Time After Time
verdeler
acteur/actrice (10)
regisseur (1)
producent (1)
director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
componist (1)
Robert Zemeckis en Bob Gale moeten fan zijn van Nicholas Meyers regiedebuut Time After Time. Hoe anders te verklaren dat zij in Back to the Future als tijdreisdatum voor 5 november kiezen, net dezelfde datum die H.G. Wells en Jack the Ripper gebruiken om van 1893 naar 1979 te reizen? Toeval? Neih.
Twee historische figuren dus die eeuwtje-over springen in deze fijne tijdreisthriller. Meyers baseerde zich hiervoor op de gelijknamige roman van bevriend auteur Karl Alexander. Die liet het manuscript voor zijn op stapel staande boek door Meyers lezen en die vond het gegeven zo straf dat hij het zelf ook uitwerkte tot een script zonder de roman daarbij tot de letter te volgen. Hij kwam trouwens uit een schrijfnest, die Alexander: zijn vader William schreef mee aan het script van de Disneyklassieker Old Yeller en zijn oom Karl aan de Jezusklassieker Ben-Hur. Uiteindelijk kwamen zowel het boek als de film in 1979 uit, respectievelijk in april en in september.
Het gegeven is fascinerend amusant. In 1893 toont auteur en uitvinder H.G Wells de tijdmachine die hij in elkaar heeft gevijld, gelast en gesoldeerd aan zijn vriendenkring. Een van die vrienden is John Leslie Stevenson, en dat blijkt toch wel Jack The Ripper te zijn zeker. Wanneer de politie op zijn spoor komt, muist hij er stante pede vandoor met die machine en komt hij in het San Francisco van 1979 terecht. Waar hij prompt zijn moordreeks op ‘vrouwen van de nacht’ verderzet. Aan Wells om hem tegen te houden, maar dat is niet zo eenvoudig. In tegenstelling tot Stevenson voelt Wells zich niet als een vis in het water in de moderne tijd en bovendien wil niemand hem geloven als hij zijn tijdreiswaarheid poneert.
Naast geestige thriller is Time After Time ook een twinkelend liefdesverhaal: Wells wordt immers het hof gemaakt door bankbediende Amy Robbins en hun eeuwoverschrijdende liefde levert aardig vertier op. En uiteraard komen beide verhaallijnen aan de climax samen wanneer Stevenson Robinson uitkiest als zijn volgend slachtoffer om zo Wells te dwingen hem een sleutel te overhandigen zodat hij onbeperkt met de tijdmachine kan reizen.
Waterdicht is de plot niet: de climax kon zeker wat snediger, maar de kans dat Meyers van meet af aan een angstzweetfilm voor ogen had lijkt klein. Eerder een genrespringende tijdreismengelmoes tussen historische fictie, aimabele humor en eigentijdse romantiek. En daar is Meyers zeker in geslaagd. Met dank aan de geëngageerde vertolkingen van Malcolm McDowell en Mary Steenburgen als passievolle geliefden. De vlam sloeg in het echt trouwens ook over: McDowell en Steenburgen trouwen met elkaar in 1980 en deelden daarna tien jaar tafel, bed en bankrekening.
David Warner is ook snerend ok als rippende Jack, een rol waarvoor de studio graag Mick Jagger zou hebben gehad en waarvoor Meyers aanvankelijk Edward Fox naar voor schoof. Voor de rollen van McDowell en Steenburgen wou de studio aanvankelijk trouwens Richard Dreyfuss en Sally Field. En dat klein jongetje in het museum dat toekijkt hoe Wells ontwaakt in zijn tijdmachine? Dat is wel degelijk Corey Feldman in een van zijn allereerste rollen.
In 2017 ontwikkelde Kevin Williamson nog een televisieserie gebaseerd op de film en de roman, maar die was bezwaarlijk een succes te noemen: van de twaalf gemaakte afleveringen zond ABC er maar vijf uit wegens tegenvallende kijkcijfers. Of hoe deze film uit 1979 dus wis en waarachtig the real thing is. Generatieoverschrijdend goed, zoals dat heet.