Sweeney Todd
verdeler
acteur/actrice (9)
regisseur (1)
producent (4)
Je zal ons niet zo snel horen klagen over lichtvoetige musicals die hun joie de vivre uitschreeuwen tussen menig goedgeplaatste en ritmische muzieknoot. Een depressief orende musical daarentegen vraagt meer tijd om te wennen. Een paar jaar terug verkrachtte Joel Schumacher nog Andrew Lloyd Webbers “The Phantom Of The Opera” en nu komt Tim Burton op de proppen met een bizarre adaptatie van Stephen Sondheim en Hugh Wheelers musical “Sweeney Todd: The Demon Barber Of Fleet Street” uit 1979, op zich dan weer geïnspireerd op een klassiek Brits horrorverhaal dat teruggaat tot 1846. Burton maakt zich de macabere gotiek mooi meester, maar het probleem ligt hem in de vele liedjes: die zijn gewoon niet memorabel genoeg om het verhaal voort te stuwen. Het resultaat: een simpel wraakverhaaltje, uitgesmeerd over bijna twee uur, met oorwormen die de doorsnee horrorfan waarschijnlijk koud laten en met genoeg brutale humor om de meest fervente musicalfan koude rillingen te bezorgen.
Lang geleden in Londen, toen de paardenkoetsen nog echte vervoermiddelen waren en geen toeristische valkuil, werd de kapper Benjamin Barker (Johnny Depp) op brute wijze van zijn vrouw gescheiden door de rechter Turpin (Alan Rickman). Barker kwijnt weg in een strafkolonie terwijl Turpin er met zijn vrouw (en dochtertje) vandoor gaat. Zoiets roept om wraak en jawel hoor… vijftien jaar later keert Barker onder de schuilnaam Sweeney Todd terug naar Londen met als doel Turpin letterlijk en figuurlijk een kopje kleiner te maken met zijn ‘little razor friend’. Todd hokt samen met Nellie Lovett (Burtons muze Helena Bonham Carter) die hem een handje helpt bij zijn wraakplannen. Al schijnt het al snel toch niet zo simpel te zijn om Turpin onder het mes te krijgen, zeker niet als ook Barkers dochter Johanna in het verhaal opduikt…
Burton beschouwt zichzelf als fan van het eerste uur van de originele musical. Hij zag de voorstelling verschillende keren in de jaren 80, maar de kans om de musical naar het witte doek te transporteren deed zich nooit echt voor, ook al zag Burton van meet af aan dat de musical zeer cinematografisch gechoreografeerd was. Toch waren er in de jaren 80 al plannen om de musical te verfilmen, en was vooral Alan Parker geïnteresseerd in het project. Jaren later nam “American Beauty”-regisseur Sam Mendes de draad weer op, maar opnieuw raakte het project niet verfilmd, ook al schreef John Logan (“Gladiator”) een scenarioversie die zowel op de goedkeuring van Mendes als Sondheim kon rekenen. In 2006 kwam het project opnieuw bij Tim Burton terecht, en ook hij kon zich grotendeels vinden in het door Logan neergepende script.
Het verhaal van de wraakzuchtige kapper is natuurlijk helemaal op de demonische leest van Burton geschoeid. De set van het oude Londen in de Pinewood-studio’s is een lust voor het oog, en de bewust over de top gelardeerde gore effecten (met meer dan een knipoog naar de Britse Hammer- en Amicus-erfenis) passen als gegoten in Burtons filmografie.
Jammer dat het een musical is eigenlijk, want het duurt een tijd eer we gewend zijn aan Johnny Depp die 95 % van de tijd zingt in plaats van gewoon praat. Of hebben we misschien gewoon twee visies nodig van deze muzikale slasherfilm: een keer om er aan gewend te raken en een tweede keer om ervan te genieten ?
21-12-2007 | Plaats 5 | $ 9.300.805 |
28-12-2007 | Plaats 9 | $ 8.194.360 |
04-01-2008 | Plaats 9 | $ 5.536.538 |