Moneyball
Alsof het eergisteren was, herinneren wij ons oudezakgewijs nog levendig hoe we begin 1989 op een pelliculeminnende zaterdag in een zaal gevuld met drie man en een paardenkop het uitstekende Bull Durham zagen. Een film die in een Gents multiplex dat toentertijd nog met een D begon waarschijnlijk maar een week of twee zal hebben gedraaid. En dat terwijl het in de US of Reagan een dikke hit was. Een lot dat wel voor meer baseballprenten is weggelegd, getuige daarvan de eveneens uitstekende einde jaren tachtig-filmpjes Eight Men Out (bij ons rechtstreeks op video uitgebracht) en Field of Dreams. Melancholisch gemijmer zowaar, maar onverantwoord relevant daar Moneyball waarschijnlijk eveneens niet erg lang zal te zien zijn in de meeste Europese cinema’s: dit ondanks het feit dat Brad Pitt de hoofdrol vertolkt en dat het in de US of Obama een vrij groot succes was.
Moneyball is immers eveneens een (op ware feiten gebaseerde) baseballfilm, al gaat het eigenlijk niet zozeer over de tribulaties op het veld, maar meer over het gekonkelfoes achter de schermen. Met een focus op het jaar 2002, toen manager Billy Beane (een ingetogen, maar juist daarom hypnotiserende Brad Pitt) van de Oakland Athletics voor de zoveelste keer moest toezien hoe zijn ploeg niet kon optornen tegen de grotere teams die bovendien keer op keer zijn beste spelers kochten. Zelf zwaar investeren in topspelers is uit den boze, daar het budget van de Oakland Athletics bijlange niet dat is van pakweg de New York Yankees. Tijdens een meeting met de bonzen van de Cleveland Indians merkt Beane de universiteitsgeschoolde Peter Brand (een goed gecaste Jonah Hill) op. Die is gespecialiseerd in spelersanalyse en beweert met de hulp van 'sabermetrics' te kunnen voorspellen welke speler waar en wanneer het best wordt opgesteld. Hij kan Beane ervan overtuigen dat drie goedkope en minder sterke spelers even sterk zijn als een duurbetaald prijsbeest. Beane ziet die theorie zitten en lijft Brand (die in het echte leven trouwens Paul DePodesta heet, en liever niet met naam en toenaam wou figureren) in. Hij kan zelfs zijn team van coaches en talentscouts overtuigen om het risico aan te gaan om te starten met wat smalend als een B-team wordt omschreven. Niet iedereen is echter gelukkig met het berekend risico van Beane, zeker niet als de seizoenstart desastreus blijkt voor de Oakland A’s. Beane zet echter door, en zijn lef en inzicht leiden naar een op zijn zachtst gezegd memorabel seizoen voor zijn team én voor de Amerikaanse baseballcompetitie.
Helemaal glashelder wordt het systeem van 'sabermetrics' nooit, maar dat euvel krijgt Moneyball niet klein. Regisseur Bennett Miller (Capote) en klassescenaristen Steven Zaillian (Schindler’s List, American Gangster, The Girl with the Dragon Tattoo) en Aaron Sorkin (The West Wing, The Social Network) weten het plaatje meer dan twee uur boeiend houden. Je hoeft zelfs geen kaas te hebben gegeten van pitchers, home runs of curveballs om te worden meegezogen in dit atypisch Hollywoodspektakel, dat de lof der traagheid laat prefereren boven het evangelie van flitsende hyperdrives.
Hoe mooi de regie van Miller ook is, en hoe knap geschreven de dialogen van Zaillian en Sorkin ook mogen zijn (getuige de scène waarin Pitt zich een weg bluft doorheen drie telefoongesprekken om een spelersdeal rond te krijgen), Moneyball is in de eerste plaats het project van Brad Pitt. Columbia kocht de rechten van Michael Lewis’ non-fictieboek Moneyball: The Art of Winning an Unfair Game in 2004. Toen Pitt zich voor het project engageerde in 2007, was er al een scenario-adaptatie klaar. Steve Zaillian schreef een aanvullende draft, en David Frankel (The Devil Wears Prada) kreeg de regie toegeschoven. Frankel ruimde al snel plaats voor Steven Soderbergh, die het project meteen groots zag. Hij wou de film doorspekken met interviews met echte baseballspelers, en daar waren ze bij Columbia niet echt happig op. Waarop Soderberg bedankt werd voor zijn diensten, Aaron Sorkin aan boord kwam voor een aanvullende scenario-rewrite en het project uiteindelijk bij Bennett Miller in de schoot viel.
In totaal was Moneyball dus zeven jaar in productie, en dat lijkt gezien het mooie resultaat geen jaar teveel. Verre van zelfs: deze praatfilm over sport werd door de Amerikaanse recensenten zelfs onthaald als een van de beste films van 2011. We raden je alvast aan om Moneyball ook hier een kans te geven: zelfs als sport jouw dada niet is, valt niet te loochenen dat dit film maken is zoals het moet: goed vertolkt, knap geschreven, mooi geregisseerd. Volbloed cinema heet zoiets. En daar kunnen we tot nader order niet genoeg van krijgen.
23-09-2011 | Plaats 2 | $ 9.501.302 |
30-09-2011 | Plaats 2 | $ 12.031.592 |
07-10-2011 | Plaats 4 | $ 7.453.989 |
14-10-2011 | Plaats 6 | $ 5.500.000 |
21-10-2011 | Plaats 7 | $ 3.981.852 |
28-10-2011 | Plaats 9 | $ 2.387.049 |
04-11-2011 | Plaats 10 | $ 1.786.441 |