The Curious Case of Benjamin Button
verdeler
acteur/actrice (15)
regisseur (1)
producent (3)
scenarist (1)
Koning, Keizer, Admiraal, sterven doen ze allemaal. Hetzelfde geldt helaas ook voor Filmfreakredacteurs en andere filmgepassioneerde slimmerds. Maar voorlopig zijn we alive en kicking (hoest hoest), en kunnen we nog wat duiding geven bij het curieuze levens- en stervenslot van Benjamin Button. Geboren als oude man (als miniatuurmens van 86 om precies te zijn) en jong stervend (hij blaast zijn laatste adem uit als blakende baby) heeft zijn levensodyssee alles in zich om als interessante brok dramatiek balletjes op te gooien over het heengaan van alle menselijk leven. Amen.
Benjamin Button (Brad Pitt) wordt in New Orleans geboren op de avond dat WO I officieel ten einde is. Maar Benjamin is geen gewone baby: hij mag dan nog van gemiddelde babylengte en –breedte zijn, zijn huid, organen en beenderen zijn die van een bejaarde man van 86. Zijn vader Thomas (Jason Flemyng) is geschokt als hij zijn zoon ziet, en hij stelt hem verantwoordelijk voor de dood van zijn vrouw in het kraambed. Hij legt de baby als vondeling op de trappen van een bejaardentehuis, waar hij wordt gevonden door de verpleegster Queenie (Taraji P. Henson) die besluit om de vondeling op te voeden. En zo slijt Benjamin zijn jeugdjaren als kleine krasse knar tussen ‘leeftijdsgenoten’. Wanneer Benjamin een gezonde tiener is geworden (en er maar zestig meer uitziet), lonkt het avontuur. Hij laat zich inlijven bij de crew van sleepbootkapitein Mike (Jared Harris) en komt zo in het vaarwater van de Tweede Wereldoorlog terecht. Sneller kloppen doet zijn hart dan weer bij het zicht op en de gedachte aan Daisy (Cate Blanchett), die hij reeds als kind leerde kennen. Maar of hij haar ooit de zijne zal kunnen noemen is nog maar de vraag. Innerlijk mogen ze dan op elkaar afgesteld zijn, uiterlijk lijken ze enkel maar samen te kunnen zijn wanneer ze beiden in hun veertiger jaren zijn. Of is de liefde tussen de twee toch sterk genoeg om surreële offers te brengen? Want terwijl Daisy waardig oud wordt, glijdt Benjamin af naar het stadium van een tiener met Alzheimer…
The Curious Case of Benjamin Button, gebaseerd op een kortverhaal van F. Scott Fitzgerald uit 1921, kreeg van scenarist Eric Roth (die eerder al onder meer Forrest Gump bij elkaar pende) een nodeloos breed uitgesmeerde adaptatie. Zelfs al herbergt dit epos een diepdroevig mensenverhaal, de uitwerking komt nooit echt van de grond. Dat komt hoofdzakelijk door een gebrek aan focus en dosering. Het duurt lang eer het verhaal je echt bij de lurven grijpt, en als het boeiend of dramatisch dreigt te worden is de film al meer dan twee uur ver, en moet alles plots snel snel gaan omdat de film dan in het laatste halfuur is aanbeland. De nevenpersonages zijn nauwelijks uitgetekend, de verschillende episodes vaak schetsmatig met elkaar verbonden en meer dan wat applausmatige bewegingen voor de uitstekende make up en digitale effecten roept het eerste anderhalf uur nauwelijks op.
De film krijgt meer spankracht als Pitt avonturen beleeft buiten het bejaardentehuis, maar toch blijft het allemaal sputteren. Jammer, want de kern bevat een interessant gegeven. De echte dooddoener is echter de nodeloze raamvertelling in New Orleans. Terwijl orkaan Katrina aan de rolluiken rammelt, leest Daisy’s dochter (Julia Ormond) de stervende Daisy voor uit het dagboek van Benjamin. Langs de ene kant lijkt het nodig om Buttons verhaal met een voice over te vertellen, maar de momenten waarop de narratie wordt onderbroken omdat Ormond even haar neus moet snuiten of omdat het kussen van Blanchett aan een opschudbeurt toe is, zijn overbodig en flets geïntegreerd. Het opvoeren van de orkaan Katrina zal vast wel een allegorische betekenis hebben, vraag is welke. Wie het antwoord kent, mag het altijd insturen op een gele briefkaart naar de redactie.
The Curious Case of Benjamin Button slaagt er maar zelden in om te ontsnappen uit de verstikkende scenariococon. Is het daarom een volledig slechte film? Dat (gelukkig) niet, maar een goede wordt het ook niet. De scheepsladingen oppervlakkig sentiment staan immers elke vorm van ontroering in de weg. Met een saccharineregisseur aan het roer, was dit waarschijnlijk een echte draak van een film geweest. Met David Fincher aan de megafoon valt er gelukkig toch nog wat te beleven. Hij brengt Buttons reis in beeld met scheepsladingen subtiele en briljante visuele effecten waarbij Pitt afwisselend oogt als oude knar en als jonge adonis. Een resultaat dat tot stand kwam met ouderwetse make up (uit de studio van Greg Cannom) en met gesofisticeerde digitale effecten. Ook over de look is nagedacht: oude beelden filmt Fincher in sepiakleuren en met krassen in het beeld, op andere momenten lijkt het dan weer op prentkaartencinema die met een toverstaf tot leven is gebracht. De film is dan ook opmerkelijker en substantiëler op het gebied van make up en digitale hocus pocus dan op het vlak van verhaaluitwerking. Want hoezeer we Button ook willen omarmen, de weinig coherente structuur en gebrek aan focus zorgen vooral voor verveling en verwarring in plaats van oprechte verwondering.
26-12-2008 | Plaats 3 | $ 26.853.816 |
02-01-2009 | Plaats 3 | $ 18.691.248 |
09-01-2009 | Plaats 5 | $ 9.450.000 |
23-01-2009 | Plaats 9 | $ 6.085.919 |