Een goeie toneelstem is iets wat niet iedereen gegeven is maar in het geval van Robert Donat was dat deels te wijten aan het feit dat hij al op jonge leeftijd spraakles kreeg.  Resultaat : bij het uitblazen van de zestien kaarsjes op zijn verjaardagstraart had Donat al een groot aantal klassieke toneelrollen voor zijn rekening genomen.

Begin de jaren '30 ('32-'34) kreeg hij zijn eerste filmaanbiedingen toen hij optrad in Korda's 'The Private Life of Henry VIII', gevolgd door The Count of Monte Christo in Hollywood.  Hij bedankte er nog voor een contract en keerde terug naar Engeland waar hij zijn film- en toneelcarrière verder uitbouwde door het vertolken van hoofdrollen.  In The Thirty-Nine Steps van Alfred Hitchcock imponeerde hij in de rol van Richard Hannay.

Door problemen met zijn gezondheid, aangevuld met de persoonlijke eigenschap om maar moeilijk beslissingen te kunnen nemen en de beste keuzes te maken in zijn carrière, was er de laatste tien jaar van zijn leven nog maar weinig sprake van regelmaat.  Wel zorgde hij nog voor de regie van de komedie The Cure for Love en trouwde met Renée Asherson die de hoofdrol vertolkte in de film.

Zijn rol als mandarijn in The Inn of the Sixth Happiness wordt gezien als een soort van afscheidsrol.