Piranha (DVD)

Goed
Piranha (DVD)
2010
06/01/2011
dvd
84 minuten
horror
2.35

acteur/actrice (6)

Ving Rhames Ving Rhames
Richard Dreyfuss Richard Dreyfuss
Adam Scott Adam Scott
Jerry O'Connell Jerry O'Connell
Elizabeth Shue →  Julie Forester
Kelly Brook

regisseur (1)

Alexandre Aja
Piranha

Wild zijn we vooralsnog niet van de langzaam uit zijn voegen barstende 3D-rage. Oké, “Avatar” was best cool, maar daarna hadden we het wel gezien. Schabouwelijke films als “Clash Of The Titans” werden niet gered door de gimmick en fijne prenten als “Toy Story 3” en “Tangled” waren in hun gewone versie even betoverend als met een 3D-laag. De uitzondering op de 2010-regel is echter “Piranha”, een film die wel een meerwaarde haalde uit de derde dimensie. Dat komt dan weer omdat “Piranha” een pure trashfilm is, die bewust grossiert in slechte smaak en daardoor de 3D-effecten ook in die optiek kon aanbrengen. Een onderwaterballet met twee naakte deernen, kots die ei zo na in je oog vliegt, een piranha die een penis uitbraakt … kijk, daarvoor zetten we nu graag een (extra) brilletje op in de donkere cinemazaal. Zij het daarom niet noodzakelijk elke week.

Voor de thuisbioscoop zullen de meesten het moeten doen met de gewone 2D-versie. De Blu-rayversie bevat weliswaar de real 3D-versie, maar om die te zien moet je meteen al over een 3D-Blu-rayspeler en een 3D-tv beschikken. De dvd-versie bevat enkel de platte versie. Een versie die gelukkig ook waar biedt voor zijn geld. Hier en daar duikt wel een effect op dat er nogal vlakjes (of zeg maar mislukt) uit ziet, maar dat drukt de prent geenszins, daar het gros van de yukkie-momenten (close ups op de CGI-piranha’s en de in het rond vliegende ledematen) netjes overeind blijft. De 3D werd trouwens toch pas achteraf toegevoegd: “Piranha” was al vanaf het begin opgevat als 3D-prent maar werd wegens de nog niet verfijnde techniek eerst in 2D opgenomen, en pas in de postproductie de derde dimensie ingestuurd.

Piranha

“Piranha” haalt de mosterd bij Joe Dantes gelijknamige film uit 1978, een nog steeds geniale “Jaws”-knipoog waarin de grote witte haai werd ingeruild voor een school bijtgrage piranha’s. Het is niet echt verwonderlijk dat een film met een horde kleine venijnige vleesetende vissen met scheermesscherpe tanden in de huidige remake-, reboot-, en update-tijden welhaast niet kon ontsnappen aan een nieuwe versie. Het is trouwens niet de eerste, daar er in 1995 al eens een makke tv-remake werd gemaakt. De Franse horrorcineast Alexandre Aja neemt de gepimpte “Piranha” met de nodige honneurs waar. Aja’s debuut “Haute Tension” was meteen wansmakelijk genoeg om een plaats in het hart van de genreliefhebbers te veroveren, waarna de man naar Hollywood verkaste waar hij een goede (“The Hills Have Eyes”) en niet onaardige (“Mirrors”) prent afleverde. “Piranha” is meteen zijn derde remake op rij, al leent Aja eigenlijk enkel maar de titel van Dantes miniklassieker en niet zozeer de verhaallijn.

