Cowboys en Chinese Krijgsheren

Cowboys en Chinese Krijgsheren
15/10/2011

Nog meer recensies van het Gentse filmfront, met deze impressies van twee buitenbeentjes in de programmatie: de trage westernimpressie Meek's Cutoff en de in de competitie opgenomen filosofische martial arts-prent Wu Xia, die als Engelse titel Dragon meekreeg. Al zou dat eigenlijk beter A History Of Violence zijn.

Meek's Cutoff (**)

Wie het op de heupen krijgt van trage en ondoordringbare films die de indruk wekken ergens heen te leiden, maar uiteindelijk toch kiezen voor een ondoordringbare en hermetische narratie, doet er goed aan om met een wijde boog rond Meek’s Cutoff te navigeren. Een filmpje dat zijn schare verdedigers kent, maar wiens kansen om door het grote publiek omarmd te worden even schaars zijn als de vondst van een hamsterkolonie in het poolijs. Nochtans heeft Meek’s Cutoff zijn charmes en kwaliteiten: regisseuse Kelly Reichardt tokkelt geregeld op de juiste poëtische snaar bij het in beeld brengen van de tocht van een achtkoppige karavaan (drie huifkarren en wat vee inclusief) die in 1845 door de desolate woestenij van Oregon trok. Het oude westen zag er nog maar zelden (of misschien zelfs nooit) zo schraal uit. De pioniers worden geleid door Stephen Meek (een onder baardhaar verborgen Bruce Greenwood) die beweert elke steen en zandkorrel van de streek te kennen, maar uiteindelijk toch over minder gps-kwaliteiten blijkt te beschikken dan hij zelf beweerde. Een historisch gegeven dat door Reichardt en haar vaste scenarist Jonathan Raymond (Old Joy, Wendy And Lucy) grotendeels fictief wordt ingeklerud, en waarin uiteindelijk het lot centraal komt te staan van een gevangen genomen indiaan die de reizigers (misschien) het goede pad kan/wil wijzen. Al heeft het eigenlijk weinig zin om te duiden welke verhaalinsteek Reichardts echte belangstelling wegdraagt: de manier waarop de Indianen destijds door de stoere blanke veroveraar werden behandeld of de positie van de vrouw in wat hoofdzakelijk een mannenmaatschappij was. Het enige wat je echt van Meek’s Cutoff zal bijblijven is de in een schildpaddentempo gefilmde (maar desalniettemin vaak lyrische) natuurfotografie.

Wu Xia (**1/2)

De originaliteitsprijs zal Peter Chan alvast niet winnen met zijn Wu Xia. Het scenario lijkt immers verdacht veel op dat van David Cronenbergs A History Of Violence, zij het dan verkast naar het Chinese platteland anno 1917. Liu Jinxi (Donnie Yen) leeft er vredig met zijn vrouw en twee kinderen wanneer hij twee overvallers uitschakelt tijdens hun rooftocht. Een detective vindt het raar dat een boer twee geoefende boeven kan uitschakelen en ontdekt dat Liu een gewelddadig verleden met zich meedraagt en verzwijgt. Hij vindt dat recht moet geschieden en wil Liu alsnog laten arresteren, en dat terwijl Liu’s vroegere bendeleden hem terug willen inlijven. Voor een film die in de titel aangeeft dat er aan actie geen gebrek zal zijn, springt Chan verbazend schaars om met het bloedvergieten. Hij concentreert zich vooral op het onderzoek van de detective en doorspekt de film zo met elementen die wel uit de Amerikaanse noir lijken binnengesmokkeld. Wu Xia is daardoor minder grotesk dan de doorsnee Oosterse knokprent, al zijn de fans van martial artsgekletter vast en zeker (en terecht) in hun nopjes met de fraai gechoreografeerde set pieces. Al ontbreekt uiteindelijk toch de echte oempf om volledig in de ban te raken van deze filosofische martial artsprent, die zowaar de lachers op zijn hand krijgt met een (al dan niet) hilarisch (bedoelde) uitsmijter tijdens de gespierde actiefinale.