Edith Evans
acteur/actrice
(8)
Edith Evans studeerde acteren tijdens de avond- en nachturen nadat ze overdag had gewerkt als modeontwerpster. Ze maakte haar professioneel toneeldebuut op 1 augustus 1912 toen ze pas veertien was (!). Ze was in de jaren die volgden vooral te zien in toneelstukken, zowel in Londen als op Broadway. Pas later in haar carrière acteerde ze ook in films. Ze is vooral gekend als Lady Bracknell uit The Importance of Being Earnest. Dat personage vertolkte ze niet alleen in het toneelstuk maar ook in de film én op de radio. Dat zorgde er allicht voor dat ze na een tijd genoeg had van die vertolking. In de jaren die volgden kon ze zich volledig ontplooien op de toneelplanken.
Ze maakte haar filmdebuut in de stille/zwijgende films A Welsh Singer (1915) en East Is East (1916) en ze was bijna zestig toen ze te zien was in haar eerste geluidsfilm (!).
In 1946 kreeg ze de titel van Dame of the British Empire, iets wat ze vooral te danken had aan haar belangrijke bijdrage aan het toneel.
The Queen of Spades (1949) was haar eerste belangrijke film, een opmerkelijke ook als je weet dat ze geen woord spreekt in de ganse film (!) en het moest hebben van haar alles zeggende gelaatsuitdrukking(en). En dat Evans van haar vak hield bewees ze toen ze op 79-jarige leeftijd in The Whisperers nog te zien was als oude, eenzame vrouw die in een wereld van illusies leeft, ongetwijfeld één van haar beste rollen. Ze kreeg er de New York Critics Award voor. Even indrukwekkend was haar rol als brutale tante in Tom Jones.
Op 28 november 1963 werd Gentle Jack van toneelschrijver Robert Bolt voor het eerst vertoond, plaats van het gebeuren: het Queen's Theatre in Londen. Naast Edith Evans was de energieke Kenneth Williams te zien in de titelrol als Jack of the Green. Evans vond de casting van de acteur maar niks en liet dat ook duidelijk blijken bij producent Hugh 'Binkie' Beaumont: "Why on earth have you cast that Kenneth Williams?" klonk het. "I think he'll be rather good" antwoordde Beaumont, gevolgd door "Why?" waarop Evans heel traag haar antwoord klaar had: "He's got such a peculiar voice!".
Edith Evans trouwde op 9 september 1925 in de St Saviours Church vlakbij Claverton Street in Londen met George 'Guy' Booth. Zes jaar later overleed hij aan de gevolgen van een hersentumor. De twee kregen geen kinderen.
De vrije tijd die Edith Evans had als ze eens niet aan het werk was spendeerde ze aan tuinieren, lezen en naar football kijken op televisie.
In juli 1971 kreeg ze een zware hartaanval waar ze toch nog wist van te herstellen. Vijf jaar later stierf ze een natuurlijk dood in haar bed, thuis in Kilndown Kent.
Van de actrice werden meerdere biografieën uitgebracht. Ned’s Girl in 1977, geschreven door Bryan Forbes die ook al regisseur was van Evans in The Whisperers (1966) en The Slipper and the Rose (1976). De tweede was Edith Evans: A Personal Memoir van Jean Batters.
Oscars ® 1965 | Genomineerd | Beste actrice in een bijrol | The Chalk Garden |
Oscars ® 1964 | Genomineerd | Beste actrice in een bijrol | Tom Jones |
"As a young actress, I always had a rule : If I didn't understand a line, I always said it as though it were improper."