Ronald Neame
Ronald Neame werd geboren in 1911 in Londen als zoon van Ivy Close (een actrice uit de periode van de stille film) en cameraman/regisseur Elwin Neame.
In 1928 ging hij aan de slag in de filmwereld, alhoewel het onderaan de spreekwoordelijke ladder was : hij moest voor zijn werkgever de Elstree Studio’s de scènenummerborden omhoog houden. Eén jaar later fungeerde hij als assistent-cameraman voor “Blackmail” van Hitchcock.
Vanaf halfweg de jaren ’30 was Neame al zelf een succesvol cameraman/cameraregisseur en werkte hij mee aan de productie van “Pygmalion” (1938) en “In Which We Serve” (1942).
Hierna werkte hij als producent voor de onafhankelijke maatschappij Cineguild die destijds was opgericht door Noel Coward, Daivd Lean en Anthony Havelock-Allan.
In 1947 debuteerde hij als regisseur met “Take My Life” terwijl ook “The Card” en “The Horse’s Mouth” te situeren zijn aan het begin van zijn carrière (als regisseur). Stuk voor stuk films waarin Alec Guinness zijn acteerkunsten en lusten kon in botvieren…
Het Schotse legerdrama “Tunes of Glory” uit de jaren ’60 was één van zijn beste films ooit. Ook het vermelden waard én behorend tot het betere werk van Ronald Neame : “I Could Go on Singing” (de laatste film van Judy Garland) maar zeker ook “The Prime of Miss Jean Brodie” met Maggie Smith, de verfilming van Muriel Spark’s roman.
Oscars ® 1948 | Genomineerd | Beste scenario | Great Expectations |
Oscars ® 1947 | Genomineerd | Beste scenario | Brief Encounter |
Oscars ® 1943 | Genomineerd | Speciale effectenPhotograpic Effects | One of Our Aircraft Is Missing |