De commissaris van politie zit met twee onopgeloste moorden op homofiele mannen in zijn maag. Hij besluit twee van zijn agenten te laten infiltreren in het homowereldje om van dichtbij de zaak te onderzoeken. Hij kiest daarvoor de krachtige gespierde Benson en het schriele kantoormannetje Kerwin. Vooral Benson heeft het moeilijk met deze opdracht. Kerwin op zijn beurt wordt uit het veld geslagen met de opmerking : je kunt toch niet meer ongelukkiger worden. Na enig aandringen rijden beide heren in hun paarse Volkswagen weg en nemen hun intrek in een appartement in een specifieke homobuurt. Het kost Kerwin heel wat moeite Benson e homo-normen te leren, maar ze weten toch een leven op te bouwen, waar zelfs, tot afgrijzen van Benson een zekere toenadering tussen de twee mannen ontstaat, vooral op grond van de constante zorgen van Kerwin (boodschappen doen, de was doen, koken, schoonmaken e.d.). Wanneer Benson dit echter merkt, neemt hij de benen en versiert de eerste vrouw die hij onderweg ontmoet. Ondertussen wordt de moordzaak ook nog opgelost : na veel omzwervingen kunnen beide agenten in burger de dader ontmaskeren. Tijdens de arrestatie wordt Kerwin echter ernstig gewond...