Tadpole
verdeler
acteur/actrice (5)
regisseur (1)
Oscar (Aaron Stanford's debuut in een langspeelfilm) is een 15-jarige knaap die, hoe kan het ook anders op zijn leeftijd, nog samenwoont bij zijn ouders
Zijn zelfzekere stappen in het 'land der lusten' zorgen op deze manier wel voor bijkomende complicaties
Tadpole (vertaald als 'kleintje') geeft je misschien de indruk een zwaar verhaal te zijn (15-jarige-kerel-wordt-verliefd-op-40jarige-stiefmoeder is niet echt een doordeweekse story), maar dan vergeet je allicht dat de prent zich als 'komedie' profileert. De film geeft op een goeie manier het gevoel weer van een jonge knaap die, op bepaalde vlakken weliswaar al wat volwassener dan zijn leeftijdsgenoten het warme, alles overstemmende gevoel mag ervaren die een (eerste) verliefdheid eigenlijk is (en dan hebben we het over 'Eve' en niet de bedactiviteiten met Diane). Het blijft dus allemaal vrij luchtig en best grappig bij momenten, een billenkletser is het natuurlijk niet, maar dat verwacht niemand.
Tadpole ging destijds (februari 2002) in wereld-première op het 'Sundance Film Festival', regisseur Winick (Sweet nothing, Out of the rain) kreeg er zelfs de prijs voor 'beste regie' voor. Een opmerkelijk gegeven als je weet dat de film in slechts veertien dagen werd opgenomen met een beperkt budget en met een beperkt aantal middelen : een eenvoudige Sony HDCam Digitale Hand-Camera... Dat Winick gelooft in deze digitale aanpak is niet verwonderlijk : hij is bestuurder van DigEnt, een snelgroeiende filmmaatschappij die pas sinds 1999 is opgericht en enkel Digitaal werk aflevert. Filmen met een dergelijk klein(er) toestel heeft volgens de regisseur verschillende voordelen : zo vermijdt je bijvoorbeeld het tijdroverende en omslachtige aanvragen van een vergunning om in een plaats als het 'Grand Central Station' van New York te filmen. Opnemen met dergelijk véél kleiner toestel en vooral de beperkte 'crew' (12 man) die met dit soort opnames gepaard gaat, het ziet er allemaal een stuk kleinschaliger en onschuldiger uit dan het neerstrijken van een klassieke filmcrew. En dat heeft volgens Winick dan terug het voordeel dat de acteurs en actrices zich een stuk beter op hun gemak voelen en het eindresultaat minstens zo goed is als bij een conventionele manier van werken.