Michele en Elsa zijn een welgesteld stel met een twintigjarige dochter. Elsa is zojuist gepromoveerd in kunstgeschiedenis en houdt zich het grootste deel van haar tijd bezig met de restauratie van een oude kapel. Terwijl ze hieraan werkt, komen er vanonder de toplaag lang verborgen schilderingen van engelen tevoorschijn. Maar ook op privé-gebied komt er ook nieuws aan de oppervlakte, dat een heel nieuw licht op haar leven zal schijnen : haar man Michele vertelt dat hij ontslagen is en al twee maanden niet meer aan het werk is. Hun prachtige appartement zullen ze moeten verkopen. Bovendien slinkt het bedrag op hun bankrekening in rap tempo. De grond wordt onder Elsa’s comfortabele bestaan weggetrokken, maar toch laat ze zich niet direct uit het veld slaan. Dit in tegenstelling tot Michele, die zichzelf zo laat gaan, dat hun relatie op springen komt te staan.