Lightyear





verdeler

acteur/actrice (14)



regisseur (1)
producent (1)
director of photography (2)
uitvoerend producent (2)
scenarist (2)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
artdirector (5)
componist (1)

Neen neen, geen soloavontuur voor het bekendste stuk ruimtespeelgoed ooit maar wel een origineverhaal over het bekendste stuk ruimtespeelgoed ooit: dat is wat Pixar in hun zesentwintigste langspeler brengt.
Want blijkt nu dat Buzz Lightyear niet zomaar een speeltuig is, maar dat het fluitend en fleurig en in massaproductie verspreid stuk plastic eigenlijk filmmerchandising is. Geïnspireerd door de film Lightyear – deze film dus – en meteen ook de film die Andy in 1995 zag voordat hij toen voor zijn verjaardag de door hem zo gegeerde Buzz Lightyear kreeg. Een metapixar zowaar deze prent en eigenlijk dus ook een spin-offprequel op het Toy Story-kwartet. Al kreeg Buzz Lightyear eerder in het jaar 2000 reeds een eigen universumpje met de animatiereeks Buzz Lightyear Of Star Command. Lightyear krijgt meteen ook voor de derde keer een nieuwe stem: na Tim Allen en Patrick Warburton mag nu Chris Evans zijn stembanden smeren met de To Infinity And Beyond zinsnede.

Zo ver gaat de film zelf niet: Lightyear wordt nooit zo geestig begeesterend als de Toy Story-films en de grens tussen eerbetoon, fanservice en kille commercie is vaak zelfs dun om te trekken. De film brengt tweespaltentertainment: langs de ene kant overheerst het gevoel ‘is het dat maar’, maar langs de andere kant valt niet te loochenen dat Lightyear heel knap is gemaakt en dat de film zelfs zonder het onderste uit de kan te halen toch weet te entertainen. Wat uiteraard ook een kunst is.
Het Pixarkwaliteitskeurmerk is dus wis en waarachtig aanwezig: de animatie is overdonderend, het oog voor detail naar goede gewoonte lovenswaardig en de integratie van kleine en grote grappen in een overkoepelend geheel dat eens te meer focust op volwassen materie zoals daar zijn sterfelijkheid en eigenwaarde houdt alles best op koers. Maar verwonderen doet het niet – al zullen pakweg zevenjarige ruimtefans dat ongetwijfeld – en zelfs hopelijk – anders zien. Mooi is wel dat Pixar opnieuw niet kiest voor een gejaagde aanpak: geen ADHD-stortvloed dus, een triomfantelijke score van Michael Giacchino – zijn zevende voor Pixar dusver – en bovenal respect voor de materie en het publiek. Het scenario zelf is misschien wat te statig en misschien ook wat te volwassen voor de melktandenwisselende kleinste kijkers die in de eerste plaats zoveel mogelijk ruimtemonsters en -gevechten willen zien en het eigenlijk moeten doen met een tijdreisavontuur met licht-filosofische inslag. En daarvoor ter compensatie worden beloond door veelvuldig uit de ondergrond opduikende vervaarlijke slingerplanten en kloeke robots – aangevoerd door keizer Zurg die hier ook zijn origineverhaal krijgt.

Al zit de echte Pixarmagie toch vooral in het scènestelende robotkattebeest Sox die zowel als dier en als robot met de leukste momenten aan de haal mag gaan. En de eerste tijdreismontage waarin – lichte spoiler – iedereen behalve Buzz Lightyear meermaals vier jaar ouder wordt is dan weer een mooie variante op de klassieke Up-opener. Of hoe Pixar met geijkte elementen toch weer tintelende dingen doet. Een kwaliteitskeurmerk dat al menige Pixarprent met op zijn minst drie symbolische sterren de nacht heeft ingestuurd. Zo ook deze Lightyear die ze krijgt zonder echt potten te breken maar gewoon omdat het … ah wel ja, schoon is. Misschien moet Pixar voor de ongebreidelde slapstickleute Hamm en Rex eens samen brengen in een avond- of namiddagvullende langspeler.
© tekst:
17-06-2022 | Plaats 2 | $ 50.577.961 |
24-06-2022 | Plaats 5 | $ 18.158.565 |
01-07-2022 | Plaats 6 | $ 6.451.931 |
08-07-2022 | Plaats 7 | $ 3.081.094 |
15-07-2022 | Plaats 10 | $ 1.400.546 |