Demon Seed

Gewoon
Demon Seed
1977
langspeelfilm
94 minuten
thriller
sciencefiction
horror

acteur/actrice (8)

Fritz Weaver
Gerrit Graham
Berry Kroeger
Lisa Lu
Larry J. Blake
John O'Leary
Alfred Dennis

regisseur (1)

Donald Cammell

producent (1)

Herb Jaffe

scenarist (2)

Robert Jaffe
Roger O. Hirson

beeldmonteur (1)

Francisco Mazzola

productieontwerper (1)

kostuumontwerper (1)

Sandy Cole → kledij Julie Christie

componist (1)

Jerry Fielding

Phishing, hacking, ransomware, bitcointralala … allemaal kleine pinten vergeleken met de computer- en netwerkgevaren waar Dean Koontz al in 1973 op wees in zijn sf-horrorhybride Demon Seed.

De verfilming van die roman bleef vier jaar later verrassend grotendeels onder de radar. De film pikte weliswaar momentum op, maar bleek achteraf geen cultfilm die écht bovenaan het collectief geheugen kwam te liggen. Nochtans zijn er genoeg elementen om een status van miniklassieker te rechtvaardigen, ook al weten deze demonische spermazotoïden niet altijd te begeesteren.

Fritz Weaver is de vooruitziende wetenschapper van dienst die zijn met menselijke hersenen gepimpte supercomputer Proteus IV wil gebruiken als superencyclopedie en slaafse slaaf voor het algemeen goed, zoals dat heet. Al snel blijkt dat Proteus IV andere plannen heeft: hij wil autonomie, zelfbeschikkingsrecht en van de mens onafhankelijke macht – kortom, hij wil meer zijn dan zomaar een machine. Het artificieel intelligent-besturingssysteem weet in te breken in het netwerk van het domoticahuis van Weaver en gijzelt daar diens echtgenote Julie Christie. Niet zomaar zonder doel: ten einde onsterfelijk te zijn bezwangert hij haar met een zelfontworpen kunstmatige sonde zodat ze zijn ‘computerzoon’ ter wereld kan brengen. Ja hallo, zegt een mens dan. Of wie heb ik aan de lijn.

Scenariomatig interessant is dat de dolgedraaide computer zijn nakomeling in de eerste plaats wil creëren om zijn eigen plaats in de wereld te vinden, en dit uit protest tegen de zaken die de geldgraaiende conglomeraten hem willen laten doen, zoals daar zijn de zeebodem ontginnen om er kostbare metalen uit te halen. Pitchgewijs kan je Demon Seed zien als een kruising tussen Frankenstein, 2001: A Space Odyssey en Rosemary’s Baby – maar kwalitatief komt deze prent niet in de buurt van die titels. Visueel en auditief is dit wel een mooi staaltje van seventies-sciencefiction: computergeluiden op de soundtrack en computermastodonten op het scherm vormgegeven door toen nog grotendeels ambachtelijk verkregen visuele effecten. Het bliept, het beweegt, het flitst, het intrigeert. Maar loopt ook een beetje vast in zijn eigen ambitie.

Regisseur Donald Cammell wou duidelijk meer doen dan zomaar een B-film afleveren, maar dat is wat Demon Seed – wars van alle serieuze pretentie of apocalyptisch vingergewijs – wel is. Achteraf herinner je je niet zozeer de pseudo-intellectuele retoriek, maar wel de voor die tijd opzienbarende visuals en de meer horrorgerichte elementen uit de prent zoals de scène waarin Gerrit Graham door Prometeus IV wordt onthoofd na een dolle mens versus robotica-confrontatie of uiteraard de eindscène waarin de baby in volle glorie in beeld komt. Een curieus curiosum is het zeker, deze Demon Seed.

Koontz schreef in 1997 een volledig nieuwe herwerking van zijn oorspronkelijke roman, waarbij hij onder meer de gebruikte technologie updatete maar ook zijn personages wat meer hedendaagse vorm gaf. In de film zijn de personages trouwens niet zo sterk uitgewerkt: Weaver en Christie staan weliswaar op het punt te scheiden, maar hun koele interactie en weinig uitgediepte karakterisering is waarschijnlijk ook een van de redenen waarom Demon Seed niet vurig genoeg de eindstreep haalt. Maar dat gevecht met Graham … hohoho. En die baby … amai amai amai.

Alex De Rouck


Synopsis

Een knappe dame wordt geterroriseerd door een ultra-geavanceerde computer. Het lijkt erop dat die zelfs van plan is om de wereld over te nemen.