Roberto Rossellini

Roberto Rossellini
° 08-05-1906
+ 03-06-1977
✞ Leeftijd bij overlijden: 71


genomineerd Oscars ® 1950
1 keer genomineerd voor een Oscar

Zijn vader was architect.  Roberto Rossellini zelf was al op jonge leeftijd bijzonder gefascineerd door alles wat mechanisch was.  Tijdens zijn jeugdjaren kan hij voor een aantal ingenieuze toestellen als uitvinder bestempeld worden.

Maar gaandeweg raakte hij ook geïnteresseerd in film.  Hij heeft dan ook heel wat tijd gesleten in een filmzaaltje in Rome dat zijn vader had ontworpen.

In zijn latere carrière combineerde Rossellini de twee vermelde zaken.  Zo vond hij een aantal zaken uit op vlak van camera, lenzen en belichting die hij later met succes zou gebruiken in zijn films.

Roberto Rossellini kwam in de filmwereld terecht in 1938 maar eigenlijk als amateur.  Zijn eerste films waren kortfilms die hij opnam in een kamer die hij had omgevormd tot een soort van studio in de villa van de familie Rossellini, gelegen vlakbij Rome.

De tweede daarvan, Prelude à l’après-midi d’un faune, werd geweerd door de Italiaanse censuur die de prent omschreef als onfatsoenlijk.  Uitgerekend op dat moment probeerde het fascistische regime jong talent van goeden huize de stap naar de nationale filmindustrie te doen zetten.  Niet verrassend dat Rossellini dan ook in de armen van het regime werd gesloten : hij werd aangewezen om aan het scenario te schrijven van Luciano Serra Pilota (1938), een propagandafilm die geregisseerd werd door Alessandrini onder de supervisie van Vittorio Mussolini, de zoon van de dictator.

Na nog enkele projecten werd hij gevraagd een documentaire te maken rond een hospitaalschip.  Maar hij begon de film te draaien als een niet-documentaire en halfweg het project werd besloten om er een langspeelfilm van te maken, een drama dat de titel La Nava bianca meekreeg.

Nog voor de geallieerden Italië binnenvielen regisseerde hij nog twee Fascistische geïnspireerde films tot hij in 1943 begon aan de opnames van Desiderio, een soort van voorloper van de neorealistische filmstrekking die er zat aan te komen.  Halfweg de productie hield Rossellini het voor bekeken waarna de film in 1946 werd afgewerkt door een andere regisseur.

De ideeën van Rossellini weken op een aantal punten nogal af van wat gebruikelijk was voor de tijd waarin hij leefde waardoor hij regelmatig onder vuur werd genomen.  Zo werd hij afgedaan als communist, fascist, godslasteraar én iemand die het niet zo nauw neemt met de huwelijkstrouw, waarover later in deze biografie meer…

De eerste beschuldigingen moet je natuurlijk zien in de tijdsgeest van de jaren ’40.  De periode waarin Rossellini’s carrière van start ging, in Italië én in de tijd van Mussolini, het moment ook waarin weliswaar films werden gemaakt maar dan wel onder het toeziend oog en soms zelfs met de noodzakelijke goedkeuring van het regime.

Op het einde van de tweede wereldoorlog kwam Rossellini dus naar voor als een soort van voortrekker van de neorealistische beweging op een moment dat Italië plots belangrijk(er) werd.  Hij maakte een soort van trilogie opgebouwd rond de Tweede Wereldoorlog die stuk voor stuk eigenlijk mijlpalen werden wat de Europese cinema betreft na WW II.  Open City/Citta aperta bijvoorbeeld die het Amerikaanse publiek positief verraste door zijn aanpak : op een ruwe, rauwe manier in de vorm van een soort filmjournaal de oorlogsravage in Europa beschrijven.  Deels gebaseerd op ware feiten, deels op fictie beschreef de film ook de jacht op, het gevangen nemen én het martelen van een Communistische verzetsleider en zijn kompanen door de Gestapo.  De film werd integraal opgenomen in de straten van en in appartementen in Rome.  Het waren niet alleen de authentieke locaties die de film zo bijzonder maakten, naast de acteerprestaties van de grotendeels niet-professionele cast was er bovenal de indrukwekkende manier waarop Anna Magnani en Aldo Fabrizi hun rol vertolkten.

