Defence of the Realm
acteur/actrice (11)
regisseur (1)
producent (2)
uitvoerend producent (1)
director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
artdirector (1)
kostuumontwerper (1)
componist (1)
Toevallig zal het wel niet zijn dat de naam John le Carré valt tussen de scenarioplooien van David Drury’s Defence of the Realm. Deze politieke thriller die zich grotendeels afspeelt op een krantenredactie vertoont immers nogal wat raakvlakken met de spionnenwereld die le Carré door zijn eigen MI5- en MI6-verleden als geen ander kende.
Of hoe er misschien wel een fikse brok non-fictie tussen de fictie zit in deze nagelbijter waarin journalist Gabriel Byrne willens nillens op het spoor komt van een doofpotoperatie door de Britse overheid nadat een nucleaire test bijna faliekant was afgelopen. Al begint het allemaal met de onthulling van Byrne dat een parlementslid (Ian Bannen) via een callgirl – en neen, het was niet Christine Keeler – connecties had met een vermeende Russische spion. Exit Bannen dus, tot wanneer Byrne gaandeweg ontdekt dat het ganse zaakje stinkt en hij net als collega Denholm Elliott – in het bezit van bewijsmateriaal dat Bannen kan vrijpleiten – wordt opgejaagd door hoge lieden aan de top die het deksel op de doofpot willen houden.
Defence of the Realm – de titel verwijst naar een wet uit 1914 die de Britse overheid carte blanche gaf om eigenlijk alles te doen wat ze wilden doen om het rijk te beschermen tijdens de eerste wereldoorlog – is een interessante jarentachtigtijdcapsule waarin de paranoia van de koude oorlog en de nucleaire dreiging netjes – zij het niet altijd even sterk of daadkrachtig – zitten ingebed in een All the President’s Men-sfeerschepping.
Scenarist Martin Stellman bleef nog even in het gebied van de politieke thriller hangen met het drie jaar later uitgebrachte en door hem zelf geregisseerde For Queen and Country, waarin Denzel Washington zowaar een Britse paratroeper mocht vertolken.