Vice Squad
acteur/actrice (12)
regisseur (1)
producent (1)
uitvoerend producent (3)
director of photography (1)
scenarist (3)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
Toen Vice Squad in augustus 1983 de Belgische zalen haalde – op de kop af een jaar en zeven maand nadat de film in Amerika in première was gegaan – gebeurde dat in ons landsdeel met de Vlaamse titel Afdaling naar de hel. Waren leuk hoor, de jaren tachtig.
Al hoefde je de titel niet echt te vertalen om een Vlaams equivalent te krijgen: afhankelijk van de regio waarin je de film zag kon je immers evengoed zeggen dat je naar Vijze kwijt, Vais kwaait of Vusse kwut gaan kijken was. En wat je toen te zien kreeg was een Avco Embassy Film die zo dicht aanleunt bij wat later algemeen bekend zou staan als een Cannonfilm dat het bijna niet te geloven valt dat het geen Cannonfilm is. Want Vijze kwijt wentelt zich anderhalf uur lang ongegeneerd in drek van de bovenste plank. Of de onderste – het is maar hoe je het bekijkt.
Regisseur Gary Sherman en zijn trio scenaristen – een van hen is Robert Vincent O’Neill die een jaar later het min of meer gelijkaardige Angel zou regisseren – richten zich op de ontucht die ‘s nachts Sunset Boulevard in zijn greep houdt. Tippelmadammen verdienen er hun dollars door hun lijf en leden te verhuren aan mansvolk dat soms eenzaam, soms scheveschaatsrijdend maar evenzeer soms geschift is. De Vaais kwaait maakt zowel jacht op de madammen als de meneren en hebben meer dan ooit hun handen vol wanneer een sadistische pooier een van zijn dames doodmartelt. Waarop de vriendin van het slachtoffer zicht laat overtuigen om die pooier in de val te lokken, maar niet alles loopt volgens plan – om het zonder spoilers samenvattend te omschrijven.
De makers van Vusse kwut duiden dat hun film gebaseerd is op ware gebeurtenissen, en dat zal dan wel. Ze beweren ook dat hun film dingen toont zoals ze in werkelijkheid zijn, en dat zal dan ook wel. Maar een onsubtiele vigilantefilm verkopen als existentieel drama … die vlieger gaat niet op. Vice Squad is niets meer dan foute zij het (tja) entertainende Z-cinema die gaandeweg de status kreeg van cultklassieker. En zelfs cinematografische merites kreeg toegeworpen. Redenen daarvoor zijn de lovende woorden van zowaar Martin Scorsese die dit onomwonden een van de beste films van het jaar noemde en de nachtelijke locatiefotografie van Kubrickmedewerker John Alcott. Ja, soms zit er meer in Z-cinema dan je denkt.
Cult en camp liggen hier in elk geval dicht bij elkaar. Wat dan weer komt door de vertolkingen. Met op het voorplan Season Hubley – die tijdens de opnames aan het scheiden was van Kurt Russell – die naar verluidt mentaal diep ging tijdens wat zowat de enige echte hoofdrol is uit haar carrière. Illustere onbekende Gary Swanson wordt naar het eind even Gary Bronson als hij de slechterik van dienst met een grimmige grimas van het aardse wegdek knalt. En die slechterik wordt dan weer vertolkt door Wings Hauser – ook al in zijn eerste echte filmrol. Hauser gaat elke vorm van subtiliteit uit de weg als de sadistische pooier Ramrod en beweegt zich door de film als een duivel die met hoongelach in elk wijwatervat spuwt dat hij tegenkomt. Een devil in disguise is hij niet, maar getuige de inrichting van zijn appartement is hij wel Elvisfan. Gelukkig dat The King dat niet meer moest meemaken.
Hauser zet hier zowaar een van de wildst overacterende bad guys uit de annalen van de Z-cinema neer. En ja, dat is een verdienste. En alsof dat nog niet genoeg is mag hij ook het titellied Neon Slime dat zowel tijdens de begin- als eindgeneriek te horen is, zingen. Al is roepen een betere omschrijving. Ja, Hauser smijt zich echt wel voluit hier. En zorgt daarbij dus voor de overtreffende trap van camp in een film die naast brutaal af en toe ook grappig wil zijn – en dat zelfs is – maar uiteindelijk niet echt uitstijgt boven talrijke andere vuile straten van Amerika-films uit de jaren tachtig.
Met wat slechte goede wil kan je deze film zelfs zien als een voorloper van Miami Vice dat tijdens zijn vijfjarenbestaan regelmatig met vergelijkbare verhaallijnen op de proppen zou komen. Dus ja, best wel een exemplarische Z-film deze brok opgeblazen verderf. Die er al bij al voor zorgt om het tussen nacht en ontij niet al te visceraal bont te maken – al dan niet in de veronderstelling dat de suggestie van de smerigheden ook al volstaat om de slag thuis te halen.
Al zal dat toch niet in de UK zijn geweest, waar de film met zes minuten werd ingekort om hem in de zalen te krijgen. En ook op video was de film aanvankelijk niet meteen in vol ornaat te zien, daar her en der de gecensureerde en vloekwoorden wegbliepende televisieversie werd uitgebracht. Gelukkig is de originele versie nu overal vlot verkrijgbaar in de schappen van de thuiscinema-aanbieders. Als dat geen goed nieuws is.
22-01-1982 | Plaats 2 | $ 2.177.163 |
29-01-1982 | Plaats 5 | $ 1.717.205 |
05-02-1982 | Plaats 8 | $ 1.160.714 |