Paisan werd de tweede film.  Die bestond uit zes afzonderlijke stukken die elk een ander aspect van de interactie tussen bevrijde Italianen en bevrijde Amerikanen behandelden.

Germany Year Zero/Germania Anno Zero (1947) was dan weer een sombere film waarin een jongetje uit Berlijn centraal staat die op zo’n manier beïnvloed wordt door het corrumperende van de Nazi-ideologie dat hij zijn zieke vader vergiftigt en hierna zelfmoord pleegt.

L’Amore/Woman/Ways of Love (1948) werd eigenlijk een tweedelige hommage van Rossellini voor Anna Magnani en wat hem betreft een eerste stap weg van de neorealistische beweging.

De jaren ’50 was de periode waarin de in Zweden geboren Ingrid Bergman een cruciale rol speelde.  Op het moment dat ze zelf het hoogtepunt van haar carrière beleefde in Hollywood schreef ze zowaar een fanbrief aan Rossellini waarin ze niet alleen haar bewondering voor de filmmaker toelichtte maar ook aanbood om met hem samen te werken. 

Het werd meer dan dat : de twee ontmoetten elkaar, werden verliefd en trouwden in 1950.  Het publiek veroordeelde het huwelijk, voornamelijk omdat de twee hiervoor hun respectievelijke echtgeno(o)t(e) verlieten en in de tussenperiode richting huwelijk als minnaars samenleefden.  Het leidde tot een soort van onofficiële boycot van hun films, niet alleen in Amerika maar ook in andere landen.

Uit hun relatie werden twee kinderen geboren : een zoon en een meisjestweeling.  Op professioneel vlak was hun relatie/huwelijk eerder nefast voor hun carrière.  Geen van de films die hierna volgden was een commercieel succes, laat staan dat de critici er iets positiefs over zegden of schreven.  Daar is Stromboli maar één voorbeeld van.

Het was tevens een periode waarin Rossellini zwaar onder vuur lag bij de critici omwille van zijn films.  De regisseur beweerde dat hij evolueerde naar een filmstijl waarin de innerlijke geestestoestand van zijn personages voorop stond, de recensenten vonden het allemaal maar een saaie boel, maakten zijn films met de grond gelijk en trokken in bepaalde gevallen de aanpak van Rossellini zelfs in het belachelijke.

In 1957 choqueerde Rossellini het publiek opnieuw door zijn affaire met de Indiase scenariste Somali Das Gupta.  Toen zij zwanger werd leidde dit tot een breuk met en een echtscheiding van Bergman.  Toen een jaar later de documentaire India werd vertoond op het Filmfestival van Moskou zorgde dit niet alleen voor boegeroep bij het publiek, een deel van hen verliet ook de zaal tijdens of zelfs nog voor de vertoning.  De film flopte ondanks dat een aantal belangrijke critici India omschreef als een briljante, schitterende film.

In de jaren ’60 besloot Rossellini om voor de televisie te gaan werken.  Slechts drie van zijn films die hij maakte na 1962 waren initieel bedoeld om uitgebracht te worden in de bioscoop.  Hij maakte een aantal tv-films waarvan The Rise of Louis XIV (1966) de belangrijkste was.  Hij bleef zoeken naar alternatieve verhaalvormen maar concentreerde zich inhoudsmatig op historische onderwerpen, zoals bij de laatst vermelde film.

Rossellini regisseerde niet alleen langspeelfilms voor de bioscoop en voor televisie, hij was ook regisseur voor toneel en opera en schreef ook zelf de scenario’s voor een aantal van zijn films.

Zijn broer Renzo Rossellini (°1908 Rome, + 1982) was een componist én muziek-criticus.  Hij schreef de muziek voor heel wat Italiaanse films waaronder de meeste van zijn broer.

Isabella Rossellini is de dochter van Roberto Rossellini.

Oscars ® 1950 Genomineerd Beste verhaal en scenario Paisa (Paisan)