk mooi te passen in het magische universum dat Scorsese voorschotelt.
Zelfs als Hugo hier en daar iets te mechanisch blijkt voor zijn eigen goed, blijft deze film verdomd mooi om naar te kijken. Net als Spielberg in The Adventures of Tintin lijkt Scorsese stapelverliefd op de 3D- en CGI-foefelarijen die hij ter beschikking heeft. Dat Scorsese het 3D-medium voluit omarmt blijkt al meteen uit de flitsende beginscène waarin hij als een jong veulen door het fantastisch vormgegeven treinstation decor galoppeert. Hier en daar is het allemaal iets te experimenteel-flitsend (en zelfs een beetje koud rond het hart), maar die minpuntjes verhinderen niet dat Scorseses eerbetoon aan Georges Méliès en de beginjaren van de cinema traag maar zeker naar de cinefiele keel grijpt. Jongens (en meisjes) die (stilletjes) willen huilen weten waarheen.
25-11-2011 | Plaats 5 | $ 11.364.505 |
02-12-2011 | Plaats 3 | $ 7.557.709 |
09-12-2011 | Plaats 6 | $ 6.050.309 |
16-12-2011 | Plaats 7 | $ 3.707.848 |