J'aime la vie
verdeler
acteur/actrice (12)
regisseur (1)
producent (1)
uitvoerend producent (1)
director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (1)
artdirector (1)
kostuumontwerper (1)
Ja, J’aime la vie is een film over kanker. Zoals de titel verklapt is het ook een film over het leven. En het houden en koesteren daarvan. En over de kille waarheid dat dat leven nog waardevoller wordt als het slijpen van Magere Heins zeis als een kutecho hoorbaar is op wat dagen zo mooi zouden moeten zijn. Een film over eindigheid en strohalmen. En gebotteld met humor en drama. Niet als een klinische kroniek over afscheidsnemen, maar als een parmantige parabel annex strijdbare soap.
Mathias Sercu weet in zijn langspeelregiedebuut perfect wat hij wil laten resoneren en waarom: zowel zijn zoon als zijn oudere broer kampen met vallen en opstaan tegen terminale kanker. J’aime la vie komt daardoor uit het hart en uit het leven, zonder daarbij echt een autobiografische film te zijn. Sercu kiest er zelfs voor om de kanker gaandeweg tweede viool te laten spelen in wat geleidelijk een familiale tragikomedie wordt. Wie moeilijke woorden of ingewikkelde kikvorsvogelconstructies wil, zoekt beter een ander leven om van te houden of in te duiken.
J’aime la vie plakt zich netjes aan elkaar vast met de hulp van een attractief op elkaar afgestemd staande ensemblecast. Drager van dienst is Janne Desmet als Mira, een palliatieve thuisverpleegster die op een dag niet zo mooi te horen krijgt dat ze zelf kanker heeft met een geschatte overlevingstijd van zestien maanden. Wat doet een mens dan naast bleiten, vloeken, schreeuwen, dokterbibberen en het Grote Winkler Prins Geïllustreerde Sarcastische en Cynische Woorden- en Zinnenboek uit de boekenkast nemen? Veel dingen om afscheid van te nemen, om nog eens opnieuw te doen, om voor de eerste keer te doen. Veel dingen om te regelen voor de nabestaanden. Heel veel. En dan nog wat. En nog. Veel om te voelen, te ruiken, te smaken, te horen, te herbeleven.
Mira hoopt nog een familiale knoop te kunnen ontwarren en trekt daarvoor in eerste instantie naar haar oudere broer Rocco (Jurgen Delnaet) die ze in geen jaren meer heeft gezien. En die geen klein beetje van zijn Oost-Vlaamse dialectmelk is als hij ziet dat zijn neefje Sam (Mattias Busschaert) genderfluïde blijkt te zijn. En nog meer van die melk is als Mira hem voorstelt om haar samen met zijn in de horeca werkende vriendin Emmy (Greet Verstraete) en met jongere broer Mario (Bert Dobbelaere) te vergezellen op een weekendje Ardennen. Mira hoopt daarmee ook verzoening te vinden bij haar daar wonende moeder (Els Olaerts), maar de familiewondes die ooit zijn geslagen blijken wel heel diep te zijn.
In J’aime la vie countert de humor het drama en vice versa. En aan het eind omarmen hoop en herinneringen de weemoed. Misschien de moedigste moed die moet in het aardse tranendal. Finaal dansen de lach en traan verstrengeld op de tonen van een geschiedschrijvend titellied waarvan de bedrieglijke onschuld en joie de vivre als een diepsnikkende afscheidsgalm de eindgeneriek mogen inluiden.
Ja, J’aime la vie kon het zich als film moeilijker hebben gemaakt. En ongetwijfeld wat meer risico’s hebben genomen. Of wat minder lief zijn geweest. Of wat meer uitdagend. Of wat meer dit. Of wat minder dat. Maar het is wat het is zoals het is. Omdat halfleeg soms ook gewoon halfvol blijkt te zijn. Même si c’est une folie, oui.