Robert Flaherty
scenarist
(1)
Documentarist. En ja, dit woord staat in het fameuze groene boekje vermeld. Ook nog : Father of the documentary… Of het woord ontdekkingsreiziger, ook dat past bij Robert J. Flaherty. Zijn vader werkte in de (ijzererts)mijnen en toen zoonlief zijn studies aanvatte aan het Mijnbouwtechnisch Instituut van Michigan wees alles er op dat ook hij ooit in de voetsporen van zijn vader zou treden, zij het in een iets modernere variant. Vader en zoon trokken er dan ook samen op uit, op zoek naar nieuwe ertsvelden waarbij men zich richtte op het vinden van goud. Hun verblijf in de ongerepte, wilde natuur zorgde niet alleen voor een grote mate van eerbied ervoor maar hield ook in dat ze een zekere periode moesten (over)leven in wel heel extreme omstandigheden.
Van 1910 tot 1916 deed Flaherty een aantal expedities in Noord-Canada in naam van Sir William Mackenzie. Een aantal ervan speelde zich af onder de Eskimo’s rond Hudson Bay. Het was bij één van deze expedities in 1913 dat hij voor het eerst een camera meenam, eigenlijk met de bedoeling om een deel van de kosten te kunnen recupereren door het later verkopen van een film rond het leven van Eskimo’s. Maar tijdens het monteren van de film in Toronto liet hij per ongeluk een sigaret vallen op de negatieven waardoor meer dan 10 km film in vlammen opging. Een deel van het werkmateriaal kon nog net gered worden waardoor Flaherty alsnog zijn werk kon tonen aan een aantal van zijn vrienden. Maar niemand was enthousiast over het resultaat.
Flaherty was vastbesloten het hier niet bij te laten en wist dat er nog andere mogelijkheden waren dan louter scènes filmen van Eskimo’s, zonder enig onderling verband. En dus trok hij in 1920 terug naar de Eskimo’s maar nu veel beter voorbereid : zo had hij maar liefst 50.000 Dollar gekregen van Revillon Frères, een organisatie van bonthandelaars. Daarenboven was het materiaal dat hij meenam op technologisch vlak een stuk hoogstaander met onder andere twee camera’s, een generator op benzine, apparatuur om de gemaakte opnames ter plaatse te gaan bewerken en een projector wat hem de mogelijkheid bood om de dagelijkse opnames ter plaatse in betere omstandigheden te kunnen bekijken en verwerken. Resultaat : Nanook of the North, zijn eerste grote documentaire waarin Flaherty de essentie van een primitief levende maar moedige Eskimo en de manier waarop hij samenleeft met zijn gezin en probeert te overleven ondanks de soms vijandige oerkrachten van moeder natuur. Deze documentaire wordt door velen gezien als een mijlpaal in de filmgeschiedenis.
In 1928 ging hij in op de vraag van Fox om een film/documentaire te maken over de Pueblo-indianen maar de meningsverschillen met het Bestuur van de filmmaatschappij zorgden er voor dat hij er vroegtijdig mee ophield. Het jaar daarop ging hij in zee met de Duitse regisseur F. W. Murnau. Tabu, een exotisch melodrama gefilmd tegen de achtergrond van een eiland in de Zuidzee, was de enige film die volgde uit hun onderlinge samenwerking. Want daarbij bleek dat de twee filmmakers weliswaar bijzonder getalenteerd waren maar qua achtergrond en persoonlijkheid ook sterk verschilden. Murnau besloot om de belangen van Flaherty uit te kopen en werkte de film zelf af. Voor hem een goede beslissing want de film bleek echt wel winstgevend.
Flaherty zelf nam hierna de documentaire Man of Aran op, een film die zich afspeelde rond een visser die leeft op een dor, kaal en onbegroeid eiland aan de Westkust van Ierland. Hij werkte maar liefst drie jaar aan dit filmproject.
En toen hij nog steeds in Engeland verbleef maakte hij samen met Zoltan Korda Elephant boy, een langspeelfilm met Sabu in de titelrol waarbij Flaherty op vlak van regie de buitenopnames en Korda de binnenopnames voor zijn rekening nam.
Toen Flaherty terug in de Verenigde Staten was maakte hij in opdracht van het Ministerie van Landbouw de documentaire The Land, gevolgd door Louisiana Story voor de Standard Oil Company van New Jersey. Daarin stond een arme familie centraal wiens leven en omgeving ingrijpend wordt overhoop gegooid door de komst van een bedrijf dat er actief olie komt boren…
Flaherty had de bedoeling om zich begin de jaren ’50 te storten op twee nieuwe filmprojecten : The Green Border rond de verdeling van Duitsland en East Is West rond de Hawaiaanse Eilanden. Maar zijn vroegtijdige dood zorgde ervoor dat hij nooit toe kwam aan het eigenlijke productieproces.
Zijn vrouw Frances Flaherty werkte op verschillende manieren actief mee aan een deel van zijn films én hield lezingen over zijn werk in zowel Universiteiten als Filmclubs.
In 1963 werd zijn biografie uitgebracht onder de titel The Innocent Eye, geschreven door Arthur Calder-Marshall.
Oscars ® 1949 | Genomineerd | Beste filmverhaal | Louisiana Story |