Violet

Violet
2014
29/10/2014
langspeelfilm
drama

acteur/actrice (1)

César De Schutter →  Jesse

regisseur (1)

Bas Devos
Violet

Slow cinema: niet iedereen moet er van weten. Ook niet als het van eigen bodem komt. Op de een of andere manier lopen er in Vlaanderen heel wat cineasten (m/v) rond (Fien Troch, Caroline Strubbe, Benny Vandendriessche …) die zich bekwamen in films die in eerste instantie visueel tot de verbeelding spreken terwijl ze een vaak introspectieve plot brengen. Vooral tot lering en vermaak van de filmjournalisten meestal, daar het (grote) publiek maar zelden geïnteresseerd lijkt in deze werken.

Bas Devos mag zich na zijn hermetisch langspeeldebuut “Violet” ook in dat lijstje van ‘trage cinema’ scharen. En niet zomaar ergens onderaan, maar direct in de bovenste regionen. Devos’ debuut ging in première op het festival van Berlijn, en gaat inmiddels de volledige festivalwereld rond. Veelal overladen met lof en/of prijzen. In feite liggen alle credentials voor een succesvolle carrière klaar, vraag is natuurlijk hoe groot het publiek is voor wat in de eerste plaats een experimentele brok cinema is, waarbij de symbiose tussen vorm en inhoud niet aan iedereen zal besteed zijn.

Violet

De openingsscène zuigt je al direct mee in het geheel. Op verschillende beveiligingscameraschermen zien we – vanuit meer dan één standpunt – hoe een jongen in een groezelige winkelgalerij wordt belaagd door enkele leeftijdsgenoten. Wat er precies gebeurt is niet meteen duidelijk, behalve dan dat de jongen enkele minuten later neerzijgt en het slachtoffer is van zinloos geweld. Behalve de camera’s is er nog een getuige: de vijftienjarige Jesse (César De Schutter), de beste vriend van het slachtoffer. In plaats van in te grijpen bleef hij tijdens de moord angstig aan de zijkant staan.
Knap alvast hoe Devos met een lange scène waarin geen woord wordt gesproken de aandacht weet vast te houden – en al dan niet bewust een stevig eresaluut aan het oeuvre van Michael Haneke inbouwt. Na de dood van Jonas wordt Jesse zo goed en kwaad als het gaat opgevangen door zijn andere vrienden waarmee hij een BMX-passie deelt, maar hij weet niet altijd hoe hij met het verlies en het trauma om moet gaan. We zien veel en niets tegelijk: hoe zijn vader hem er bovenop probeert te helpen, hoe hij een steun is voor de ouders van Jonas, hoe sommige van zijn vroegere vrienden hem mijden, anderen hem helpen en vooral hoe het leven voor Jesse nooit nog hetzelfde kan en zal zijn.

Als vormelijk experiment heeft “Violet” zeker kwaliteiten. De film is volledig opgebouwd uit statische scènes. Scènes waarin vaak niets wezenlijks gebeurt, maar waarmee Devos traag maar (tref)zeker binnendringt in de leefwereld van de vijftienjarige Jesse. Dat de cineast her en der vergelijkingen oproept met het werk van Gus Van Sant (“Paranoid Park” en “Elephant” op kop) hoeft niet te verwonderen. Er zijn immers bijna geen dialogen in “Violet”: Devos vertelt alles met beeldcomposities en geluidsevocaties. Een aanpak die zeker fascineert en intrigeert, maar uiteindelijk niet passioneert. Voor elke scène die doel treft (de openingsscène, die waarin Jesse geconfronteerd wordt met een internetfilmpje van de moord, de bloemenruikers die worden opgeruimd op de plaats van de misdaad, het BMX-ballet, Jesse die in het donker het huis van Jonas’ ouders observeert …) zijn er meerdere die teveel neigen naar neuzelig behang. Donkere shots waarin de regen valt, auto’s door het schemerdonker rijden, observaties van dagelijkse handelingen … ze mogen dan misschien wel helpen om de innerlijke gemoedstoestand van de personages te treffen en om de pijn te symboliseren, na verloop van tijd wordt het een stijlkeuze als een ander. Eentje die bewust zo ver mogelijk af staat van eender welke commerciële toegeving (dit is eerder filmkunst dan cinema), maar het blijft een keuze die evenzeer manipuleert als de zoveelste feelgoodsong op de klankband van een romantische komedie. Het is nog altijd Devos die als dirigent duidt waar je als kijker heen moet. Je voelt je niet triestig omdat je begaan bent met het lot van César, maar omdat Devos wil dat je daarmee begaan bent. Of hoe deze eigengereide en experimentele ‘kunst’-aanpak eigenlijk ook maar gewoon een manipulerend stijlkenmerk is. En dat levert best wel een interessante kijk- en beleefervaring op, maar ook niet meer dan dat.

Violet

Wie openstaat voor trage en minimalistische cinema en de wil heeft om zich te laten meedrijven op Devos’ en director of photography Nicolas Karakatsanis’ beeldenstroom zal zich misschien wel bereid voelen om “Violet” als een meesterwerk te omarmen. Je zal daar niet alleen instaan, daar “Violet” zich op korte tijd al van een grote schare supporters wist te verzekeren. Wie de klik niet voelt, en het allemaal maar wat arty farty en afstandelijk vindt, zal waarschijnlijk liever de armen van Morpheus opzoeken. Wie de proef op de som wil nemen – en de Belgische première op Film Fest Gent heeft gemist – kan vanaf deze week in een zestal arthousecinema’s in ons land terecht om uit te vissen in welk kamp hij of zij zich bevindt.

Gezien op Filmfestival van Gent (2014).

Alex De Rouck