Meneer Labbé, hoedenmaker in 'n kleine Bretoense stad, speelt al 'n tijdlang een makabare komedie voor de mensen van zijn omgeving. HIj laat hen in de waan dat zijn verlamde vrouw nog steeds in leven is, terwijl hij haar in werkelijkheid vermoord heeft. Daarenboven ruimt hij stuk voor stuk haar zeven vriendinnen uit de weg, die haar een bezoek zouden kunnen brengen. Maar de kleermaker Kachoudas, zijn buurman, begint hem te verdenken, iets waarvan zich de hoedenmaker terdege bewust is. Hij voelt ook aan dat hun onderscheiden posities tussen hen een omgang teweegbrengt die nauwer aansluit bij medeplichtigheid dan bij bedreiging.