Edward Dmytryk

Edward Dmytryk
° 04-09-1908
+ 01-07-1999
✞ Leeftijd bij overlijden: 90


genomineerd Oscars ® 1948
1 keer genomineerd voor een Oscar

Edward Dmytryks ouders waren Oekraïense immigranten.  Nadat zijn moeder stierf, zijn vader naar San Francisco verhuisde en er hertrouwde bleef hij als 6-jarig kind alleen achter.  Zijn aanwezigheid op de basisschool combineerde hij met het ronddelen van kranten.

Zelf zette Edward zijn eerste stappen in de filmwereld toen hij pas 15 was, bij Paramount.  Eerst als bediende, daarna als assistent op verschillende afdelingen.  Hij kreeg de kans om praktijk-ervaring op te doen als beeldmonteur en werkte in die functie van 1930 tot 1939 met een film als “Ruggles of Red Gap”.  Hierna regisseerde hij nog enkele griezelfilms.

Kwalitatief ging het hierna bergopwaarts met het drama “Hitler’s Children”, een pleidooi tegen het fascisme.  Zeker ook het vermelden waard : de film noir/thriller “Murder, My Sweet” met Dick Powell in de rol van rechercheur Philip Marlowe en een tweede samenwerking tussen de twee met de thriller “Cornered”.

Voor “Crossfire” werd Dmytryk genomineerd voor een Oscar.  De film was eigenlijk een eerste statement van Hollywood rond rassendiscriminatie alhoewel in het geval van “Crossfire” het eerder anti-semitisme was, daar waar het in het boek waarop de film was gebaseerd eigenlijk ging over homoseksualiteit.

In 1947 werd ook Dmytryk het slachtoffer van de heksenjacht rond vermeende sympathie voor het Communisme, “on-Amerikaanse activiteiten” zoals het officieel werd genoemd, en hij werd net als  negen andere beklaagden schuldig bevonden aan “minachting van het Congres”.  Zijn straf : 1 jaar gevangenis.  Na zijn vrijlating trok hij voor korte tijd naar Engeland waar hij drie films regisseerde.

Toen hij terug was in de Verenigde Staten legde hij tijdens een tweede ronde hoorzittingen nieuwe verklaringen af.  De verklaringen waren voor sommige van zijn vroegere collega’s in die mate belastend dat Dmytryk zelf als een soort van compensatie van de fameuze zwarte lijst werd gehaald.

Met films als “The Sniper” en “The Caine Mutiny” leek hij weer helemaal terug waardoor er ook meer geld werd vrijgemaakt voor zijn nieuwe projecten.  En toch leek Dmytryks aanpak minder persoonlijk, ongetwijfeld het gevolg van wat hij vanaf 1947 had meegemaakt en welke impact dit had op zijn leven.

In de jaren ’70 doceerde hij film aan de Universiteit van Texas in Austin.  In 1981 kreeg hij aan de Universiteit van Zuid-Californië de titel van Professor.

Edward Dmytryk is twee keer getrouwd, zijn tweede echtgenote was actrice Jean Porter.

In 1979 werd zijn autobiografie uitgebracht onder de titel ‘It’s a Hell of a Life but Not a Bad Living’.

Oscars ® 1948 Genomineerd Regie Crossfire