Scream 4 (DVD)
acteur/actrice (14)
regisseur (1)
producent (2)
(Jonge) horrorfans konden eind jaren negentig (en in de vroege uitloper van het nieuwe millennium) niet echt om de “Scream”-trilogie heen. Vooral het eerste deel uit 1996 was een waanzinnige hype en groot succes. De redenen daarvoor waren niet ver te zoeken: regisseur Wes Craven had genoeg naamsbekendheid om als een autoriteit in het horrorgenre aanzien te worden (alleen al het feit dat hij aan de wieg stond van de “Nightmare On Elm Street”-reeks was voldoende) en de gimmick van de gemaskerde 'Ghostface'-moordenaar trok eerder de kaart van 'scary fun' dan van sadistische gore. Niet te verwonderen dat de originele titel van de film destijds “Scary Movie” was. Bovendien bevatte “Scream” heel wat verwijzingen naar andere horror- en slasherfilms, wat dan weer genoeg reden was om de iets ouderen die in de jaren tachtig met “Halloween”, “Friday The 13th” en co waren opgegroeid naar de zaal te krijgen. Het succes van “Scream” was in elk geval groot genoeg om met de onvermijdelijke sequels voor de dag te komen, maar zelfs al werden “Scream 2” en “Scream 3” door dezelfde cast en crew ingeblikt, geen van beide films haalde het bij het origineel.
Dat er uiteindelijk een “Scream 4” zou komen, stond al een tijd in de Hollywoodsterren geschreven. Nu heel wat titels uit de jaren zeventig en tachtig worden opgefrist voor de nieuwe generatie, kon een uitbreiding van de franchise niet uitblijven. Zeker omdat er intussen wat veranderd is in het horrorlandschap. Het succes van 'torture porn'-titels als “Hostel” en “Saw” zorgt ervoor dat het er heel wat ruwer en gewelddadiger aan toe gaat, en die voedingsbodem leent zich uiteraard perfect om er de vriendelijke draak mee te steken in de “Scream”-reeks. Craven, scenarist Kevin Wiliamson en de niet afgeslachte castleden van de eerste trilogie hadden meteen een uitgelezen kans om elf jaar na het derde deel een vierde slasherpastiche af te leveren. Eentje die speelt met de nieuwe technologieën (live streaming in het bijzonder) en even flirt met de charmes van 'torture porn' (er passeert al eens een losgerukte darm door het beeld).
Dag op dag 15 jaar na de eerste passage van Ghostface in het niet meer zo rustige stadje Woodboro keert Sidney Prescott (Neve Campbell, die sinds “Scream 3” nauwelijks nog op het witte doek te zien was) terug. Enerzijds om er haar zelfhulpboek te promoten, anderzijds om haar familie (tante Kate en nichtje Jill) op te zoeken. Niet iedereen is opgezet met de terugkeer van Sidney, die in Woodsboro de bijnaam “angel of death” heeft gekregen. Een beetje logisch, gezien de drie moordgolven waaraan ze op het nippertje ontsnapte. En dan werden die moorden nog eens uitgebuit in het boek 'The Woodsboro Murders' en in maar liefst zeven “Stab”-films die waanzinnig populair zijn bij het jonge volkje. Sidneys bezoek gaat alvast niet onopgemerkt voorbij: ze is nog maar amper uit haar auto gestapt, als de lijken zich opnieuw beginnen op te stapelen. Samen met Sidney is dus ook (een nieuwe) Ghostface terug, en dat betekent overuren draaien voor sheriff “Dewey” Riley (David Arquette). Inmiddels tien jaar getrouwd met ex-verslaggeefster Gale Weathers (Courteney Cox) die nog altijd teert op het succes van haar boek en sindsdien tevergeefs probeert een echte schrijfcarrière uit te bouwen. Nu de doden opnieuw bij bosjes vallen, voelt ze haar oude instincten opborrelen en gaat ze op eigen houtje op zoek naar de identiteit van de moordenaar. Sidney probeert dan weer wanhopig Jill (Emma Roberts) en haar vriendinnen te beschermen tegen de alweer overal aanwezig zijnde Ghostface. En Charlie (Rory Culkin) en Robbie (Erik Knudsen), de lokale voorzitters van de plaatselijke horrorfilmclub (die net op de dag van Sidneys terugkeer een 'Stab-a-thon' organiseren) beleven een onverhoopte hoogdag als fictie en non-fictie met elkaar verstrengeld raken.
Het scenario lijkt een mondvol, maar eigenlijk past de volledige zwik op een doekje voor het bloeden. Craven en Williamson geven het doelpubliek precies wat het wil: toegankelijke tienerhorror met een knipoog en heel wat zelfreferentiële humor. Dat bijna alle vaste medewerkers terug van de partij zijn, zorgt alvast voor continuïteit. Geen stijlbreuk met de vorige drie, maar ook geen verrassende uitschieters. Alles volgt nauwgezet de blauwdruk van de trilogie, en Craven en Williamson kopiëren vooral zichzelf en zien er iets te rigide op toe dat ze niet buiten de lijntjes kleuren. Zo hoort dat nu eenmaal bij “Scream”, denken jullie misschien, en gelijk hebben jullie. Gedeeltelijk. De makers nemen immers geen enkel risico met “Scream 4” en teveel op veilig spelen is niet altijd een goed idee. Bij de zoveelste op dezelfde manier in beeld gebrachte messenmoord hadden we het moeilijk om een geeuw te onderdrukken en het geleuter over de 'Stab'-cyclus wordt eveneens te lang, te breed en te saai uitgesponnen. Kritiek die misschien nodeloos hard klinkt voor een film die nog steeds entertaint en niet zomaar een goedkope imitatie is, maar het lijkt uiteindelijk toch iets teveel op een gemiste kans om een vervolg af te leveren die niet moet onderdoen voor wat we vijftien jaar geleden op een geslaagde rilavond tot ons namen.
Kortom, “Scream 4” mag dan beter in zijn vel zitten dan “Scream 2” en “Scream 3”, dit filmpje haalt het niet van het origineel. Wat in 1996 hip was, lijkt nu vooral voorbijgestreefd. “New decade, new rules” ? Eerder oude wijn in aftandse zakken. Al is een prent waarin iemand een pandoering krijgt met een bedpan natuurlijk geen volledige sof.
Ook geen sof: de extra’s. E-One Entertainment komt met een aardig pakketje voor de boeg dat niet echt potten breekt, maar dat met een audiocommentaar en twintig minuten aan extra/verlengde scènes genoeg inzicht bevat in de productie en totstandkoming van “Scream 4”. Wat misschien wel de laatste uit de reeks zou kunnen zijn, daar de biosrecette ietwat onder de verwachtingen bleef, en “onder de verwachtingen” is iets wat de Hollywoodbonzen (de geldschietende broertjes Weinstein inclusief) niet graag horen, zeker niet in barre economische tijden. Slaap zacht, Ghostface. Of misschien toch tot binnen een paar jaar.