Drive Angry
verdeler
acteur/actrice (5)
regisseur (1)
Het bioscooppubliek voor foute trashfilmpjes dunt verder uit. Eerst ging “Grindhouse”, de double bill van Quentin Tarantino en Robert Rodriguez kopje onder. Daarna vertoonde Rodriguez’ spin-off “Machete” koudwatervrees. En vervolgens kreeg Patrick Lussiers “Drive Angry” nauwelijks kans om pootje te baden met een recette van hoop en al tien miljoen dollar in Obama’s Verenigde Staten. Een “box office bomb” heet zoiets in het Hollywoodjargon. Jammer natuurlijk, want op die manier zal Hollywood willens nillens verder blijven investeren in familievriendelijke eenheidsworst, tenzij krachtpatsers als Stallone bereid zijn om hun uitgerafelde imago’s af te stoffen voor een retrovriendelijke comeback (“The Expendables” werd immers wel een dikke hit).
Al hoeft het floppen van “Drive Angry” niet echt te verwonderen. De pulpminnende parasieten in ons cinefiele lijfje moeten immers – zij het met tegenzin en schoorvoetend – toegeven dat dit geen al te goede film is. Aan individuele sterke scènes geen gebrek: fans van aan flarden geschoten ledematen, blote vrouwspersonen, schabouwelijke schuttingtaal en gierende autobanden zakken toch maar best naar de bios af. De som van het geheel raakt nooit echt van de grond: alsof Lussier en coscenarist Todd Farmer (die eerder samen de remake van “My Bloody Valentine” draaiden en nu de voorbereidingen aan het treffen zijn voor de “Hellraiser”-reboot) vergaten de handrem uit te schakelen tijdens het schrijven van hun toch wel vrij geschift geesteskind.
Nicolas Cage is levende dode John Milton. En de man is kwaad. Zo kwaad dat hij aan het stuur van een gierende bolide langs de hellepoort van Satan weet te glippen. Blijkt immers dat je in de hel niet echt dood bent, maar wel onophoudelijk wordt gefolterd. Niet zozeer door op een zwavelspijkerbed te moeten zitten, maar door onophoudelijk naar beelden te moeten kijken waarop de pijn van je geliefden te zien is. En zo ontdekt Milton dat zijn dochter in de ban is geraakt van duivelsvereerder Jonah King (Billy Burke) en zijn geschifte sekte. Wanneer Miltons dochter Jonah wil verlaten, mept hij het arme kind morsdood om vervolgens haar babydochter te ontvoeren om dat te offeren bij de eerstvolgende volle maan. Iets dat Milton niet wil laten gebeuren, vandaar dus zijn ontsnapping uit de hel. Een ontsnapping die niet naar de zin is van Beëlzebub hemzelve, die prompt zijn boekhouder (William Fichtner) achter Milton aanstuurt om hem terug te halen. Inmiddels krijgt Milton bij zijn queeste het gezelschap van grofgebekt oogsnoepje Piper (Amber Heard). Het resultaat: heel wat kunst-, vlieg- en schietwerk, gebracht met de subtiliteit van een mokerhamer op een krachtpatserskermis.
Patrick Lussier is blijkbaar een fan van 3D. Nadat hij eerder “My Bloody Valentine” in 3D draaide (en daarmee al zijn fascinatie voor rondrennende naakte vrouwen demonstreerde) nam hij ook “Drive Angry” in “real 3D” op. Dat wil zeggen dat de film met 3D-apparatuur is gedraaid en niet achteraf van 2D naar 3D is geconverteerd, zoals bij meer prenten het geval is. Dat zorgt voor extra diepte en schwung, maar erg veel vangt Lussier daar niet mee aan. Door een paar slow motion 3D-effecten in te lassen, leunt zijn film zelfs dichter aan bij pakweg “The Matrix” dan bij fijne cultklassiekers uit het seventiesvilbeluik (“Race With The Devil”). En dat is een beetje jammer. Neem nu de spraakmakende scène waarin Cage terwijl hij aan het vrijen is plots wordt belaagd door een tiental snoodaards met hakmessen en andere vlijmscherp spul. Zonder van de vrouw af te komen knalt hij iedereen af, daarbij de hotelkamer in een abattoir veranderend. En dat allemaal in slowmo, met kogels die traag maar zeker op hun openspattend doel afgaan. Inventieve pulp, maar iets zegt ons dat het resultaat zonder de moderne foefjes nog meer impact zou hebben gehad.
De grootste dooddoener blijft echter het fletse scenario. Het begint allemaal lekker sardonisch, maar na een uur loopt het allemaal vast. Fichtner, Cage en Burke blijven elkaar maar achtervolgen en de inspiratie die Lussier en Farmer (die zelf even opduikt als de overspelige echtgenoot van Heard) in het begin als chocoladesaus over hun aantrekkelijke bollen vanille goten droogt uiteindelijk veel te snel op. Waardoor je eigenlijk opgezadeld zit met een saaie grindhousefilm, en dat is een combinatie die nefast is voor de cinefiele vreugde. Op zijn beste momenten is “Drive Angry” ontegensprekelijk geïnspireerde pulp, maar al te vaak glijdt het af naar hoofdpijn- en slaapverwekkende flauwekul. Een onevenwichtig Z-filmpje dus, de geslaagde adrenalineopstoten (en de cameo van Tom Atkins!) ten spijt.
25-02-2011 | Plaats 10 | $ 1.947.092 |