I, Madman

Middelmatig
I, Madman
1989
14/06/1990
langspeelfilm
88 minuten
thriller
horror

acteur/actrice (2)

Jenny Wright →  Virginia
Randall William Cook

regisseur (1)

Tibor Takacs

Struinen door het omvangrijke oeuvre van Tibor Takács is niet enkel een queeste voor fans van horrorfilms of ander cultvoer. Neen, ook de liefhebber van gepofte kastanjes, engelenhaardecoraties en maretakgesnoei kan even halthouden bij zijn werkmap voor een achttal kerstfilms die hij draaide voor de Hallmarks van deze wereld met titels als It’s Christmas Eve, Rocky Mountain Christmas en The Christmas Aunt.

Titels die broederlijk staan naast Destruction: Los Angeles, Ice Spiders en Mega Snake. En dat terwijl de man eigenlijk pas echt ‘bekend’ is omwille van zijn in de bioscoop uitgebrachte eindjarentachtigtitels, te weten The Gate, The Gate II en deze I, Madman. Dus neen, Takács verdween begin jaren negentig niet van de aardbodem, alleen moest je voor zijn verdere langspeeloutput de videotheek binnenduiken of toegang hebben tot kerststronkfabels op het kleine scherm.

Van zijn bioscoopdrieluik – waarin telkens stopmotioncreaturen opduiken – is I, Madman de meest ambitieuze als mengeling van film noir, paranormale pulp, slasherfilm en monsterfilm. Het verkeerde been mag al direct uit de kast bij de eerste scènes. Takács doet je dan immers geloven dat je naar een in de jaren vijftig gesitueerde slasher aan het kijken bent, maar niets is minder waar. De sequentie waarin Jenny Wright wordt belaagd door een mysterieuze snoodaard blijkt immers een fragment te zijn uit het boek Much of Madness, More of Sin dat Wright in de huidige tijd – in dit geval eind jaren tachtig – aan het lezen is. Wright raakt geïntrigeerd door de auteur van het boek, zozeer zelfs dat ze ook zijn magnum opus I, Madman begint te lezen, daarmee de inmiddels dode schrijver terug tot leven wekkend die prompt aan het moorden slaat op zoek naar onderdelen om zijn mismaakte gezicht terug ‘proper’ te krijgen. Finaal doel: Wright zelf aan zijn lemmet krijgen. Hoe de schobbejak terug tot leven komt, krijg je niet geduid: aanvaarden, gaan met die banaan en geen vragen stellen is het mantra in een film waarin zowel Stephen King als Edgar Allan Poe worden geparafraseerd.

Fair is fair: Takács doet zijn best om sfeer te scheppen, zeker in de ‘boek in boek’-scènes waarin hij voluit gaat voor slasherconventies, bliksemflitsgerommel en schaduwspelen. Ook decoratief strooit hij met heil: de aankleding van het boekantiquariaat waar een deel van I, Madman zich afspeelt is een sfeervolle opsteker. Samengang of diepgang krijgt Takács niet in het geheel, maar geestig genoeglijk is het allemaal wel.

Opvallend is dat de moordende zot wordt vertolkt door Randall William Cook, die eveneens de effecten van de film superviseerde, net zoals hij dat bij het The Gate-tweeluik deed. Cook werkte eerder al mee aan onder andere The Thing, Ghostbusters en Fright Night en later nog aan Peter Jacksons Lord of The Rings-trilogie en King Kong.

Veel titelgegooi precies wel in dit stukje. Kan gebeuren. Wat er ook herhalend afsluitend van zij: I, Madman is te onevenwichtig om echt te excelleren, en compenseert wat het mankeert met charme en gezwinde genreambacht. Iets wat de jury van het International Fantastic Film Festival van Avoriaz onder voorzitterschap van Jerry Schatzberg blijkbaar ook vond, getuige de Grand Prix waarmee Takács in 1989 huiswaarts mocht.

Alex De Rouck