Ad Astra
verdeler
acteur/actrice (15)
regisseur (1)
producent (7)
uitvoerend producent (9)
director of photography (1)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)
Aan ambitie geen gebrek bij James Gray wiens films steeds in scoop toenemen. Hij kondigde zijn sf-epos “Ad Astra” aan als een eerbetoon aan “Apocalypse Now” en kan tegelijkertijd niet ontsnappen aan vergelijkingen met ruimteklassiekers als “2001: A Space Odyssey”, “Solaris” en “Interstellar”. Sterrenkijken voor gevorderden dus. Al is er ook manna voor een groot publiek: Brad Pitt op de poster en een heel mooie ‘ruimtefotografie’ waar visueel geen speld tussen te krijgen is. Twee films/insteken voor de prijs van één dus. En dat botst wel eens. Of vloeit op zijn minst niet altijd coherent in elkaar.
De “Apocalyspe Now”-insteek is zichtbaar op twee fronten: de narratie van Pitt die netjes aansluit bij die van Martin Sheen, gekoppeld aan de zoektocht naar een man die te diep in zijn waanzin zit verankerd. De Kurtz in kwestie is überastronaut McClifford (Tommy Lee Jones) die verantwoordelijk is voor het Limaproject op de planeet Neptunus. Daar speurt hij met zijn crew het heelal af naar buitenaards leven. Niet zonder gevaar zo blijkt, daar McClifford ruimtestormen genereert die alle leven op aarde kunnen vernietigen. McClifford is al negentien jaar vermist en incommunicado. En niet voor rede vatbaar, daar hij zijn crewleden heeft omgebracht omdat die wilden terugkeren naar moeder aarde. Waarop McCliffords zoon Roy (Pitt) - er al die tijd van overtuigd dat zijn vader dood was - via de maan en Mars naar Neptunus reist om zijn vader op te sporen en tot betere gedachten te brengen. Voor zover Roys expeditiegenoten de weerbarstige grijsaard niet eerder elimineren, welteverstaan.
Op zich is de plot van “Ad Astra” rechtlijnig blockbusterig: misschien zelfs meer dan die van “Blade Runner”. Denis Villeneuves sequel daarop bewees een paar jaar terug dat er wel degelijk een publiek is voor een sf-actiespektakel waarvan je vooraf weet dat je er een flinke portie introspectie moet bijnemen. “Ad Astra” speelt het spel omgekeerd: dit is eigenlijk een meditatieve karakterstudie in een interplanetaire toekomstsetting waar je af en toe een scheut actie bijkrijgt. Actie die uiteindelijk niet eens een gevolg heeft op de uiteindelijke plotafloop en er dus vooral schijnt te zijn om af en toe de adrenalinemeter wat de hoogte in te jagen. Dat Gray zich daarbij genoodzaakt ziet om zelfs uit te pakken met een ‘lukt het hem of lukt het hem niet’-moment waarbij Pitt uiteindelijk maar een paar seconden meer heeft om aan boord van een raket te springen, slaat zelfs wat als een tang op een varken in de beoogde poëtische aanpak.
Dat “Ad Astra” visueel een ervaring is die erom smeekt om op een groot wit doek te worden bekeken, staat buiten kijf. Alleen al voor de oogsnoep is “Ad Astra” een aanrader. En ook wel voor de vertolking van Pitt die zijn rol met recht en reden ingetogen aanpakt. In die optiek acteert hij uitstekend: ingetogen acteren is immers ook een kunst. Maar de acteerprestatie zorgt er niet voor dat de film in de juiste groef blijft draaien. Als coproducent deed Pitt heel hard zijn best om samen met Gray een narratie van twee uur te halen uit een mijmerverhaal dat niet gebonden lijkt door tijd en ruimte. Verschillende monteurs op de aftiteling, en zelfs de Belgische Nico Leunen mocht op uitnodiging van Pitt op de knip- en plakkoffie. Ook heel wat componisten en directors of photography. Het beste was duidelijk niet goed genoeg.
De narratieve sterkte van “Ad Astra” is tegelijkertijd ook de zwakte. Eigenlijk vertelt Gray een eenvoudig verhaal over een man die duidelijk emotioneel lijdt omdat hij moest opgroeien zonder vader maar dat pas beseft wanneer zijn vader terug op het voorplan verschijnt. Om alles extra gewichtig te maken, kiest Gray voor een methodiek die hij kan koppelen aan de existentiële vraag wat het betekent om mens te zijn. De aanpak is nogal zwaar op de hand: voice-overs, gedachtenstreepjespauzes en zelfreflectie vechten continu voor hun plek onder de sterren. Soms is een noodgreep nodig om die boodschap in het doel te kegelen: een hevig overgemonteerde opvulscène waarin zelfs korrelige flashbacks verschijnen lijkt wel uit de ladenkast van Terence Malick te komen.
Waardoor “Ad Astra” als puntje bij paaltje komt iets te gekunsteld overkomt om verhaaltechnisch het hart of de ziel te beroeren. Maar een mooie film is het wel, deze sterrenreis. Alleen geen diepsnijdende. Of toch minstens niet zo diep als Gray dat zou willen.
20-09-2019 | Plaats 2 | $ 19.210.000 |
27-09-2019 | Plaats 5 | $ 10.014.914 |
04-10-2019 | Plaats 7 | $ 4.191.582 |
11-10-2019 | Plaats 10 | $ 1.877.925 |