Big Game
verdeler
acteur/actrice (9)
regisseur (1)
producent (1)
Wie denkt aan Finse actiecinema, komt al gauw bij Renny Harlin uit. Momenteel is de langharige viking wat op de sukkel, ooit stond hij aan het roer van potent blockbustermateriaal als Die Hard 2 en Cliffhanger. Debuteren deed hij destijds in zijn thuisland met het gedeeltelijk met Amerikaans geld meegefinancierde Born American. Wie Jalmari Helanders Big Game ziet, kan besluiten dat de opvolging verzekerd is. Als Helander de ambitie heeft om in Hollywood met het grote geld te gaan knikkeren, dan heeft hij nu alvast een solide visitekaartje afgeleverd. Zijn tweede zelfs, zoals liefhebbers van Europese cultcinema die zijn debuut Rare Exports zagen zullen beamen.
Big Game doet het als Fins/Brits/Duitse productie volledig zonder Hollywoodfondsen. De producers wisten wel Samuel L. Jackson te strikken, en dat zelfs voor de rol van Amerikaanse president. Op weg naar een conferentie in Helsinki schieten terroristen Air Force One neer en de president kan ontsnappen in een noodcapsule. Hij stort neer in de onherbergzame wouden van Finland, waar hij wordt ontdekt door de dertienjarige Oskari (Onni Tommila) die er net zijn volwassenwordingsrite ondergaat: helemaal alleen een tijd in het bos doorbrengen en er al jagend zijn mannelijkheid bewijzen. De jonge woudloper en de president slaan vervolgens de handen in elkaar om uit de klauwen van hun achtervolgers te blijven.
Big Game omschrijven als een juniorversie van Die Hard is niet ver naast de waarheid. Helander etaleert zoveel actie als enigszins mogelijk met zijn budget van 8,5 miljoen dollar, en houdt alles strak en gestroomlijnd. Er hangt bijna geen grammetje vet aan de manier waarop de personages zijn geportretteerd en ook de explosies blijven beperkt tot de basics. Zo beperkt, dat de film zonder eindgeneriek afklokt op een speelduur van nauwelijks tachtig minuten. Op zich geen probleem – om het met Raymond te zeggen: het gaat verbazend goed vooruit – maar toch steekt hier en daar het gevoel de kop op dat er meer te halen viel uit dit ontegensprekelijk originele concept.
Helander scoort goede punten voor de manier waarop hij de actiesegmenten in beeld brengt, maar de tussenliggende dialogen zijn te weinig gepolijst om te scoren. Met uitzondering van Jacksons “you have to cock it, motherfucker” weliswaar. Helemaal te bar wordt het tijdens de Pentagonscènes. Die zijn zo bewust stereotiep – Jim Broadbent is hilarisch als sandwichkauwende CIA-specialist – dat het lijkt alsof Helander in de eerste plaats een actieparodie wou draaien. Met alle clichés afgevinkt, én herleidt naar een genreformule die zo uit het Cannonboekje lijkt te komen. Wat maakt dat Big Game uiteindelijk beter scoort als knipooggrap dan als echt volwaardig bevredigende film.
Of Helander dat ook zo bewust heeft gewild, is natuurlijk nog maar de vraag. Her en der is de film zelfs vrij slordig, getuige de onafgewerkte verhaaldraad die tijdens de laatste tien minuten naar boven komt. Een overbodige twist die niets toevoegt. Mooi is dan weer wel de manier waarop Jackson als volwaardige Hollywoodster in het geheel is geïntegreerd: de respectvolle interactie tussen hem en de jonge Tommila – ook te zien in Rare Exports trouwens – is misschien nog wel meer dan de actie, het échte hart van de film.