Waar in Dantes film een militair experiment aan de basis lag voor het roofvissenoffensief, is het in dit scenario een aardverschuiving die ettelijke scholen prehistorische piranha’s naar woelige wateren leidt. Dat van Lake Victoria in Arizona om precies te zijn waar (oh goddelijk toeval) ettelijke honderden jongeren Spring Break (krokusvakantie) vieren. Dat er iets niet pluis is in het meer, wordt voor sheriff Julie Forester (Elisabeth Shue) en haar deputy (Ving Rhames) duidelijk wanneer ze de verlaten boot (en het verminkte lijk) van een visser (cameo van Richard Dreyfuss) ontdekken. De honderden feestende tieners laten zich alvast niet uit Lake Victoria jagen. Wanneer Julie en een paar seismologen ontdekken welke verschrikkingen de aardverschuiving naar de oppervlakte heeft gebracht, is het al te laat om het meer nog te ontruimen. Heel veel bloed en ettelijke kilo’s afgekloven ledematen zijn het gevolg …

Piranha

Aja’s versie is niet zo scherp als Dantes miniklassieker: daarvoor bevat het allemaal iets teveel leeghoofdige scènes en dito personages. Niets mis met de subplot waarin Julies zoon Jake (Steven R. McQueen) meevaart met een schip van een vuile plaatjesschieter (zeker niet omdat de actrices wel heel goed voorzien zijn van “boombadaboom” koopwaar), ook al weet je vooraf uiteraard al dat dit gezelschap met de piranha’s zal te kampen krijgen. Vraag is wel of het echt nodig was om het personage van Jerry O’Connell zo hemeltergend idioot te maken. En hij is trouwens niet alleen: nagenoeg iedereen wordt als een wandelend of zwemmend cliché geportretteerd, waardoor de film nooit echt spannend wordt. Aja en scenaristen Pete Goldfinger en Josh Stolberg (die ook de remake van “Sorority Row” schreven) trekken dus voluit de komische kaart. Al kan je uiteraard argumenteren dat “Piranha” geen film is die je moet zien om zijn cinematografische meerwaarde, maar wel om de hectoliters exploitatievermaak die in het rond worden gestrooid. Een niveau waarop deze prent alvast niet teleurstelt.

Met de hulp van KNB EFX schiet Aja meer dan eens de gore hoofdvogel af, zoals in de educatieve scène waarin duidelijk wordt waarom vrouwen met een weelderige haardos beter niet zwemmen in de buurt van een motorschroef. Een waarlijk waanzinnig hoogtepunt in een megalomaan gore sequentie waarin de piranha’s zich en masse tegoed doen aan het feestend tienergespuis. Jammer is dan weer dat “Piranha” ietwat onvermijdelijk te vaak de puberale toer opgaat (de penisgrap), maar dat wordt dan weer gecounterd door fijne cinefiele grapjes zoals de openingsscène waarin Richard Dreyfuss een grotere boot nodig heeft terwijl hij een deuntje zingt dat ongetwijfeld een belletje doet rinkelen bij de Amity Island-afficionado’s. Voor de trivialiefhebbers: 'Show Me The Way To Go Home' wordt in “Jaws” ook gezongen, door Dreyfuss zelf, samen met Robert Shaw en Roy Scheider. Heerlijk toch, hoe snel een filmfreakhand gevuld kan raken. Oorspronkelijk zouden ook Dante en James Cameron (in een niet megalomaan verleden regisseur van de officiële sequel “Piranha 2:The Spawning”) een cameo krijgen, maar dat plan is helaas niet doorgegaan.

“Piranha” een goede film noemen is de waarheid geweld aandoen, maar dat neemt niet weg dat dit bloedbad een niet te versmaden lekkernij is voor iedereen met een gezonde neus voor (commerciële) exploitatie. Een niet te missen dosis komische horror met andere woorden, zij het niet meteen geschikt voor gevoelige zielen en snel van hun melk rakende bakvissen. Of misschien wel, onderschat nooit de kracht van cinema.

Wie nog meer bijtgrage vissen wil zien, hoeft trouwens niet zo lang te wachten. Deze zomer al gaat de sequel in première, al is vooralsnog niet zoveel geweten over de cast of de plot. De regie is in handen van John Gulager, de regisseur van de bij horrorfans ongetwijfeld bekende “Feast”-reeks. Benieuwd of ook die sequel een schot in de roos zal zijn.

Alex De Rouck
Slecht

Extra's

  • Trailer (2’ 09”)