The Sorcerer’s Apprentice
verdeler
acteur/actrice (15)
regisseur (1)
producent (1)
Megaproducent Jerry Bruckheimer gaat er prat op dat hij overal inspiratie kan vinden voor een film: in een krantenartikel, pretparkattractie, videospel, bierkaartje of nummerplaat. Alles kan volgens de Hollywoodmiljonair dienst doen als scenario-insteek. Gelukkig is 'De Druivelaar' nog niet over de grote plas geraakt of wie weet wat ons nog allemaal te wachten stond.
Voor zijn nieuwste werkstuk haalde Bruckheimer de mosterd bij een segment uit Disneys muzikale animatieklassieker “Fantasia”, meer bepaald bij “The Sorcerer’s Apprentice”, het bekend stukje tekenfilm waarin tovenaarsleerling Mickey Mouse het aan de stok krijgt met balorige bezemstelen. En dat eigenlijk ook al een variante was op een symfonisch gedicht van Dukas van eind de jaren 1890 en een ballade van Goethe uit 1797. Maar zover is Bruckheimer geenszins teruggegaan. Hij gebruikt enkel maar de titel (en een variatie op de bezemstelendans) voor een volledig nieuw verhaal, bijeengepend door maar liefst zes scenaristen. Zelden een goed teken. En dat geldt eveneens voor intro’s waarin een volledige voorgeschiedenis op zo’n drie minuten tijd uit de doeken wordt gedaan om alles te kunnen duiden. En ja hoor, laat ‘The Sorcerer’s Apprentice’ ook daar toch wel schuldig aan zijn zeker.
De intro speelt zich af in het gezegende jaar 740, en laat zien hoe een van de leerlingen van goeie ouwe Merlijn de kant van het kwade kiest. De afvallige Horvath (Alfred Molina) kiest immers het kamp van de heks Morgana, wiens geest bezit neemt van het lichaam van Veronica (Monica Bellucci), nog een leerling van Merlijn. Blijft nog over om de meubels te redden: Balthazar Blake Nicolas Cage), die erin slaagt om Veronica en Horvath op te sluiten in een potdicht verpakte vaas. Vooraleer zijn laatste levensadem uit te blazen geeft Merlijn aan Blake de opdracht om zijn drakenring te gebruiken die hem zal helpen om een nieuwe leerling te vinden die als enige in staat zal zijn om voor eeuwig en altijd komaf te maken met de demonische foefelarijen van de bezeten Morgana. Waarna de film zich na de begingeneriek in het Manhattan van 2000 nestelt, waar Blake (die er een antiekwinkel uitbaat) een toevallige ontmoeting heeft met de ietwat warrige tienjarige Dave Stutler die jawel hoor… Merlijns nieuwe helper blijkt te zijn. Het een leidt tot het ander (meer bepaald de materialisatie van Horvath die uit zijn vaas ontsnapt), en eens te meer moet Blake de dag redden, al geraakt hij ditmaal ook voor tien jaar opgesloten in een betoverde recipiënt. Waarna de film nog eens een sprong van tien jaar maakt, Dave eruitziet als Jay Baruchel (laatst nog van zijn betere kant te zien in “She’s Out Of My League”) en de strijd van Blake en Dave tegen het kwade andermaal uitbarst…
Potentieel heeft “The Sorcerer’s Apprentice” zeker: Cage amuseert zich als monkelende magiër die optrekt met een hedendaagse leerlingtovenaar alvast overduidelijk. Maar dat plezier slaat nooit echt over op de (volwassen) kijker: daarvoor is het scenario te warrig en de visuele effectenbrij te ongeïnspireerd. Voor elke goede vondst (de vliegende havikgargoyle van de Chrysler Building) staan er bliksemflitsen op het programma die vooral veel lawaai maken, maar slechts zelden een echte indruk weten te maken. Tienjarigen vinden het waarschijnlijk allemaal de max (ook wij lieten ons destijds vangen en kochten met ons zuurverdiende zakgeld als vijftienjarige koter in 1986 zowaar een ticket voor de abominale Eddie Murphy-flop “The Golden Child”) , maar als iets snuggere of doorleefde kijker zal je toch al veel door de vingers moeten zien om deze dosis non-magie goed te kunnen vinden. Jammer dat Bruckheimer, zijn poulain Nicolas Cage (in hun zevende samenwerking) en regisseur Jon Turteltaub (die met Bruckheimer en Cage de twee “National Treasure”-films maakte) al hun geld op de effecten hebben ingezet en niet zozeer op de verhaalbochten.
Om een lang verhaal kort te houden: wie op zoek is naar een film waarin de helft van de tijd bliksemflitsen en andere pow-wow-flash-kazoomstralen over het scherm zoeven zit goed bij “The Sorcerer’s Apprentice”. Wie kickt op een verhaal dat met de nodige betovering geschreven of gefilmd is, gaat beter voor de vijftiende keer naar “Toy Story 3”. Disney mag trouwens blij zijn dat ze Pixar hebben als toeleverancier, want de twee films die Bruckheimer dit jaar voor het huis van de muis produceerde (“Prince Of Persia” is de andere) bleven aan de kassa allebei zwaar onder de verwachtingen en prognoses. Tijd om te herbronnen, Jerry ?
16-07-2010 | Plaats 3 | $ 17.619.622 |
23-07-2010 | Plaats 4 | $ 9.651.495 |
30-07-2010 | Plaats 9 | $ 4.465.524 |