Nowhere Boy
verdeler
acteur/actrice (15)
regisseur (1)
producent (3)
Als film neemt “Nowhere Boy”, het regiedebuut van de Britse fotografe en conceptueel artieste Sam Taylor Wood ontzettend weinig risico’s. De stijl is onderling inwisselbaar met eender welke brave en binnen de lijntjes kleurende biopic. Fragmentarisch van aard dus, zonder al te veel omwegen op doel af, en met heel wat charme die wordt gehaald uit de reconstructie van de jaren stillekes, in dit geval het Liverpool van 1955. De biotoop van de jonge John Lennon, vlak voor hij zijn muziekmicrobe de vrije loop zou laten bij The Quarrymen, het opstapje naar The Beatles.
Lennons tienerjaren bieden trouwens genoeg stof voor dramatiek: op vijfjarige leeftijd werd hij ondergebracht bij zijn tante Mimi (Kristin Scott Thomas) na de zoveelste huwelijkscrisis bij zijn moeder Julia (Anne-Marie Duff). Na de dood van zijn oom/ersatzvader ontdekt John dat zijn moeder op wandelafstand woont. In volle puberontwikkeling zoekt hij haar op, en een nieuwe wereld gaat voor hem open. Julia is immers totaal tegenovergeteld aan Mimi: waar zijn tante een nogal saai/eenvoudig burgerleven leidt, laat zijn moeder hem kennismaken met rock ’n roll. Een nieuwe wereld gaat voor hem open, en al snel spendeert John meer tijd bij zijn echte moeder dan bij zijn tante. De nieuwsgierigheid naar de reden waarom zijn moeder hem destijds in de steek liet versus de loyaliteit naar zijn tante toe, zorgt echter voor de nodige strubbelingen en conflicten. Lennons tienerjaren kleuren onherroepelijk zijn leven en uiteraard dient het een en het ander ook als inspiratie voor heel wat songs die hij later zou schrijven…
Wie zich in het bioszitje nestelt en hoopt om heel wat Beatlesklassiekers de revue te horen passeren in “Nowhere Boy”, is er aan voor de moeite. Wie goed oplet hoort een flard “A Hard Day’s Night” bij het begin van de film, en daar houdt het bij op. De orkestrale soundtrack van Goldfrapp wordt enkel onderbroken door een keur van rock ’n rollhits uit de jaren vijftig. Met uitzondering van de Lennonsong 'Mother' tijdens het eerste deel van de eindgeneriek: een lied dat gezien het thema uiteraard niet in “Nowhere Boy” kon ontbreken.
De Fab Four-fan ontdekt vast nog andere Beatlestrivia: de droedels die Lennon tekent, het “Strawberry Field”-weeshuis of het ironische shot waarin Lennon de toegang wordt geweigerd tot de Cavern Club, de plaats van waaruit The Beatles uiteindelijk de wereld zouden veroveren. Kleine knipogen die van “Nowhere Boy” toch meer maken dan zomaar een ‘coming of age’-verhaal/familiedrama. Al is dit geenszins een film die het ontstaan van The Beatles covert: we zien weliswaar hoe Lennon bevriend raakt met Paul McCartney en George Harrison, maar de focus blijft steeds liggen op Lennon: de naam van The Beatles valt geen enkele keer. Wat een beetje jammer lijkt, maar het maakt de film er geenszins slechter op. Integendeel, door de platgetreden paden grotendeels te mijden laat Taylor Wood een frisse wind door het project wagen, zelfs al blijft het verhaalmatig allemaal een beetje braaf. Het is trouwens logisch dat Lennon op het voorplan staat, daar het scenario is gebaseerd op het boek 'Imagine This: Growing Up With My Brother John Lennon' geschreven door Lennons halfzus Julia Baird.
Ook de vertolkingen mogen er zijn: Scott Thomas is perfect gecast als ietwat oubollige huistante, Duff uitstekend als Lennons moeder en Aaron Johnson (wiens echte doorbraak er waarschijnlijk komt met de hoofdrol in “Kick-Ass”) maakt zich Lennons maniërismen eigen als een volleerde Liverpoolse vetkuif. Een film met het hart en de muzieknoten op de juiste plaats: of hoe een potentiële tweesterrenfilm zonder al te veel problemen een derde meepikt.