The Killer Inside Me
verdeler
acteur/actrice (5)
regisseur (1)
Britse veel- en snelfilmer Michael Winterbottom is duidelijk niet voor een gat te vangen. Begonnen als tv-regisseur maakte hij eerst een naam met onafhankelijk gedraaide Britse filmpjes zoals “Butterfly Kiss” en “I Want You”, vooraleer ambiteuzere projecten aan te pakken zoals de verfilming van Thomas Hardy’s “Jude”. Daarna bleef hij eigenzinnig zijn ding doen, onder andere met de controversiële hardcore muziekfilm “9 songs” en heel wat geëngageerde films die het publiek een geweten probeerden te schoppen (“In This World”, “The Road To Guantanamo” en vorig jaar nog de documentaire “The Shock Doctrine”). Nog niet overtuigd van zijn versatiliteit ? Glij dan even langs het familiedrama “Genova” en hou halt bij zijn zoveelste stijlwissel, nu hij zowaar zijn tanden zet in Jim Thompsons pikzwarte roman “The Killer Inside Me uit 1952. Een roman die al eens verfilmd is in 1976, maar die obscure prent (met Stacey Keach in de titelrol) is waarschijnlijk niet te vergelijken met de welhaast oerduistere adaptatie van Winterbottom.
Wie “The Killer Inside Me” op zijn filmmenu plaatst, moet alvast tegen een ferme stoot kunnen. Wie ooit het boek heeft gelezen, weet dat dit geen loos alarm is. Stanley Kubrick (die halfweg de jaren vijftig samen met Jim Thompson het scenario schreef voor ‘The Killing’) noemde het boek zelfs ‘het meest gruwelijke in de ik-vorm geschreven verhaal over een geschifte geest dat ik ooit heb gelezen’. En die geschiftheid zit ook in de film, daar Winterbottom trouw blijft aan het boek en op sommige vlakken voor een welhaast letterlijke verfilming zorgt.
Protagonist en verteller Lou Ford (creepy vertolkt door Casey Affleck) is alvast een rotzak eerste klas. Al zou je het hem niet aangeven, daar hij het tot deputy schopte in een klein Texaans gehucht. Achter zijn onschuldig gezicht gaat echter een getormenteerde sociopaat schuil, die er niet voor terugdeinst om grof geweld te gebruiken om zijn doel te bereiken. We leren Ford kennen als hij de opdracht aanvaard om prostituee Joyce Lakeland (Jessica Alba) uit het dorp te zetten omdat ze de goede en godsvrezende naam schaadt. Ford begint echter een sadomasochistische relatie met haar die het slechtste in hem naar boven haalt.
Wanneer hij ontdekt dat hij haar kan gebruiken om zich te wreken op een plaatselijke bouwmagnaat die hij verantwoordelijk acht voor de dood van zijn broer, slaan alle stoppen door en besluit Lou om twee vliegen in een klap te slaan. En dat slaan mag je letterlijk nemen, getuige daarvan de instant schandaalscène (die wel door Mel Gibson geregisseerd lijkt) waarin Affleck lellebel Jessica Alba zonder schroom en schaamte aan 'extreme makeover'-mootjes mept. Manna dus voor liefhebbers van policiers en detectiveverhalen waarin psychopathische zwartgalligheid primeert.
Al laat Winterbottom hier en daar iets teveel steken vallen om van een echte klassieker te spreken: zijn aanpak oogt vaak wat te academisch en de personages die het pad van Affleck kruisen lijken vaak meer op schaakbordpionnen dan op levensecht uitgetekende karakters. Ook met de soundtrackkeuze – noirklassiekers als “Fever” afgewisseld met klassieke stukken van Mahler – knipoogt hij iets teveel naar de Kubricks en Scorseses van deze wereld. Waardoor het allemaal eerder bestudeerd-mechanisch aandoet dan passioneel bezield. Al kan dit woordje kritiek niet verhullen dat “The Killer Inside Me” een van de beste prenten (zoniet de beste) is uit Winterbottoms wisselvallig oeuvre.