Wanneer Kwebbel en Lui een glaasje willen gaan drinken in de Melkherberg stoten ze op een gesloten deur. De Melkherberg is zowaar gesloten! Plop is naar het Koninklijk Paleis vertrokken om zijn Plopkoeken aan te bieden aan de koning. Als de koning de Plopkoeken lekker vindt wordt Plop misschien wel hofleverancier.
Op weg naar het paleis krijgt Plop plots het gezelschap van Klus, die een bezoek aan het paleis voor geen geld wil missen. Voor ze aankloppen bij de koning zorgt Klus er nog voor dat Plop er piekfijn uitziet: hij steekt een sierlijke pluim die ze vonden in het bos, op de muts van Plop.
Aangekomen bij het paleis blijkt dat de koning er niet meer is. De kabouters wachten op de komst van de nieuwe koning, een kabouterprins die ooit met de opvolgerspluim werd aangeduid door de vorige koning.
Plop wil terugkeren naar huis, maar dan ontdekt men de pluim op zijn muts. Het is de opvolgerspluim! Plop is de nieuwe koning!
De rode loper wordt uitgerold, en voor hij het goed en wel beseft zit Plop op de troon als nieuwe koning. Klus vindt het geweldig. Zeker wanneer hij samen met Kwebbel en Lui zijn intrek mag nemen in het paleis.
Lakeien maken het Kwebbel, Lui en Klus naar de zin, terwijl Plop wordt opgeleid tot koning. Plop heeft nauwelijks de tijd om stil te staan bij wat er gebeurt. Al maakt hij zich wel zorgen om de echte troonopvolger. Want waar is die gebleven?