Huppert en Poelvoorde krijgen de lachers op hun hand

Huppert en Poelvoorde krijgen de lachers op hun hand
17/10/2011

Degenen die een ticketje wisten te versieren voor de vertoning van Mon Pire Cauchemar (***) op het 38e filmfestival van Gent zullen het zich niet beklagen. Filmfreak proefde de film al even voor en kan niets anders doen dan besluiten dat deze bij wijlen hilarische komedie uitstekend vertier biedt. Wie Mon Pire Cauchemar niet in Gent gaat/kan zien, weet dus waarheen als deze film in november zijn officiële biosrelease krijgt.

Neem een scheut Francis Veber, giet er een kluts romantiek bij, schudt het anderhalf uur door elkaar en je krijgt Mon Pire Cauchemar, een ietwat vrijblijvende maar bij vlagen hilarische komedie. Reden voor de hilariteit is voor het grootste deel Benoît Poelvoorde, die als een olifant in een porseleinkast en als een volleerd emmerdeur het leven van bourgeoisiekoppel Agathe (Isabelle Huppert) en François (André Dussolier) ontwricht. De haat op het eerste zicht tussen Agathe en Patrick (Poelvoorde) gaat na verloop van tijd over in genegenheid en (uiteraard) l’amour (al dan niet pour toujours), want de boertigheid en branie van Patrick blijkt net dat ingrediënt dat ontbrak in het leven van de ietwat strakke Agathe. Regisseuse Anne Fontaine (mijlenver verwijderd van de statigheid die ze Coco Avant Chanel meegaf) laat zien dat de gulle lach maar weinig geheimen heeft voor haar: het aantal dijenkletsers is niet bij te houden en zelfs al cirkelen Poelvoorde en Huppert vaak rondjes rond hetzelfde thema, de spitsvondigheid wordt er alvast niet door onthoofd. Enkel wanneer Fontaine in het laatste halfuur iets te nadrukkelijk conflicten in het scenario gooit, dreigt Mon Pire Cauchemar de rol te lossen. Wat niet gebeurt, daar deze amusante prent tegen dan zijn drie sterren al netjes ingelijst op de schoorsteenmantel heeft staan.