Brian Hope en Charlie McManus zijn twee vriendelijke misdadigers, die eigenlijk slechts per toeval in het 'beroep' terecht kwamen. Ze willen wel stelen, maar weigeren om iemand kwaad te doen, behalve dan banken of verzekeringsmaatschappijen, die er toch ook werk van maken om iemand te pluimen. Maar de tijden zijn veranderd en nu werken ze voor Case, een genadeloze doder, die zelfs de mensen van zijn bende doodt wanneer ze hem willen verlaten.
Ze beramen een plan om er zonder kleerscheuren en rijk mee te kappen. Ze moeten enkele Chinezen volgen, die en fortuin van Case afhandig gemaakt hebben. Moesten zij dit geld in handen krijgen, kunnen ze met het eerstvolgende vliegtuig naar Rio verdwijnen, ook al betekent dit dat Brian zijn vriendje, Faith, moet achterlaten. Dat is geen probleem, want Brian is een 'harde', dus liefde betekent niets voor hem, denkt hij. Ze slagen erin het drug-geld van de Chinezen in handen te krijgen, maar alles verloopt niet zo vlot als ze hoopten.
Achtervolgd door Case en zijn doders, door de Chinezen en door de Politie, verbergen Brian en Charlie zich in een oud herenhuis... dat een klooster blijkt te zijn. Het enige dat ze kunnen doen is zich uitdossen als nonnen en samen met de andere nonnen de taken delen, waaronder het bestuur van een meisjesschool, waar ook Faith les volgt en die zou hen direkt herkennen en ongewild kunnen verraden. De toestand is hopeloos, maar niet al te ernstig.
Met muziek van Yello.